Reading Online Novel

Politie(147)



‘Zo heet ze, ja. Maar trouwen of niet, studente of niet, het is onmogelijk dat er iets tussen ons gebeurt. Dus het spijt me voor… de situatie van laatst.’

‘Je gaat trouwen…’ Ze herhaalde het met een stem van een slaapwandelaar en leek dwars door hem heen te staren.

Harry knikte. Voelde iets vibreren op zijn borst. Dacht een ogenblik dat het zijn hart was, maar begreep toen dat het zijn mobiel in zijn binnenzak was.

Hij pakte de telefoon. ‘Harry.’

Luisterde naar de stem. Toen hield hij de telefoon voor zich en keek ernaar alsof er iets mee aan de hand moest zijn.

‘Zeg dat nog eens,’ zei hij terwijl hij het toestel weer tegen zijn oor drukte.

‘Ik zei dat ik het pistool heb gevonden,’ zei Bjørn Holm. ‘En ja, het is dat van hem.’

‘Hoeveel mensen weten dat?’

‘Verder niemand.’

‘Zorg dat die informatie zo lang mogelijk geheim blijft.’

Harry verbrak de verbinding en toetste een ander nummer in. ‘Ik moet gaan,’ zei hij tegen Silje en hij stopte een biljet onder het glas. Zag dat haar roodgeverfde lippen van elkaar weken, maar hij stond op en liep weg voor ze nog iets kon zeggen.

Al bij de uitgang had hij Katrine aan de telefoon. Hij herhaalde wat Bjørn tegen hem had gezegd.

‘Je maakt een grapje,’ zei ze.

‘Waarom lach je dan niet?’

‘Maar… maar dat is toch gewoon ondenkbaar.’

‘Zeker, daarom geloven we het ook niet,’ zei Harry. ‘Zoek het uit. Zoek de fout.’

En door de telefoon kon hij het tienpotige insect al over het toetsenbord horen lopen.



Aurora sjokte samen met Emilie naar de bushalte. Het werd al donker en het was van dat weer dat je dacht dat het elk moment kon gaan regenen, maar dat gebeurde niet. Je werd er haast chagrijnig van, dacht ze.

Ze zei het tegen Emilie. Die zei ‘hm’, maar Aurora kon merken dat ze het niet begreep.

‘Kan de regen niet gewoon beginnen zodat we het maar hebben gehad?’ zei Aurora. ‘Het is beter dat het echt regent dan dat je de hele tijd bang bent dat het gaat regenen.’

‘Ik hou van regen,’ zei Emilie.

‘Ik ook. Een beetje dan. Maar…’ Ze gaf het op.

‘Wat was er met je aan de hand op de training?’

‘Wat bedoel je?’

‘Arne ging zo tegen je tekeer omdat je niet zijwaarts verdedigde.’

‘Ik was alleen een beetje laat.’

‘Nee. Je bleef stilstaan en keek naar de tribune. Arne zegt dat verdedigen het belangrijkste is bij handbal. En zijwaarts verdedigen is het allerbelangrijkst. Dus dat betekent dat zijwaarts verdedigen het aller-, allerbelangrijkste is bij handbal.’

Arne zegt de hele tijd allerlei onzin, dacht Aurora. Maar ze zei het niet hardop. Wist dat Emilie dat ook niet zou begrijpen.

Aurora was uit haar concentratie geraakt omdat ze er zeker van was dat hij op de tribune zat. Hij was makkelijk te zien, want de andere toeschouwers waren een jongensteam dat ongeduldig zat te wachten op het moment dat het na de training van de meisjes op het veld mocht. Maar hij was het, daar was ze bijna zeker van. De man die in de tuin was geweest. Die naar papa had gevraagd. Die wilde dat ze naar een band luisterde waarvan ze de naam al vergeten was. Die water wilde hebben.

Dus ze was inderdaad gestopt, de anderen hadden gescoord en de trainer, Arne, had het spel stilgelegd en haar uitgescholden. En zoals altijd had ze gebaald. Ze had geprobeerd zich ertegen te verzetten, ze haatte het dat ze zich altijd zo opwond over zulke kleine dingen, maar ze kon gewoon niet anders. Haar ogen hadden zich met tranen gevuld, die ze wegveegde met het zweetbandje rond haar pols, ze had tegelijkertijd haar voorhoofd afgeveegd zodat het leek of ze alleen het zweet wegveegde. Toen Arne klaar was en ze weer naar de tribune had gekeken, was hij weg. Net als de vorige keer. Alleen was het deze keer zo snel gegaan dat ze zich achteraf afvroeg of ze hem echt had gezien of dat ze zich dat maar verbeeldde.

‘O nee,’ zei Emilie toen ze de dienstregeling bij de bushalte bekeek. ‘De 149 komt pas over twintig minuten. Mama heeft voor ons vanavond pizza’s gemaakt. Die worden ijskoud.’

‘Wat jammer,’ zei Aurora. Ze was niet erg dol op pizza en ze ging ook niet graag bij vriendinnen logeren. Maar het leek of iedereen dat op het moment deed. Iedereen logeerde bij iedereen, het was een soort rondedans waaraan je mee moest doen. Het was dat of helemaal buiten de groep staan. En Aurora wilde niet buiten de groep staan. Niet helemaal in elk geval.

‘Zeg,’ zei ze, op haar horloge kijkend. ‘Hier staat dat bus 131 over een minuut komt en het schoot me net te binnen dat ik mijn tandenborstel ben vergeten. De 131 komt langs mijn huis, dus als ik die neem, kan ik daarna op de fiets naar jou toe komen.’