Ze leegde de geldkist in een envelop die ze in haar tas stopte. Daarna griste ze de luiertas van de tafel en liep met de baby naar de deur, waar ze prompt werd overvallen door een nieuwe buslading toeristen.
In haar haast om terug te kunnen keren naar de stad, had ze de bus niet horen aankomen! Door de chaos en het lawaai ging de baby nog harder huilen.
Net toen Hannah op het punt stond te verklaren dat iedereen beter kon vertrekken omdat zij met het kind naar de dokter moest, hoorde ze een diepe mannenstem zeggen: ‘Mag ik even?’ Eer Hannah wist wat er gebeurde, plukten een paar bruine handen Elizabeth uit haar armen.
Ze draaide zich met een ruk om en keek op in de prachtige ogen van de adembenemende vreemdeling, die zich kennelijk had hersteld van zijn ongeluk.
Hij begon in het Frans tegen Elizabeth te fluisteren.
Om de een of andere reden voer er een huivering door Hannahs lichaam toen hij langzaam en teder Elizabeths verhitte wangetjes begon te kussen.
In eerste instantie bleef het kind huilen, en hoewel Hannah zijn pogingen op prijs stelde, stond ze toch op het punt om haar weer over te nemen, toen de baby plots rustiger bleek te worden.
Hannah moest een kreun onderdrukken. Zelfs Elizabeth was gevallen voor het charisma dat deze man uitstraalde. Binnen enkele seconden legde ze haar hoofdje tegen zijn brede schouder en slaakte een zacht zuchtje.
Met open mond keek Hannah toe terwijl de baby haar hoofdje in de gebruinde hals verborg. Dat kon alleen maar beteken dat ze zich veilig voelde bij deze man.
‘Uw man kan uitstekend overweg met uw schattige dochtertje,’ zei een van de dames, zo luid dat iedereen het kon horen.
Hannah was te verbijsterd om de vrouw te corrigeren.
De ogen van de vreemdeling vonden opnieuw Hannahs ogen. ‘Dit is wel het minste wat ik kan doen na de heldendaad die jij gisteren hebt verricht,’ zei hij zacht. ‘Ga die klanten maar helpen, dan houd ik dit cherubijntje nog wel even bij me. Hoe heet ze?’
‘E...’ Hannah moest haar keel schrapen. ‘Ze heet Elizabeth.’
Hoofdstuk 2
‘Elizabeth.’ Hij sprak de naam op de Franse manier uit. Elizabeths mondje plooide zich in een brede glimlach. Ze genoot hiervan!
Hannah geloofde haar ogen niet. Dat de baby zo op deze vreemde man reageerde, was wonderbaarlijk. Tot dusverre had ze alleen Hannah in haar buurt getolereerd, en om de een of andere bespottelijke reden was die nu jaloers omdat de man het klaarspeelde om beslag te leggen op Elizabeths aandacht.
Hij ging zo natuurlijk met haar om. Waarschijnlijk was hij dus zelf ook vader, want anders zou hij nooit hebben geweten hoe hij die tranen moest stoppen. Natuurlijk had een man zoals hij een vrouw en een gezin! Het was waanzin om over iets anders te fantaseren!
Snel wendde ze haar blik af en begon de mensen te helpen die voor de toonbank stonden. De daaropvolgende twintig minuten was er een gestage stroom klanten.
Af en toe wierp ze heimelijk een blik op de vreemdeling die met Elizabeth in zijn armen door het museum wandelde. Hij liep nog een beetje mank, zag ze. Elizabeth gaf geen kik meer. Haar oogjes waren halfdicht en kennelijk was ze meer dan tevreden.
Uiteindelijk verdween ook de laatste bezoeker.
‘Ga je vanavond nog terug naar Laramie?’ Er was een hint van medelijden in zijn diepe stem. Zijn blik dwaalde over haar verhitte gezicht.
Op slag voelde ze zich vreselijk verlegen. Ze had sinds die ochtend geen borstel meer door haar haren gehaald en haar lipstick moest volledig verdwenen zijn. De hitte was zo intens. Ze had dringend behoefte aan een douche en aan schone kleren. ‘Ja,’ zei ze zacht.
‘Ik ook. Als jij afsluit, dan help ik je de baby in je auto te zetten. Daarna rijd ik achter je aan naar de stad. Misschien kunnen we praten als ze in bed ligt?’
Haar hart miste een slag. ‘Praten?’
‘Ja. Daar kwam ik gisteren eigenlijk voor, maar toen was je te druk, dus besloot ik om wat rond te rijden totdat die bus was vertrokken. Ik vrees dat mijn concentratie niet was wat het had moeten zijn, en je weet wat er toen is gebeurd.’
Dat wist ze maar al te goed. Het ongeluk had bij haar een vreemde pijn veroorzaakt, die niet weg wilde gaan.
‘Maar ik klaag niet,’ mompelde hij met hese stem. ‘Gisteren heb ik ontdekt dat er werkelijk engelen bestaan.’ Zijn blik dwaalde over haar lichaam en vervulde haar met een hitte die niets te maken had met de buitentemperatuur. ‘Ik wist alleen niet dat ze cowboylaarzen droegen.’
Hannah slikte. ‘Misschien kunt u me beter nu vertellen wat u hierheen heeft gebracht, Mr. Giraud.’
‘Ik heet Dominic. En jij?’ vroeg hij op milde toon.
‘Ik... Ik heet Hannah,’ stamelde ze. ‘Hannah Carr.’ Ze had niet zo stug willen klinken, maar het was de enige manier waarop ze haar chaotische emoties in bedwang kon houden. Nu hij zo dicht bij haar stond, was ze te verward om te kunnen denken.