‘Ga door,’ zei Harry en hij zette zijn kopje neer.
‘Ik herinner me de moord op Kalsnes nog goed,’ zei Arnold. ‘Ik was in San Francisco op een politiecursus toen het gebeurde, ik zat in een hotel waar we allemaal The Gayzette kregen.’
‘De krant voor homo’s?’
‘De moord in het kleine Noorwegen stond op de voorpagina en ze noemden het een nieuwe haatmoord op een homo. Interessant was het feit dat ik later die dag in geen van de Noorse kranten las dat het om een homomoord ging. Ik vroeg me af hoe die Amerikaanse krant dat zo stellig en zo snel kon beweren, dus ik heb het hele artikel gelezen. De journalist van The Gayzette schreef dat de moord alle klassieke trekjes had: een homo die op een provocerende manier aan iedereen zijn geaardheid laat zien wordt meegenomen, naar een afgelegen plek gebracht waar hij het slachtoffer wordt van een ritueel en van extreem geweld. De moordenaar heeft een vuurwapen bij zich, maar het is voor hem niet voldoende om Kalsnes direct dood te schieten, hij moet eerst zijn gezicht kapotslaan. Hij moet uiting geven aan zijn homofobie door dat veel te knappe, vrouwelijke homogezicht kapot te maken, of niet? Het is met voorbedachten rade gebeurd, zorgvuldig gepland, en het is een homomoord: dat was de conclusie van de journalist. En weet je wat, Harry? Ik denk niet dat dat zo’n slechte conclusie was.’
‘Hm. Als het een homomoord was, zoals jij het noemt, dan past deze er niet goed bij. Er is niets wat erop duidt dat een van de andere slachtoffers homoseksueel was, noch bij de oorspronkelijke moorden, noch onder de politiemensen.’
‘Misschien niet. Maar er is iets anders wat hier interessant is. Je zei dat de enige moord waarbij alle vermoorde politiemensen betrokken waren, juist deze moord op Kalsnes was, toch?’
‘Met zo’n klein groepje moordonderzoekers is er al snel sprake van dezelfde mensen, Arnold, dus dat zegt verder niks.’
‘Maar toch, ik heb het gevoel dat het belangrijk is.’
‘Krijg het nu niet te hoog in je bol, Arnold.’
Het rood bebaarde gezicht keek verongelijkt naar hem op: ‘Heb ik iets verkeerds gezegd?’
‘“Ik heb het gevoel.” Ik zal het je laten weten wanneer je zover bent dat jouw gevoelens ook een argument zijn.’
‘Want bij niet veel mensen is dat het geval?’
‘Maar bij een paar van ons. Ga verder, maar draaf niet door, oké?’
‘Je zegt het maar. Maar mag ik misschien zeggen dat ik het gevoel heb dat je het met me eens bent?’
‘Misschien wel.’
‘Dan waag ik het om te zeggen dat jullie alle middelen moeten gebruiken om uit te zoeken wie die homo heeft vermoord. Het ergste wat er kan gebeuren, is dat jullie in elk geval één moord oplossen. In het beste geval lossen jullie ook de hele zaak van de politiemoorden op.’
‘Hm.’ Harry leegde zijn kopje koffie en stond op. ‘Bedankt, Arnold.’
‘Ik moet jou bedanken. Afgeschreven politiemensen zoals ik zijn blij als er in elk geval nog naar ze wordt geluisterd, snap je. Trouwens, afgeschreven, ik zag Silje Gravseng vandaag bij de secretaresse. Ze was daar om haar sleutelkaart in te leveren, ze was… iets.’
‘Vertegenwoordiger van de groep.’
‘Ja, maar goed, ze vroeg naar jou. Ik heb niks gezegd. Toen zei ze dat het bluf was. Dat jouw chef haar had verteld dat het niet waar was dat jij honderd procent van je moordzaken hebt opgelost. Gusto Hanssen, zei ze. Klopt dat?’
‘Hm. Min of meer.’
‘Min of meer? Wat betekent dat?’
‘Dat ik de zaak heb onderzocht en nooit iemand heb gearresteerd. Wat voor indruk maakte ze?’
Arnold Folkestad kneep een oog dicht, keek Harry aan alsof hij hem onder schot hield, hij zocht naar iets in zijn gezicht.
‘Indruk, indruk. Ze is een wonderlijk meisje, die Silje Gravseng. Ze nodigde me uit voor een schiettraining in Økern. Zomaar ineens.’
‘Hm. En wat heb je daarop gezegd?’
‘Ik heb gezegd dat mijn gezichtsvermogen is beschadigd en dat ik tril. Dat de schietschijf op een halve meter van me moet hangen om nog een kans te maken iets te raken. Ze heeft mijn uitleg geaccepteerd, maar wat ik me later afvroeg was waarom ze schiettraining heeft als ze geen schiettest voor de politie meer hoeft te halen.’
‘Tja,’ zei Harry. ‘Het komt voor dat mensen gewoon schieten omdat ze het leuk vinden om te schieten.’
‘Daar heb je gelijk in,’ zei Arnold en hij stond ook op. ‘Ik moet zeggen dat ze er goed uitzag.’
Harry keek zijn collega na, die hinkend de kamer uit liep. Hij dacht na over wat de wachtcommandant in Nedre Eiker eerder deze dag aan de telefoon had gezegd. Het klopte dat Bertil Nilsen niet had deelgenomen aan het onderzoek naar de moord op René Kalsnes van de buurgemeente Drammen. Maar hij had wel dienst gehad toen de melding was binnengekomen dat er een auto in de rivier bij Eikersaga lag en hij was uitgerukt omdat het onduidelijk was aan welke kant van de gemeentegrens de auto lag. De wachtcommandant vertelde hem ook dat de politie van Drammen en Kripos kwaad op hen was geweest omdat Nilsen over het pad was gereden waar mogelijk duidelijke bandensporen hadden kunnen staan. ‘Dus je zou kunnen zeggen dat hij indirect invloed heeft gehad op het onderzoek.’