Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Alle in dit verhaal voorkomende personen zijn ontleend aan de fantasie van de schrijver. Elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval.
Alle Harlequin-uitgaven worden gedrukt op chloorvrij papier.
Korte inhoud
Drie vrienden worden onverwacht vader...
Papa’s droom
REBECCA WINTERS
In de sneeuw vindt Zane een pasgeboren baby. Hij valt als een blok voor het kindje, net als verpleegster Meg, die voor het vondelingetje zorgt. Om de baby te kunnen adopteren stelt Zane Meg voor om te trouwen. Ze gaat akkoord, en er volgen een paar vrolijke weken. Dan komt er ineens een verontrustend telefoontje...
Hoofdstuk 1
Huiverend dook Zane Broderick weg in de kraag van zijn met schapenvacht gevoerde jas. De wind was ijzig koud. Het was begin december, en door een zware sneeuwstorm was het zicht bijna tot nul gereduceerd.
Dat was te wijten aan het ‘lake effect’ waar Tooele om bekend stond. Daardoor kreeg het kleine stadje in Utah, dat ongeveer veertig minuten rijden bij het Great Salt Lake vandaan lag, altijd de volle laag van het winterweer.
Zo mogelijk waren de voorspellingen voor die avond nog slechter dan anders. Sneeuwbuien zouden iedere vorm van transport onmogelijk maken. De volgende ochtend zouden de omstandigheden perfect zijn voor het uitvoeren van de eerste testrit van het prototype van de trein die Zane ontworpen had.
Zodra hij deze inspectie had uitgevoerd en zich ervan had verzekerd dat zich geen onverwachte problemen zouden voordoen, zat zijn taak er voor die dag op.
De sneeuwstorm belemmerde hem het zicht dusdanig dat hij gebruik moest maken van een sterke zaklantaarn. De storm was zo hevig dat zijn voetsporen onmiddellijk werden weggevaagd toen hij langs het perron liep.
Twintig minuten later was hij tevredengesteld. Alles leek in orde. Hij kon terugkeren naar het begin van het spoor. De wind joelde om de bouwketen. Af en toe leek het alsof er een wild dier jankte.
Zane begon te denken dat een wilde boskat, op zoek naar voedsel, vanuit de bergen naar omlaag was gekomen en zijn geur had opgepikt. Hij liet zijn zaklantaarn nog eenmaal rondgaan en verstarde toen.
Midden op de spoorbaan lag iets ter grootte van een zak meel, gewikkeld in een kleed dat grotendeels met sneeuw was bedekt. Met de neerdwarrelende sneeuw was het bijna onmogelijk om te zien wat het was.
Hij hoorde opnieuw een kreet, dit keer duidelijker. Wat was dit?
Behoedzaam liep hij erop toe, en toen hij dichterbij kwam, zou hij hebben durven zweren dat het kleed bewoog.
Zijn gezicht vertrok tot een grimas. Had de een of andere idioot het in zijn hoofd gehaald om zich op deze manier van een kat te ontdoen?
Hij liet zich op zijn hurken zakken en trok voorzichtig een punt van de doek opzij. Toen hij de zaklantaarn erop richtte, slaakte hij een kreet van puur ongeloof.
Een poedelnaakte, pasgeboren baby!
Het kindje maakte een zwak geluidje.
Grote goedheid! Het kind stond op het punt om dood te vriezen!
Tranen van woede vulden Zanes ogen. Als hij niet had besloten dit deel van de spoorbaan te inspecteren...
Hij legde de zaklantaarn neer en trok zijn jack uit. Behoedzaam legde hij de baby op de met schapenvacht gevoerde binnenzijde en wikkelde de jas als een cocon om hem heen, biddend dat de eigen lichaamswarmte zou voorkomen dat het kind aan onderkoeling zou sterven.
Zonder zich ook maar een moment te bedenken, begon hij in de richting van zijn auto te rennen.
Tranen bleven langs zijn wangen stromen, en ze bevroren op zijn huid, maar hij merkte het niet. Het enige waaraan hij kon denken, was dat dit kind zou zijn gestorven van de kou, als hij niet...
Hij wilde niet denken aan wat er gebeurd zou zijn als hij het niet had gevonden. Dat weigerde hij!
Zijn truck stond drie kilometer verderop, maar het leken er wel honderd. De baby zou kunnen sterven voordat hij hem naar het ziekenhuis kon brengen.
Herinneringen aan zijn tweelingbroer, die jaren geleden verdronken was in de baai van San Francisco, drongen zich onherroepelijk aan hem op.
O hemel, alsjeblieft... laat dit kind niet sterven!
Julie Becker, een van de dienstdoende verpleegsters op de spoedeisende hulpafdeling van het Oquirrh Mountains Medical Center, kwam het hokje binnen waarin Meg Richins bezig was een morfine-infuus in te stellen voor een patiënte die leed aan een zware migraineaanval.
‘Het is nu tamelijk rustig, Meg,’ fluisterde ze. ‘Ik wil even naar de overkant om een verse cappuccino te halen. De koffie hier is niet om te drinken. Wil jij ook iets?’
‘Nee, dank je,’ fluisterde Meg terug. ‘Wees maar blij dat we nachtdienst hebben. Als de storm morgen gaat liggen, worden ze hier overspoeld met mensen die gewond zijn geraakt.’