Home>>read Politie free online

Politie(136)

By:Jo Nesbo




Het was bijna tien uur en de zon was al lang achter de groene heuvels in het westen gezakt toen Ståle Aune zijn auto in de garage parkeerde en het grindpad af liep naar huis. Het viel hem op dat er geen licht brandde in de keuken en ook niet in de woonkamer. Dat was niet ongebruikelijk, het kwam wel vaker voor dat ze vroeg naar bed ging.

Hij voelde het gewicht van zijn lichaam op zijn kniegewrichten. Mijn god, wat was hij moe. Hij draaide de deur van het slot. Het was een lange dag geweest, toch had hij gehoopt dat ze nog op was. Dan kon hij het van zich afpraten. Hij had gedaan wat Harry had gezegd, had contact opgenomen met een collega, die hem had ontvangen in zijn praktijk thuis. Hij had verteld over de bedreiging met het mes. Dat hij zeker had geweten dat hij zou sterven. Hij had het allemaal gedaan, nu was het een kwestie van gaan slapen. Van kúnnen slapen.

Hij duwde de deur open. Zag Aurora’s jas aan de kapstok hangen. Weer een nieuwe. Mijn hemel, wat groeide dat kind. Hij schopte zijn schoenen uit. Richtte zich op en luisterde naar de stilte van het huis. Hij kon er niet precies zijn vinger op leggen, maar het leek of het stiller was dan anders. Een geluid dat er niet was, maar dat hij kennelijk niet bewust hoorde als het er wel was.

Hij liep de trap op naar de eerste verdieping. Elke stap ging hij langzamer, als een overbelaste scooter die de heuvel op moet. Hij moest gaan sporten, er moest ongeveer tien kilo af. Dat was goed voor het slapen, goed voor je welbevinden, goed voor de lange werkdagen, voor de levensverwachting, voor het seksleven, voor het zelfvertrouwen, kort samengevat: het was goed. En verdomd, het lukte hem niet.

Hij sjokte langs Aurora’s slaapkamer.

Bleef even staan, aarzelde. Liep weer terug. Opende de deur.

Wilde haar alleen even zien slapen, zoals hij vroeger altijd deed. Binnenkort zou het niet meer normaal zijn om dat te doen, hij merkte nu al dat ze zich meer bewust werd van zulke dingen, de privédingen. Niet dat ze niet meer bloot wilde zijn in zijn aanwezigheid, maar ze sprong niet meer zo onbezorgd in de rondte. En wanneer dat voor haar niet langer normaal was, dan was het dat voor hem uiteraard ook niet meer. Maar hij wilde toch nog even dat moment stelen, zijn dochter zo vredig, veilig en beschermd tegen alles wat er vandaag allemaal was gebeurd, zien liggen slapen.

Maar hij deed het niet. Hij zou haar morgen bij het ontbijt zien.

Hij zuchtte, sloot de deur en liep naar de badkamer. Poetste zijn tanden, waste zijn gezicht. Kleedde zich uit en nam de kleding mee naar de slaapkamer, hing die over de stoel en wilde in bed kruipen toen hij stopte in zijn beweging. Opnieuw viel het hem op. De stilte. Wat ontbrak er? Het gezoem van de koelkast? Het gesuis van het ventilatiesysteem dat meestal aanstond?

Hij voelde dat hij geen zin had om erover te piekeren, hij kroop voorzichtig onder het dekbed. Zag het haar van Ingrid boven het dekbed uit pieken. Hij wilde zijn hand uitsteken naar haar, gewoon even haar haren strelen, over haar rug, voelen dat ze er was. Maar ze sliep zo licht en had er een hekel aan dat ze wakker werd gemaakt, dat wist hij immers. Hij wilde zijn ogen dichtdoen, maar hij bedacht zich.

‘Ingrid?’

Geen antwoord.

‘Ingrid?’

Stilte.

Het kon wachten. Hij sloot zijn ogen weer.

‘Ja?’ Hij kon voelen dat ze zich naar hem had omgedraaid.

‘Niets,’ mompelde hij. ‘Alleen… Die zaak…’

‘Zeg dan dat je niet meer wilt.’

‘Iemand moet het doen.’ Dat klonk als een cliché en dat was het ook.

‘Dan vinden ze niet iemand die beter is dan jij.’

Ståle opende zijn ogen. Keek naar haar, streelde haar warme, ronde wang. Af en toe – nee, meer dan af en toe – bestond er niets beters dan zij.

Ståle Aune deed zijn ogen dicht. En toen kwamen ze. De slaap. Het wegglijden. De échte nachtmerries.





Hoofdstuk 36

De ochtendzon deed de villadaken, die nog steeds nat waren van de korte, heftige regenbui, glinsteren.

Mikael Bellman drukte op de voordeurbel en keek rond.

Keurige tuin. Als gepensioneerde had je daar natuurlijk tijd voor.

De deur ging open.

‘Mikael! Wat gezellig.’

Hij zag er ouder uit. Dezelfde blauwe, scherpe blik, maar ouder dus.

‘Kom binnen.’

Mikael veegde zijn natte schoenzolen op de deurmat en stapte naar binnen. Het rook er naar iets wat hij uit zijn jeugd kende, maar wat hij niet kon isoleren of identificeren.

Ze gingen in de woonkamer zitten.

‘Je bent alleen,’ zei Mikael.

‘Mijn vrouw is bij onze oudste zoon. Ze hadden hulp nodig van oma en dat hoef je haar geen twee keer te vragen.’ Hij lachte breed. ‘Ik was eigenlijk van plan contact met je op te nemen. Nu heeft het gemeentebestuur nog geen besluit genomen, maar we weten wel allebei wat men wil en dus is het slim om zo snel mogelijk samen af te spreken hoe we het zullen doen. De verdeling van het werk en zo, bedoel ik.’