Hannah dacht er even over na. Ze herinnerde zich maar al te goed wat ze aan haar vader had beloofd. Maar het idee dat ze Elizabeth zou kunnen houden, was voldoende om tegen haar zusje te zeggen dat ze contact moest opnemen met Finnegan en haar daarna terug te bellen.
In de tussentijd belde zij met haar advocaat om hem te bedanken voor zijn advies. De volgende keer dat ze naar zijn kantoor zou komen, zou het zijn om Elizabeth zelf te adopteren.
‘Hannah?’ zei haar zusje een uur later. Ze klonk van streek. ‘Slecht nieuws. Ray is niet optimistisch gestemd. Hij betwijfelt of we iemand zullen kunnen vinden die het museum ook wil kopen. Omdat dat op de lijst van nationale monumenten staat, zou het wel eens jaren kunnen duren eer we iemand vinden die er waardering voor kan opbrengen en ons zal betalen wat het waard is.’ Ze zuchtte. ‘Maar hij is gaarne bereid om het te koop aan te bieden, en dan zien we wel wat er gebeurt. Misschien vergist hij zich, en meldt zich morgen al een koper. Je zult naar hem toe moeten om enkele papieren te tekenen.’
‘Dat zal ik doen,’ verzekerde Hannah haar zusje voordat ze ophing. Maar even later realiseerde ze zich dat twee jaar te lang was om te wachten op het geld dat ze op dat moment zo hard nodig hadden.
Het was dan ook onvermijdelijk dat haar gedachten afdwaalden in Dominics richting, die het recht wilde verwerven om hun land te gebruiken. Wilde hij dat graag genoeg om hun land te kopen?
Ze foeterde op zichzelf omdat ze aan hem dacht. Als ze contact met hem opnam, zou alles opnieuw beginnen, en dan zou ze een tweede keer sterven van verdriet.
Maar misschien kon Mr. Finnegan contact met hem opnemen. Dan zou Hannah buiten schot kunnen blijven. De makelaar kon de familie vertegenwoordigen tijdens een transactie die zuiver zakelijk zou blijven.
Zolang ze hem niet persoonlijk hoefde te zien of te spreken, was het een poging waard om het te proberen.
‘Zane? Dominic hier. Er is iets tussen gekomen,’ mompelde hij, zijn zonnebril opzettend. Hij reed in westelijke richting en de zon scheen recht in zijn ogen, wat niet echt bevorderlijk was voor zijn hoofdpijn. ‘Ik zal pas laat in Tooele zijn, dus reken met het diner niet op mij. Wat dacht je van ontbijt morgenochtend?’
Hij verbrak de verbinding en stuurde zijn jeep de snelweg op. Een minuut later rinkelde zijn mobiele telefoon. Opgelucht dat Zane zijn boodschap zo snel beantwoordde, reikte hij naar het apparaat.
‘Hallo? Spreek ik met Mr. Giraud?’
Het was Zane dus niet. ‘Ja, dat klopt.’
‘U spreekt met Ray Finnegan. Ik ben makelaar in Laramie en ik vertegenwoordig de gezusters Carr, die een stuk land te koop willen aanbieden.’
Hannah? Hij raakte bijna van de weg af.
‘Ze hebben me verteld dat u interesse heeft getoond voor het land omdat u er een treintraject over wilt aanleggen. Ik heb al van andere mensen over dat project gehoord. Het klinkt opwindend. Hoe dan ook, deze dames zijn van mening dat u er een eerste optie op zou moeten hebben, voordat ik het officieel te koop ga aanbieden.’
Mon Dieu. Hij wist dat Hannah het land nooit zou verkopen als er niet iets ernstigs was wat haar ertoe dwong.
Hoewel ze hem praktisch haar appartement had uitgegooid en ervoor had gezorgd dat hij nooit weer terug zou komen, wist hij diep in zijn hart dat ze nog genoeg om hem gaf, of in ieder geval om dit project, want anders zou ze die makelaar niet opdracht hebben gegeven om contact met hem op te nemen.
Hij omklemde zijn telefoon. ‘Ik ben geïnteresseerd, maar ik ben op dit moment niet in de stad. Doet u alstublieft niets voordat ik weer contact met u heb opgenomen.’
‘Prima, dan hoop ik binnenkort iets van u te horen.’
Nadat ze de verbinding hadden verbroken, maakte Dominic een illegale bocht door de begroeiing van de middenberm om zo snel mogelijk terug te keren naar Evanston. Tijdens de rit belde hij nogmaals naar Zane en raadde hem aan om toch niet naar Tooele te komen. Hij zou later alles uitleggen.
Na dat telefoontje vroeg hij de telefoniste hem door te verbinden met het vliegveld. Als er die avond geen vlucht meer ging naar Laramie, zou hij een toestel charteren. Hij had niet het geduld om die rit te maken.
Hannahs afwijzing had hem volslagen van zijn stuk gebracht. Na een vertrouwelijke mededeling achtergelaten te hebben op het antwoordapparaat van Mr. Moench, had hij het hotel verlaten. Daarna was hij dwars door de staat gereden in de hoop dat hij iedere gedachte aan haar uit zijn hoofd kon zetten.
Toen dat niet was gelukt, was hij twee dagen in zijn motelkamer gebleven, waar hij zich een flink stuk in zijn kraag had gedronken — iets wat hij al niet meer had gedaan sinds de laatste afschuwelijke confrontatie met zijn vader. En die was inmiddels al tien jaar geleden.
Ook dat was niet gelukt. Hij was een paar uur geleden wakker geworden met meer emotionele pijn dan hij ooit voor mogelijk had gehouden.