Home>>read Politie free online

Politie(139)

By:Jo Nesbo


‘René Kalsnes werd vermoord door een politieman.’

‘Wat?’ zei Katrine.

‘Dat is onze hypothese. De kogel was negen millimeter, dezelfde als een Heckler & Koch, ons dienstpistool, gebruikt. Niet ver van de plaats delict werd een gummiknuppel gevonden. De Kalsnes-moord is ook de enige van de oorspronkelijke moorden die overeenkomsten vertoont met de politiemoorden. Hun gezichten waren kapotgeslagen. De meeste oorspronkelijke moorden hadden een seksueel motief, maar dit zijn moorden uit haat. Waarom haat je?’

‘Nu ben je terug bij het motief, Harry,’ zei Bjørn.

‘Snel, waarom?’

‘Jaloezie,’ zei Katrine. ‘Wraak omdat je bent vernederd, afgewezen, geminacht, belachelijk gemaakt, je vrouw, kind, broer, zus, toekomstplannen, trots zijn afgepakt…’

‘Stop daar,’ zei Harry. ‘Onze hypothese is dat onze moordenaar verbonden is aan de politie. En met dat als uitgangspunt moeten we de zaak van René Kalsnes weer uit gaan spitten en erachter zien te komen wie hem heeft vermoord.’

‘Mooi,’ zei Katrine. ‘Maar zelfs als daar een paar aanwijzingen voor zijn, is het me niet helemaal duidelijk waarom het ineens zo klaar als een klontje is dat we naar een politieman moeten zoeken.’

‘Als er verder niets is wat me een betere hypothese oplevert? Ik tel terug van vijf…’ Harry keek hen uitdagend aan.

Bjørn kreunde. ‘We kunnen die kant niet op, Harry.’

‘Wat?’

‘Als ze op het bureau horen dat we op jacht gaan naar een van onze eigen…’

‘Daar moeten we maar tegen kunnen,’ zei Harry. ‘Nu staan we met lege handen en we moeten ergens beginnen. In het slechtste geval lossen we een oude moordzaak op. In het beste geval vinden we…’

Katrine maakte de zin voor hem af: ‘… degene die Beate heeft vermoord.’

Bjørn beet op zijn onderlip. Haalde uiteindelijk zijn schouders op en knikte dat hij meedeed.

‘Goed,’ zei Harry. ‘Katrine, jij checkt in de registers of er dienstpistolen vermist of gestolen zijn gemeld en je checkt of René Kalsnes contacten had binnen de politie. Bjørn, jij neemt in het licht van onze hypothese het technische bewijs door, kijkt of er iets nieuws opduikt.’

Bjørn en Katrine stonden op.

‘Ik kom,’ zei Harry. Hij keek hen na terwijl ze door de kantine liepen, zag hen blikken uitwisselen met politiemensen aan een tafel die deel uitmaakten van het grote onderzoeksteam. Sommige zeiden iets en er klonk gelach.

Harry sloot zijn ogen en dacht na. Zocht. Wat het kon zijn, wat er was gebeurd. Stelde dezelfde vraag die Katrine had gesteld: waarom het ineens zo klaar als een klontje was geweest dat ze een politieman moesten zoeken? Want er was iets. Hij concentreerde zich, sloot alles buiten, wist dat het als een droom was, hij moest opschieten voor het was verdwenen. Langzaam zonk hij in zichzelf, zonk als een diepzeeduiker zonder lantaarn, die tastend in de duisternis van het onderbewuste moest zoeken. Hij kreeg iets te pakken, voelde het. Het was iets met die metagrap van Katrine. Meta. Zelfcommenterend. Was de moordenaar zelfcommenterend? Het was weg en op hetzelfde moment dwong de opwaartse druk hem naar boven, terug naar het licht. Hij opende zijn ogen en hoorde de geluiden terugkomen. Het gekletter van borden, gepraat, gelach. Verdomme, verdomme. Hij had het bijna, maar nu was het te laat. Hij wist alleen dat de grap naar iets wees, dat die als een katalysator had gewerkt op iets diep vanbinnen. Iets waar hij nu geen grip op had, maar wat hopelijk vanzelf weer naar de oppervlakte zou stijgen. De reactie had hem hoe dan ook iets gegeven, een richting, een uitgangspunt. Een toetsbare hypothese. Harry nam een slok uit zijn kopje, stond op en liep naar het terras om een sigaret te roken.



Op de balie van het magazijn voor bewijsmateriaal en inbeslaggenomen goederen werden twee plastic dozen voor Bjørn Holm neergezet waarna hij moest tekenen voor ontvangst.

Hij nam de dozen mee naar het technisch laboratorium in het naburige gebouw van Kripos in Bryn en begon met de doos van de oorspronkelijke moord.

Zijn oog viel op het projectiel dat gevonden was in Renés hoofd. Het eerste wat hij merkwaardig vond, was het feit dat het tamelijk gedeformeerd was nadat het door vlees, kraakbeen en bot was gegaan terwijl dat toch behoorlijk zachte en flexibele materialen zijn. En het tweede was dat er geen aanslag op het projectiel was gekomen nadat het al die tijd in de doos had gelegen. Kennelijk kreeg lood niet zo snel een oudere aanblik, maar hij vond dat de kogel er opvallend nieuw uitzag.

Hij bladerde door de foto’s van de plaats delict. Hij bleef kijken naar een foto die een kant van het gezicht liet zien waar een gat in de huid zat en waar een helder wit bot uitstak. Hij pakte een vergrootglas. Het zag eruit als een zwart gat, zoals bij een gat in een kies, maar je kreeg geen zwarte gaten in kaakbot. Was het misschien een olievlek van de kapotte auto? Een stukje van een vergaan blad of opgedroogde modder van de rivier? Hij pakte het obductierapport.