De agent deed zijn best zo ernstig mogelijk te kijken toen hij vervolgde: ‘Uw poging om het op te nemen voor Mr. Broderick is prijzenswaardig. We zullen dat noteren.’ Hij hield zijn hoofd even scheef. ‘Als ik ooit iemand nodig heb die het voor me moet opnemen, weet ik nu waar ik moet zijn. Goedenavond, Ms. Richins. Heren.’ Hij knikte naar de anderen voordat hij en zijn partner het vertrek verlieten.
Meg was bepaald niet het type dat snel bloosde, maar nu had ze het gevoel dat niet alleen haar wangen en hals, maar haar hele lichaam in brand stond.
Ze moest bijna licht geven...
De twee donkerharige mannen grijnsden openlijk naar haar. Niet alleen met hun monden, maar ook met hun ogen.
Ze durfde niet eens naar Mr. Broderick te kijken, maar ze voelde de intensiteit van zijn indringende blik.
‘Ms. Richins.’ Hij verbrak de stilte met zijn diepe stemgeluid. ‘Mag ik u voorstellen aan mijn beste vrienden? Dominic Giraud en Alik Jarman.’
Ze schudden haar de hand.
‘Heel aangenaam kennis te maken,’ zei de eerste filet een Frans accent.
‘Ik had dit niet graag willen missen,’ plaagde de andere man vriendelijk. ‘We zijn vanuit Denver komen vliegen om Zane bij te staan.’
Denver? Zij had gedacht dat deze mannen deel uitmaakten van zijn ploeg.
‘Maar dat was duidelijk niet nodig,’ voegde de Fransman eraan toe.
Ze probeerde hun blik te mijden, wat tot gevolg had dat ze recht in Brodericks ogen keek. Hij glimlachte niet.
‘Als die agenten hier waren geweest om me te arresteren,’ begon hij met hese stem, ‘dan vraag ik me af of ze dat zouden hebben gedaan nadat ze uw getuigenis hadden gehoord.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘U liep zelfs het risico een boete te krijgen voor het feit dat u een agent in functie belemmerde in het uitvoeren van zijn taak. Een gewoon bedankje is niet voldoende voor wat u zojuist voor me heeft gedaan.’
‘Ik zou het niet hebben gedaan als ik niet had gedacht dat u onschuldig was,’ verdedigde ze zichzelf, hopend dat de bliksem haar niet zou treffen vanwege dit leugentje. ‘Ik ben blij dat u niet langer verdacht wordt.’
Zijn ogen kregen de kleur van donkerblauwe inkt. ‘Ik ook. Maar nu de baby nog niet helemaal gezond is verklaard, is het nog een beetje te vroeg voor het feestje dat ik in gedachten heb.’
Haar hart wilde maar niet stoppen met bonzen.
‘Hij is echter al een stuk vooruitgegaan. Anders zou dokter Parker hem niet hebben overgeplaatst naar deze afdeling. Daar kunnen we dus alvast dankbaar voor zijn.’
‘Ik ben dankbaar dat u er was toen de baby u nodig had,’ zei hij op heftige toon.
Ze was gedwongen om haar blik af te wenden. ‘Dan zijn we allebei dankbaar, want u bent degene die hem nog net op tijd heeft gevonden.’ Omdat ze nog steeds amper kon ademhalen, stapte ze achteruit. ‘Wilt u me nu excuseren. Ik heb dienst op de Spoedeisende Hulp. H-het was prettig u te ontmoeten.’
Omdat ze nu sterk moest blijven, weigerde ze naar de baby te kijken, toen ze de afdeling af rende. Halverwege de gang werd ze echter staande gehouden door Shelby.
‘Wacht eens even. Ik weet nu wie die twee andere mannen in de kamer zijn. Geen filmsterren.’
‘Ik weet het. Het zijn vrienden van Mr. Broderick.’
‘Maar dat is lang niet alles!’
‘Dat zou ik graag willen horen, maar ik moet terug naar mijn afdeling.’
‘Ik loop even met je mee naar de deur. Moet je horen... Dokter Silvano heeft hen herkend van een televisieprogramma. Ze zijn alle drie schat en —’
‘Shelby?’ onderbrak Meg haar. ‘Dit zul je me echt een andere keer moeten vertellen. Ik moet terug, anders kan ik fluiten naar mijn baan.’
Vele redenen, waaronder de behoefte aan een goede aanbevelingsbrief als ze over twee weken deze kliniek verliet, dwongen haar de kinderafdeling te verlaten en terug te gaan naar haar eigen verdieping.
Hoofdstuk 3
‘Zijn er nog spareribs?’
‘Sorry, Don, alles is op.’
Dominic schudde zijn hoofd. ‘Je hebt je roeping als kok gemist, mon ami.’
‘Van een connaisseur zoals jij is dat een groot compliment.’
‘Het is waar, Zane,’ viel Alik zijn vriend bij, ‘Blaire kan geweldig koken, maar niemand maakt spareribs zoals jij.’
‘Aangezien jullie sneeuw en ijzel hebben getrotseerd om mij bij te staan, was dit het minste wat ik kon doen.’
‘Volgens mij had die mooie verpleegster dat al gedaan,’ zei Dominic grijnzend.
Alik knipoogde plagend. ‘En wij maar denken dat je je hier op het platteland had begraven. Hoelang houd je dit al voor ons verborgen, sluwe ouwe vos?’
Zane haalde de bosbessentaart uit de oven en zette hem op de tafel met een kom slagroom. ‘Ik zweer je dat ik haar voor gisteravond nog nooit had gezien.’