Ontroerd door die woorden, drukte Zane de baby nog dichter onder zijn kin.
‘Misschien moeten we u maar inhuren om voor hem te zorgen totdat hij wordt ontslagen. Wat doet u de rest van de week?’
Ze plaagde hem natuurlijk, maar de angst sloeg hem om het hart. ‘Ik neem aan dat de Kinderbescherming inmiddels hier is geweest?’
‘Ja, de maatschappelijk werkster was hier vanochtend. Tegen het weekend zal de baby klaar zijn met de antibioticakuur en dan zal hij ons gaan verlaten, hè jongeman?’ Ze streek over zijn hoofdje en liep weg.
Zane bleef om Johnny ook nog zijn volgende voeding te geven en een lesje in luier verschonen te krijgen. Toen was het halfzes in de namiddag. Zodra de baby tegen zijn schouder in slaap was gevallen, legde Zane hem in zijn bedje en dekte hem toe met een dekentje.
‘Slaap lekker, ventje,’ zei hij en kuste het donzige wangetje. ‘Ik kom snel weer terug.’
‘Gaat u nu al weg?’ De ogen van de verpleegster glinsterden. ‘Als u morgenochtend tegen negen uur hier bent, dan kunt u zien hoe we de baby’s in bad doen.’
Hij nam aan dat Johnny dol zou zijn op een bad. ‘Bedankt... voor alles.’
‘Nee, ik moet u bedanken. Baby’s hebben alle liefde en aandacht nodig die we hen kunnen geven. Als we er hier eentje hebben die geen bezoek krijgt, dan zijn we dolblij met mensen zoals u.’
Haar woorden sneden door zijn ziel. ‘Gebeurt dat vaak?’
‘Meer dan ons lief is. En dan bedoel ik niet zozeer vondelingetjes. Er zijn vrouwen die hier bevallen en vervolgens om de een of andere reden niets te maken willen hebben met hun kindje. Sommige vrouwen schijnen niet te beschikken over een moederinstinct. En in dergelijke gevallen is de vader meestal ook in geen velden of wegen te bekennen.’
‘Dat moet moeilijk voor jullie zijn.’
‘Dat is waar, maar we compenseren het door zo goed mogelijk voor die schatjes te zorgen.’
Zoals voor Johnny.
Slikken kostte opeens moeite, en het enige wat hij kon doen, was knikken naar de verpleegster voordat hij de afdeling verliet.
Zijn volgende bestemming was de Spoedeisende Hulp. Voordat Ms. Richins dienst begon, moest hij haar even spreken. Hij had het hele weekend uitgekeken naar dit gesprek, en hij voelde zich een tikje ademloos toen hij de deuren passeerde die naar de afdeling leidden.
De blonde verpleegster die hem had laten merken dat ze hem graag beter zou willen leren kennen, begon te stralen toen ze hem zag.
‘Hallo!’
‘Hallo, Ms. Becker. Is Ms. Richins al in dienst?’
Haar gezicht betrok. ‘Ik heb haar nog niet gezien. Als u even naar de wachtkamer gaat, zal ik haar zeggen dat u er bent zodra ze binnenkomt.’
‘Dank u wel.’
Vijf minuten werden er tien terwijl Zane naar het avondnieuws keek op de televisie in de wachtkamer, maar hij kon zich er niet op concentreren. Iedere keer als er iemand binnenkwam, verwachtte hij haar te zien.
Uiteindelijk zag hij iemand die hij herkende. Het was dokter Tingey. De oudere arts liep op hem toe. Zane stond op, en de mannen schudden elkaar de hand.
‘Ik heb gehoord dat u niet langer verdachte bent in de zaak van het vondelingetje.’
‘Nee, gelukkig niet. Dankzij u en Ms. Richins gaat het uitstekend met het kleine kereltje.’
‘Ze is de beste verpleegster die ik ken. Ik heb begrepen dat u haar wilt spreken.’
‘Dat klopt.’
‘Het spijt me dat we u hebben laten wachten. Julie wist niet dat Meg niet meer bij ons werkt.’
‘U bedoelt dat ze op een andere afdeling werkt?’
‘Nee,’ zei dokter Tingey. ‘Ze heeft ontslag genomen.’
Ontslag? Zane had het gevoel dat hij een stomp in zijn maag had gekregen. ‘Daar had ik geen idee van. Ik moet haar onmiddellijk spreken. Hebt u haar telefoonnummer?’
De man tuitte zijn lippen. ‘Ik mag u geen persoonlijke informatie geven over personeel. Wat ik wel kan doen, is haar uw nummer geven en vragen of ze u wil bellen.’
‘Wilt u dat alstublieft doen?’ Zane haalde zijn portefeuille tevoorschijn en overhandigde de arts een van zijn kaartjes. ‘Dit is het nummer van mijn mobiele telefoon. Daarop kan ze me altijd bereiken. Zeg maar tegen haar dat ze me desnoods midden in de nacht mag bellen. Het is van het grootste belang.’
De arts knikte voordat hij vertrok.
Zane vertrouwde erop dat arts contact met haar zou opnemen, maar van Ms. Richins was hij niet zo zeker.
Als hij de volgende middag nog niets van haar had gehoord, zou hij alles in het werk stellen om contact met haar op te nemen. Ondertussen zou hij samen met een aantal leden van zijn ploeg een hapje gaan eten in de Bar-S Corral. Ze moesten een werkschema opzetten voor de komende week.
De rest van de avond zou hij doorbrengen bij Johnny. Hij durfde bijna te wedden dat Ms. Richins ook even zou langskomen. Ze was zo dol op de baby. Hij kon zich niet voorstellen dat ze in staat zou zijn om bij hem vandaan te blijven, zelfs al had ze dan ontslag genomen.