‘Sorry, sir, maar vanwege de brand mogen hier geen auto’s meer door.’
‘Alsjeblieft, de mensen bij het kampeergebied hebben me verteld dat mijn vrouw zich op de berg bevindt!’ riep Dominic uit. Onder de richel kon hij de likkende vlammen zien die grote delen van het bos verwoestten. Mon Dieu! Als er iets met haar gebeurde...
‘We begrijpen hoe u zich voelt, sir, maar dit is voor uw eigen bestwil. Ga achteruit en laat de brandweermensen hun werk doen.’
Verwensingen mompelend sprong hij uit zijn auto en begon te rennen.
‘Hé, u mag daar niet naar toe!’
Dominic luisterde niet. Hij baande zich een weg tussen de lange rij brandweerauto’s door die aan weerszijden van de smalle bergweg stonden. Rook vulde zijn neusgaten.
Uiteindelijk bereikte hij een groepje hulpverleners dat bij een van de ambulances stond. Hij greep een van de mannen bij de schouder. ‘Is er al iets bekend van mijn vrouw?’
De man schudde zijn hoofd. ‘Nog niet.’
Dominic liet hem los en begon de helling af te dalen. ‘Hannah!’ schreeuwde hij zo hard als hij kon. Maar voordat hij haar naam opnieuw kon roepen, werd hij door twee mannen vastgegrepen en terug gesleurd naar de weg.
‘U kunt daar niet naar beneden. Het is te gevaarlijk. Ze kan nu elk moment komen.’
Hij probeerde zich los te rukken, maar ze hielden hem vast. Tranen welden op in zijn ogen. ‘Lieve God,’ bad hij. ‘U kunt haar nu niet van me wegnemen. Hannah! Hannah!’
Ze moest hallucineren.
Dominic was niet in Laramie... maar het leek wel alsof zijn stem haar riep in het duister.
‘Ik kan je zien, mon amour. Nog een paar meter de helling op.’
Niets leek meer echt totdat het paard een grote sprong nam en op de weg belandde. De jongen leek weg te glijden, en toen voelde ze dat haar lichaam uit het zadel weg getrokken door een paar bekende armen.
Het was Dominic!
Ze zou zijn lichaam overal herkend hebben, de geur van zijn huid en het sterke kloppen van zijn hart.
Hij droeg haar in zijn armen alsof ze niet meer woog dan een veertje en fluisterde haar naam.
Toen ze het woord ‘ambulance’ hoorde, klampte ze zich vast aan zijn hals. ‘Die heb ik niet nodig,’ riep ze tussen twee kuchen door. ‘De jongen is gewond, en ik moet naar Cinnamon kijken.’
‘Dieu Merci,’ hoorde ze hem steeds weer herhalen. ‘Voor hen beiden wordt gezorgd, mijn liefste.’
Door de schroeiende pijn in haar keel kon ze amper praten, maar ze wist te stamelen: ‘Laat me niet naar het ziekenhuis brengen, Dominic. Breng me naar huis.’
Als bij toverslag verscheen opeens zijn jeep in haar blikveld. Hij plantte haar op de voorbank en begon tot haar verbazing zijn T-shirt uit te trekken. Pas toen herinnerde ze zich dat ze haar blouse had gebruikt om het been van de jongen te verbinden.
‘Domin -’
‘Niet praten nu, Hannah,’ beval hij op heftige toon. ‘Niet voordat ik je uit die rook vandaan heb gehaald.’
Hij keerde de jeep en begon in de richting van het kampeergebied te rijden. Daar aangekomen, stopte hij langs de kant van de weg.
‘Hier lieveling, drink dit even op.’ Hij overhandigde haar een flesje water en steunde haar hoofd om haar te helpen met drinken.
‘O, dat smaakt hemels.’ Ze leegde het flesje tot de laatste druppel. Ondanks het feit dat haar ogen brandden, zag ze hoe gespannen zijn gezicht stond.
‘Na die afschuwelijke bezoeking die je net hebt doorstaan, heb je rust en verzorging nodig,’ zei hij.
Dit was de oude Dominic, de man op wie ze verliefd was geworden. Ze kreunde even zacht.
‘Hannah!’ riep hij geschrokken uit. Hij streek de krullen van haar voorhoofd. Nog nooit eerder had hij deze verbijsterende kwetsbaarheid getoond.
‘Niets aan de hand, Dominic,’ zei ze tussen twee hoestbuien door. ‘Het water smaakte gewoon zo lekker. Laten we alsjeblieft hier weggaan.’ Tranen glinsterden aan haar wimpers. ‘Ik wil alleen zijn met jou.’
‘Dat is het enige wat ik ooit heb gewild,’ mompelde hij binnensmonds, en hij startte de motor.
De jeep leek vleugels te hebben. Toen de lucht niet meer naar rook geurde, wist ze dat ze de bergen hadden verlaten. Haar longen leken maar niet genoeg te kunnen krijgen van de zuurstof die nu in de lucht zat.
En met iedere ademtocht keerde iets van haar bewustzijn terug. Uiteindelijk drong het tot haar door dat Dominic werkelijk was teruggekeerd naar Laramie.
‘Ik wil niet horen hoelang je dit keer zult blijven. Beloof me alleen dat je me vannacht niet alleen zult laten,’ fluisterde ze met hese stem.
‘Ik blijf thuis zolang jij me nodig hebt, Hannah.’
Ze kneep haar ogen dicht. Slikken kostte haar moeite. ‘Dat is heel lang, maar ik heb niet het recht om dat van je te verlangen.’