Zijn experiment had in ieder geval wel bewezen dat ze niet in staat was om van wie dan ook te houden. Maar zelfs dat was niet voldoende geweest om de gevoelens, die een jaar lang onder de oppervlakte hadden gesmeuld, een halt toe te roepen.
‘Moeder?’ zei hij ongeduldig. ‘Hoe gaat het met je?’
‘Als je de moeite zou nemen om me te bellen, dan zou ik niet een halve dag nodig hebben om je verblijfplaats in dat krot dat jij je thuis noemt, te achterhalen.’
Dit hadden ze al zo vaak besproken. ‘Ik heb het hier prima naar mijn zin. Waarom bel je?’
‘Moet ik altijd een reden hebben om met mijn favoriete zoon te bellen?’
Sinds zijn kindertijd had hij haar al gesmeekt om hem niet zo te noemen. Op een dag had ze zich dat laten ontvallen in het bijzijn van zijn oudere broer Reed. De rel die op die onvergeeflijke blunder was gevolgd, was voor iedereen een hel geweest.
In gezinnen die normaal functioneerden, zouden zulke uitspraken nooit worden gedaan, maar tot Aliks afgrijzen en verbittering was zijn familie allesbehalve normaal. Christine, zijn verwende oudere zus, was het evenbeeld van hun moeder, maar als je ook zo’n pretentieus voorbeeld had, was dat waarschijnlijk onvermijdelijk, dacht Alik cynisch.
Hij wreef even afwezig over zijn nek. ‘Die heb je altijd.’ Ze negeerde die opmerking. ‘Je oom Colin is in New York voor zaken. Hij en je vader zijn op dit moment aan het golfen. En over je vader gesproken... mag ik je eraan herinneren dat hij over een week jarig is?’
‘Dat weet ik,’ snauwde hij. ‘Verder nog iets?’
‘Je hoeft mijn hoofd er niet af te bijten, Alik. Natuurlijk is er nog iets anders. Ik ben van plan om een groot feest te geven om dat te vieren en ik verwacht dat jij aanwezig zult zijn.’
‘Ik vrees dat ik niet kan.’
‘Maar je moet komen! Wat zullen de mensen niet denken?’
‘Ik moet helemaal niets. Je zou toch onderhand moeten weten dat ik niet gevoelig ben voor dreigementen.’
‘Je vader mist je.’
‘Dat betwijfel ik. En bovendien is het daar te laat voor.’
‘Als je ook maar een beetje medelijden met hem zou hebben, zou je stoppen met die nonsens en terugkeren naar de plek waar je thuishoort.’
Alik was niet langer gevoelig voor de manipulaties van zijn moeder. Zijn vader was de enige persoon die een verzoening tot stand kon brengen, maar die was waarschijnlijk al op jonge leeftijd volslagen gevoelloos geworden. Hij was in ieder geval niet in staat om Alik datgene te geven waarnaar hij zo snakte.
Hij draaide zich om naar de slaapkamerdeur en zwoer dat zijn eigen zoon altijd verzekerd zou zijn van zijn onvoorwaardelijke liefde. ‘Als dat alles is?’
‘Nee, dat is het niet!’ riep ze verontwaardigd uit. ‘Ik wil weten wie die vrouw is die de telefoon opnam.’
‘Ze maakt deel uit van de staf. Hoezo?’
‘Ik heb je opgevoed met bepaalde normen en waarden, Alik. Jij bent vrijgezel en je draagt de naam Jarman. Hoe haal je het in je hoofd om dat mens, dat kennelijk een baby heeft, in je camper te laten werken? Wat zulen je collega’s daar wel van denken?’
Hij slaakte een berustende zucht. Zijn moeder zou nooit veranderen. ‘Dat mens,’ zei hij met een stem die droop van sarcasme, ‘is de enige persoon die voldoet aan mijn eisen.’
Blaire was een uitstekende moeder, dat moest hij toegeven. Hij had zelden een vrouw gezien die verliefder op haar baby was dan zij. Gezien het feit dat ze kennelijk niet in staat was om trouw te blijven aan een bepaalde man, was haar toewijding aan hun zoon een openbaring voor hem.
Christine kon een voorbeeld nemen aan Blaire. Zijn zus had niet kunnen functioneren zonder kindermeisje, dat haar vanuit het ziekenhuis naar huis had begeleid. Maar Alik en zijn broer en zus waren ook opgevoed door een hele reeks kindermeisjes, dus eigenlijk kon hij haar dat niet kwalijk nemen. Ze wist niet beter.
‘Dat is bespottelijk. Je hebt nog nooit eerder een secretaresse nodig gehad. En als ze zo’n noodzakelijk kwaad is, waarom laat je haar dan niet in een van de andere campers werken? Ik kan dit niet tolereren, Alik.’
‘Dat hoef je ook niet,’ antwoordde hij kalmpjes. ‘Volgende week verhuis ik naar Laramie. Ik zal hier niet terugkeren. Probleem opgelost. Verder nog iets?’
‘Neem je die vrouw mee?’ Ze gaf het ook nooit op.
Zijn kaak verstrakte. ‘Tot ziens, moeder. Het is fijn om weer eens met je gepraat te hebben.’
Hij verbrak de verbinding en liep regelrecht naar de slaapkamer. Zijn onaangekondigde entree maakte Blaire aan het schrikken. Met een ruk draaide ze haar hoofd naar hem toe.
Gelukkig was de baby in haar armen in slaap gevallen. Nu zou hij even met haar kunnen praten, zonder afgeleid te worden door zijn zoon die behoefte had aan aandacht.