‘Op cowboylaarzen, heb ik begrepen,’ zei Alik lachend.
Na enkele kilometers kwamen het museum in zicht. Zijn blik flitste naar de kraal. Geen paard. Toen hij stopte voor het museum, zag hij dat het gesloten was. Het leek alsof hij een stomp in zijn maag kreeg.
Hij wist hoezeer Hannah het geld nodig had dat ze verdiende in het winkeltje. Als ze hier niet was, was er iets mis met haar of met de baby... In zijn slaap begon een adertje te kloppen.
Zijn vrienden deden er het zwijgen toe.
‘Ik zal jullie even laten zien waar ik over de kop ben gegaan en daarna gaan we terug naar de stad.’
Hij gaf gas, maakte een scherpe bocht en reed in een wolk van stof langs het museum heen.
Pas tegen etenstijd keerde Hannah terug in haar appartement. Ze deed de baby in bad en legde haar in haar bedje. Daarna maakte ze een maaltijd voor zichzelf klaar. Ondertussen luisterde ze haar antwoordapparaat af in de hoop dat er nieuws zou zijn over haar zusje. Er was geen bericht. Terwijl ze haar teleurstelling de baas probeerde te worden, ging de bel.
Ze was niet in de stemming voor bezoek, maar het was waarschijnlijk een van de buren die iets wilde lenen. Lopend naar de voordeur liep, riep ze: Wie is daar?’
‘Dominic.’
Dominic! Hij was teruggekomen.
Met trillende handen opende ze de deur. Daar stond hij, gekleed in een marineblauw shirt en een kakikleurige pantalon, terwijl zij nog steeds gekleed was in de blouse en de spijkerbroek die ze in het park had gedragen. Hij zag er adembenemend uit.
Even had ze het gevoel dat ze zou flauwvallen van opwinding. Zijn indringende blik nam haar van top tot teen op. Nerveus streek ze een krul van haar voorhoofd.
‘Je ziet er verhit uit,’ zei hij onomwonden. ‘Ben je ziek geweest? Ben je daarom vandaag niet in het museum?’
‘Nee... ik voel me prima.’ Dat was gelogen.
‘En Elizabeth?’
‘Met haar gaat het ook uitstekend.’
‘Mag ik binnenkomen?’
Nu haar liefste wens in vervulling was gegaan, was ze niet meer in staat om na te denken. ‘Ja... ja, natuurlijk. Neem me niet kwalijk.’ Ze opende de deur verder. Toen hij langs haar heen liep, zag ze dat hij een tasje in zijn hand had. Hun lichamen raakten elkaar heel even. Het leek alsof haar bloed in vuur veranderde.
Gelukkig had ze die ochtend haar huis schoongemaakt, bedacht ze, maar er stonden veel meubels die ze van haar vader had geërfd en waarvan ze geen afstand had kunnen doen, plus de babyspullen en haar schoolboeken... Kortom, het was gewoon te vol. Maar het kleed was gestofzuigd en er slingerde geen rommel rond.
Hij zette het tasje neer en liep naar de hoektafel waarop een aantal foto’s stond. Wie is dit?’ vroeg hij.
‘Dat is mijn zusje Lisa.’
‘Ze lijkt sprekend op je. Hoe oud is ze?’
‘Ze is nu achttien.’ Ze was twee maanden geleden jarig geweest... een verjaardag die ze niet samen hadden gevierd. Het was een afschuwelijke dag geweest waar ze nauwelijks doorheen had weten te komen. ‘Ik weet dat het warm is in deze kamer. Wil je misschien iets drinken?’ vroeg ze, in een wanhopige poging het gesprek een andere wending te geven.
‘Nee, dank je.’ Hij draaide zich om en bestudeerde haar met zijn intense, donkere ogen. ‘Ik ben gekomen om je mee uit eten te vragen. Mijn vrienden Alik en Zane zijn in de stad. Als je geen babysitter kunt vinden, willen zij met alle plezier op Elizabeth passen. Ik kan instaan voor hun betrouwbaarheid.’
‘Zijn dat die vrienden die betrokken zijn bij je project?’ vroeg ze, om tijd te winnen. Hij had haar mee uit eten gevraagd, maar nu ze dat artikel had gelezen, was alles veranderd.
‘Inderdaad. We moesten vergaderen, dus heb ik hen gevraagd naar Laramie te vliegen. Natuurlijk hadden ze van mijn ongeluk gehoord en wilden ze de plek des onheils met eigen ogen zien. Ik heb hen naar het museum gebracht om kennis te maken met jou, maar je was er niet.’ Zijn stem klonk bars. ‘Ze weten dat je me gered hebt en willen graag kennis met je maken.’
Haar hart miste een slag. ‘Je hebt die hele zaak te veel opgeblazen. Iedereen zou dat gedaan hebben.’
‘Nee.’ Hij keek naar haar mond. ‘Niet iedereen.’
‘Het spijt me dat ik er niet was.’ Het zou eenvoudiger zijn geweest om in het museum afscheid van hem te nemen.
‘Mij ook,’ zei hij met hese stem. ‘We zouden pas over een week vergaderen in Rock Springs. Maar ik miste jou en je gouden cherubijntje zo erg, dat ik besloot om niet meer tijd te verspillen, uit angst dat jullie me zouden vergeten. Maar als je liever wilt dat ik wegga —’
‘Neer riep ze uit. Haar hart bonsde tegen haar ribben. ‘Ik bedoel... Ik stel je uitnodiging zeer op prijs, maar ik ben al aan het koken.’ Ze beet op haar lip, maar besloot toen in het diepe te duiken. ‘Je mag blijven eten, als je dat wilt. Het is maar spaghetti.’