Home>>read Politie free online

Politie(146)

By:Jo Nesbo


‘Waarover?’

‘Of Anton Mittet me iets heeft verteld voor hij werd vermoord. Of hij ruzie heeft gehad met iemand of iets met iemand in het ziekenhuis had. Maar ik heb immers tegen ze gezegd dat dit geen opzichzelfstaande moord was met een jaloerse echtgenoot, maar dat het om de politieslager ging. Alles klopte, toch? Ik heb veel gelezen over seriemoordenaars, dat zou je tijdens je colleges wel hebben gemerkt als we bij dat onderwerp waren aangekomen.’

‘Er komen geen colleges over seriemoordenaars, Silje. Wat ik me afvroeg, is of je, terwijl je daar zat, iemand hebt zien komen of gaan, of er iets niet klopte met de routine, iets wat je opviel, kort samengevat iets…’

‘… wat er niet hoorde te zijn?’ Ze glimlachte. Witte, jonge tanden. Twee ervan stonden scheef. ‘Dat komt uit je colleges.’ Ze ging meer rechtop zitten dan nodig was.

‘En?’ zei Harry.

‘Jij denkt dat de patiënt is gedood en dat Mittet medeplichtig was?’ Ze hield haar hoofd scheef, duwde haar armen een beetje omhoog en Harry vroeg zich af of ze echt zo zelfverzekerd was of deed alsof. Misschien was ze wel een zeer gestoorde persoon die gedrag probeerde te imiteren waarvan ze aannam dat het normaal was, terwijl ze er eigenlijk de hele tijd een beetje naast zat.

‘Ja, dat denk je,’ zei ze. ‘En je denkt dat Mittet daarna werd vermoord omdat hij te veel wist. En dat de moordenaar dat camoufleerde door te doen alsof het om een politiemoord ging?’

‘Nee,’ zei Harry. ‘Als hij door dat soort lui was vermoord, was zijn lijk in de zee gedumpt met iets zwaars in zijn zakken. Ik vraag je goed na te denken, Silje. Concentreer je.’

Ze haalde diep adem en Harry vermeed het naar haar borsten te kijken, die omhoogkwamen. Ze probeerde zijn blik vast te houden, maar hij voorkwam dat door zijn hoofd te buigen en in zijn nek te krabben. Hij wachtte.

‘Nee, er was niemand,’ zei ze uiteindelijk. ‘Alles verliep de hele tijd hetzelfde. Er kwam een nieuwe anesthesieverpleger, maar na één of twee keer werkte hij daar al niet meer.’

‘Oké,’ zei Harry en hij stak zijn hand in zijn jaszak. ‘Hoe zit het met de man hier links op de foto?’

Hij legde een geprinte foto voor haar neer. Hij had die op internet gevonden: Google en zoeken op foto. Er stond een jonge Truls Berntsen op, rechts van Mikael Bellman, voor het politiebureau van Stovner.

Silje bestudeerde de foto. ‘Nee, ik heb hem nooit in het ziekenhuis gezien. Maar die man rechts…’

‘Heb je hem gezien?’ onderbrak Harry haar.

‘Nee, nee, ik vroeg me alleen af of dat…?’

‘Ja, dat is de commissaris,’ zei Harry en hij wilde de foto pakken, maar Silje legde haar hand op de zijne.

‘Harry?’

Hij voelde de warmte van haar zachte handpalm op de rug van zijn hand. Wachtte.

‘Ik heb die twee eerder gezien. Samen. Hoe heet die ander?’

‘Truls Berntsen. Waar dan?’

‘Ze waren nog niet zo lang geleden samen op de schietbaan in Økern.’

‘Bedankt,’ zei Harry en hij trok zijn hand en de foto naar zich toe. ‘Dan zal ik verder geen beslag meer leggen op je tijd.’

‘Nou, je hebt ervoor gezorgd dat ik juist meer dan voldoende tijd heb, Harry.’

Hij gaf geen antwoord.

Ze lachte even. Leunde voorover. ‘Je hebt me toch niet alleen daarom gevraagd hierheen te komen?’ Het licht van de kleine tafellamp weerkaatste in haar ogen. ‘Weet je wat voor woeste gedachte ik heb gehad, Harry? Dat je me van school hebt laten schoppen omdat je dan samen met me kunt zijn zonder problemen te krijgen met de leiding. Dus waarom vertel je me niet wat je écht wilt?’

‘Wat ik echt wil, Silje…’

‘Zo jammer dat je collega opdook toen we elkaar de laatste keer ontmoetten, net toen we…’

‘… was je vragen naar dat in het ziekenhuis.’

‘Ik woon in de Josefinesgate, maar dat heb je vast al gegoogeld en gevonden.’

‘Dat van laatst was verschrikkelijk fout van mij, ik heb een stommiteit begaan, ik ga…’

‘Het kost elf minuten en drieëntwintig seconden om daarheen te lopen. Op de kop af. Ik heb op de heenweg de tijd opgenomen.’

‘… kan niet. Wil niet. Ik ga…’

‘Zullen we?’ Ze maakte aanstalten om op te staan.

‘… trouwen begin deze zomer.’

Ze zakte neer op haar stoel. Staarde hem aan. ‘Je gaat… trouwen?’ Haar stem was nauwelijks hoorbaar in het lawaaiige restaurant.

‘Ja,’ zei Harry.

Haar pupillen werden kleiner. Als een zeester waarin een naald is gestoken, dacht Harry.

‘Met haar?’ fluisterde ze. ‘Met Rakel Fauke?’