‘Goed,’ zei Hagen. ‘Hebben we iets op de naam Paul Stavnes?’
‘Weinig,’ zei Katrine. ‘In het bevolkingsregister bestaat geen Paul Stavnes met de geboortedatum die hij bij Aune heeft opgegeven. De eerste twee zijn al door wijkagenten gecheckt en hebben niets met de zaak te maken. En het oudere echtpaar op het adres dat hij opgaf, heeft nooit van ene Paul Stavnes of Valentin Gjertsen gehoord.’
‘We hebben niet de gewoonte gegevens van patiënten te checken,’ zei Aune. ‘Hij betaalde keurig na elk consult.’
‘Hotels,’ zei Harry. ‘Pensions, kamers bij particulieren. Iedereen heeft tegenwoordig zijn gastenboek op de computer staan.’
‘Ik zal ze checken.’ Katrine draaide haar stoel om en begon op haar pc te typen.
‘Staan dergelijke zaken op internet?’ vroeg Hagen sceptisch.
‘Nee,’ zei Harry. ‘Maar Katrine gebruikt een paar zoekmachines waarvan je zou wensen dat ze niet bestaan.’
‘O, waarom dat?’
‘Omdat ze toegang heeft tot een codeniveau waarbij zelfs ’s werelds dikste brandwerende muur onbruikbaar is,’ zei Bjørn Holm en hij keek over de schouder van Katrine terwijl er een lawine van tikgeluiden op de toetsen klonk, als vluchtende pootjes van kakkerlakken op een glazen tafel.
‘Hoe is dat mogelijk?’ vroeg Hagen.
‘Omdat dit hetzelfde codeniveau is als dat waarop de muur zit,’ zei Bjørn. ‘De zoekmachines zijn de muur.’
‘Ziet er niet goed uit,’ zei Katrine. ‘Nergens een Paul Stavnes.’
‘Hij moet toch ergens wonen,’ zei Hagen. ‘Huurt hij onder de naam Paul Stavnes een flat, kan dat worden gecheckt?’
‘Ik betwijfel of hij een gewone huurder is,’ zei Katrine. ‘De meeste mensen die flats verhuren, zullen een potentiële huurder checken. Ze googelen hem, checken op zijn minst of hij schulden heeft. En Valentin weet dat ze achterdochtig worden als hij nergens te vinden is.’
‘Hotel,’ zei Harry, die was opgestaan en bij het whiteboard stond waarop ze iets hadden geschreven wat Hagen eerst voor een schema van vrije associaties met pijlen en steekwoorden had gehouden, tot hij de namen van de slachtoffers herkende. Een van hen werd slechts aangeduid met de letter B.
‘Je hebt al hotel gezegd, schat,’ zei Katrine.
‘Drie wattenstokjes,’ ging Harry verder, hij boog zich naar Hagen en griste het doorzichtige zakje uit zijn hand. ‘Dit kun je zo niet kopen in een winkel. Het ligt in de badkamer van een hotel samen met miniatuurflesjes met shampoo en crème. Probeer nog een keer, Katrine, en nu op de naam Judas Johansen.’
Binnen vijftien seconden was de zoekopdracht voltooid.
‘Negatief,’ zei Katrine.
‘Verdomme,’ zei Hagen.
‘Het is nog niet voorbij,’ zei Harry die het zakje bestudeerde. ‘Er staat geen fabrikant op, maar meestal hebben wattenstokjes een plastic stokje en deze zijn van hout. Het moet mogelijk zijn om te achterhalen wie ze leveren en aan welk hotel in Oslo.’
‘Hotel supplies,’ zei Katrine en haar insectenvingers begonnen weer te rennen.
‘Ik moet weg,’ zei Ståle en hij stond op.
‘Ik loop met je mee,’ zei Harry.
‘Jullie zullen hem niet vinden,’ zei Ståle toen ze voor het hoofdbureau stonden en ze naar het Botspark keken dat lag te baden in het koude, scherpe lentelicht.
‘Je bedoelt “we”, toch?’
‘Misschien,’ zuchtte Ståle. ‘Ik heb niet echt het gevoel dat ik een bijdrage lever.’
‘Bijdrage?’ zei Harry. ‘Je hebt ons bijna Valentin geleverd.’
‘Hij ontsnapte.’
‘Zijn alias is ontdekt, we komen dichterbij. Waarom denk je trouwens dat we hem niet pakken?’
‘Je hebt hem zelf gezien. Wat denk jij?’
Harry knikte. ‘Hij zei dus dat hij speciaal naar jou kwam omdat jij hem psychologisch hebt onderzocht. Toentertijd heb je geconcludeerd dat hij in juridische zin toerekeningsvatbaar was, of niet?’
‘Ja, zoals je weet kunnen mensen met ernstige persoonlijkheidsstoornissen worden veroordeeld.’
‘Waar je op hebt gelet, is ernstige schizofrenie, een psychose op het moment van de daad. Dergelijke zaken, toch?’
‘Ja.’
‘Maar hij kan dus manisch-depressief zijn of een psychopaat. Eh, correctie, bipolair type 2 of sociopaat.’
‘De correcte term is nu: antisociale persoonlijkheidsstoornis.’ Ståle nam de sigaret aan die Harry hem aanbood.
Harry stak beide sigaretten aan. ‘Opvallend dat hij naar jou gaat terwijl hij weet dat je voor de politie werkt. Maar nog merkwaardiger dat hij daarmee doorgaat als hij heeft begrepen dat jij betrokken bent bij de jacht op hem.’