Ze verzekerde de klant dat ze zich uitstekend voelde. Maar dat was natuurlijk gelogen. Ze voelde zich zo gespannen als een vioolsnaar. Van slapen zou die nacht weinig terechtkomen, dat wist ze nu al.
In een chagrijnige bui, wat hem zelden overkwam, hinkte Dominic naar zijn huurauto en reed naar de stad. Hij miste zijn jeep, die nog steeds in reparatie was en die hij pas de volgende ochtend weer zou kunnen ophalen.
Voor zover hij zich kon herinneren, had geen van zijn vrouwelijke kennissen ooit een geschenk van hem geweigerd, of dat nu geld was of iets anders.
Integendeel zelfs. Sinds zijn twintigste had hij een aantal relaties gehad, en altijd was hij degene geweest die er een punt achter had gezet omdat hij niet in staat was zich te binden.
Wat hem nu zo irriteerde, was het feit dat hij Ms. Carr had moeten overreden om met hem uit eten te gaan. Hij vroeg zich af of ze nog gevoelens koesterde voor de vader van haar baby. De mogelijkheid dat ze een nieuwe minnaar had en liever de avond zou doorbrengen in zijn bed, stuitte Dominic al even erg tegen de borst.
Maar met een minnaar kon hij overweg. Een echtgenoot zou iets heel anders zijn geweest. Hij knarsetandde en gaf onwillekeurig te veel gas tijdens het wegrijden.
Hoewel zijn vader zich niet hield aan dergelijke ethische principes, waren getrouwde vrouwen voor Dominic altijd verboden terrein geweest. En in tegenstelling tot zijn rokkenjagende vader, die zijn moeder ondraaglijk veel verdriet had gedaan, had hij een huwelijk zelfs nooit in overweging genomen.
Door terug te denken aan het verleden, werd zijn stemming nog zwartgalliger. Omdat hij er niet langer bij wilde stilstaan, haalde hij zijn mobiele telefoon tevoorschijn en belde Zane.
‘Bonjour,’ zei hij, zodra zijn vriend opnam.
‘Dom! Hoe staan de zaken ervoor?’
‘Dat weet ik nog niet,’ mompelde hij, zich te laat realiserend hoe onthullend deze woorden klonken.
‘Wat bedoel je? Je bent wel vaker op problemen gestuit, maar daar heb jij je nooit iets van aangetrokken.’
Dominic wreef even afwezig over zijn kaken. Hij kon Hannah Carr niet echt omschrijven als een probleem.
Even bleef het stil aan de andere kant van de lijn. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Zane toen.
Hij haalde diep adem. ‘Ik wou dat ik het wist.’
‘Je bent behoorlijk cryptisch, vriend, en daar word ik altijd erg zenuwachtig van.’
‘Je slaap de spijker op zijn kop.’
‘En wanneer ga je me vertellen wat er nu echt aan de hand is?’
‘Ik ben bijna bij mijn hotel. Geef me een minuutje om op mijn kamer te komen, dan zal ik je terugbellen en je alles vertellen over het ongeluk dat ik heb gehad.’
Weer een stilte. ‘Ben je gewond?’
Hij zette de motor uit. ‘Het had veel erger kunnen zijn als die engel me niet had gered.’
‘Engel? Waar heb je het in vredesnaam over, Dom?’
Na haar middagslaapje werd Elizabeth hongerig wakker. Aangezien er zich op dat moment geen klanten in de winkel bevonden, besloot Hannah vroeg te sluiten. Ze was toch niet meer in staat om normaal te functioneren.
Nadat ze Cinnamon op stal had gezet en zich ervan had vergewist dat de merrie voldoende eten en drinken had, gingen ze op weg naar huis. Er waren nog tientallen dingen die ze moest doen voordat ze kon vertrekken naar het hotel.
Thuisgekomen voedde ze de baby, deed haar in bad en legde haar vervolgens in de box die in de woonkamer stond. Nu kon ze zelf een douche nemen en haar haren wassen. Het probleem was wat ze moest aantrekken. Ze was niet van plan om zich op te tutten voor Dominic maar ze kon natuurlijk ook niet in een spijkerbroek verschijnen.
Ze bezat een aantal leuke winteroutfits die ze op de universiteit had gedragen. Wat ze nu nodig had, was een zomergarderobe, maar die kon ze zich niet veroorloven.
Dat betekende dat ze genoegen zou moeten nemen met haar enige zonnejurk. Het was een eenvoudige, mouwloze jurk van gele katoen met een bescheiden halslijn, die toch stijlvol was. Ze zou er haar witte sandaaltjes bij kunnen dragen en haar parelsnoertje.
Nadat ze zich had aangekleed en een glas limonade had ingeschonken, belde ze Bob Arnold, de detective. Tot haar ontsteltenis vertelde hij haar precies hetzelfde als hij haar de afgelopen vier maanden had verteld.
Hij had Lisa nog niet gevonden, maar Hannah mocht de moed niet opgeven. Dit soort dingen vergde vaak een lange tijd.
Hannah zei dat ze dat begreep, maar dat het wachten haar ook moeite kostte. Iedere dag dat Lisa wegbleef, groeide de emotionele afstand tussen moeder en dochter. En daar kwam nog eens bij dat Hannah door haar spaarcentjes heen begon te raken, maar dat zei ze niet hardop. Lisa moest gevonden worden, en het maakte niet uit hoeveel dat ging kosten.
Gekweld door bezorgdheid om haar zusje, wierp ze een laatste blik in de spiegel. Door de zorgen en een aantal nachten waarin ze maar bar weinig had geslapen, waren er donkere kringen onder haar ogen ontstaan.