Home>>read Overgave free online

Overgave(53)

By:Anne Rainey


Ze keek hem indringend aan, zoals alleen moeders dat kunnen. ‘Storen we?’

‘Natuurlijk niet, mama. Jullie zijn hier altijd welkom.’ Hij boog voorover, sloeg zijn armen om haar heen, en zei: ‘Sorry als ik niet aardig was.’

‘Nou, doe dan maar een kop koffie, als dat kan,’ zei ze rillend. ‘Een lekkere hete bak.’

‘Komt eraan,’ zei hij en hij ging ze voor naar de keuken. ‘Jij ook, Dee?’ riep hij over zijn schouder.

‘Lekker, graag,’ antwoordde ze achter hem aan lopend. ‘Ik dacht dat je op Duke moest passen? Waar is hij?’

‘Alweer thuis. Zijn baas kwam eerder terug.’ Terwijl de vrouwen gingen zitten vroeg Dean: ‘Hebben jullie een speciale missie of misten jullie mijn knappe gezichtje?’

Zijn moeder lachte. ‘Ik kom altijd graag naar de knappe gezichtjes van mijn kinderen kijken.’

‘Ja, maar ik ben wel de mooiste, toch?’ lachte Deanna.

Dean snoof terwijl hij het reservoir van het koffiezetapparaat vulde. ‘Ik ben de knappe helft, weet je nog?’

‘Dat zegt Jonas anders nooit,’ kaatste Deanna terug.

Dean rolde met zijn ogen. ‘Zijn stem telt niet,’ zei hij en hij schepte koffie in het filter. ‘Hij is bevooroordeeld.’

‘Hou op, jullie,’ zei zijn moeder. ‘Ik word nog eens alcoholist van jullie gekibbel.’

Deanna lachte. ‘Maar toch hou je van ons.’

Dean pakte drie mokken uit de kast en zette ze in het midden van de tafel. Hij trok een stoel naar achteren, draaide hem om en ging er schrijlings op zitten. Hij draaide niet om de hete brij heen. ‘Ik voel dat jullie iets op jullie lever hebben.’ Hij keek naar zijn moeder, toen naar zijn zus. ‘Kom maar op.’

‘We zijn gekomen omdat we ons zorgen maken, Dean,’ begon zijn moeder. ‘Om jou en Catherine.’

Dean keek naar zijn tweelingzus. ‘Klikspaan.’ Deanna had in elk geval de beleefdheid om te blozen. Daar moest hij het dan maar mee doen, dacht hij.

Zijn moeder stak haar hand uit en legde hem even op de zijne. ‘Niet boos zijn op je zus. Ze maakt zich gewoon zorgen.’

‘Over mij? Waarom in godsnaam?’

Zijn moeder fronste. ‘Pas op je taal.’

‘Sorry,’ mompelde hij. ‘Maar ik meen het, waar maken jullie je zorgen over? Het gaat prima met me.’

‘Zo ziet het er anders niet uit,’ onderbrak zijn zus hem ongelovig. Koppige vrouw.

Toen het koffiezetapparaat afsloeg stond Dean op om in te schenken, blij met de afleiding. ‘Maar jij ziet niet alles, Dee,’ zei hij terwijl hij de mokken volschonk.

‘Heb je nu besloten om Catherine te geloven?’ vroeg ze met een onderzoekende blik. Dean gaf geen antwoord. ‘Dat dacht ik al. Dus het gaat prima?’

Hij zette de kan terug op het warmhoudplaatje en leunde tegen het aanrecht terwijl zijn koffie op tafel stond af te koelen. ‘Ik wil het er niet over hebben. Laat het gaan.’

‘Dean,’ zei zijn moeder. ‘Heb je bedacht dat een groot deel van jouw wantrouwen tegenover Catherine voortkomt uit wat er met Linda is gebeurd? En wat dacht je van die twee tuttebellen die je daarvoor had?’

Natuurlijk had hij daaraan gedacht maar hij had helemaal geen zin om die beerput open te trekken met zijn moeder. ‘Mam, dat was jaren geleden. Daar ben ik nu wel overheen.’

‘Je bent over die meiden heen, dat geloof ik, maar ben je ook over wat ze je aangedaan hebben heen?’

‘Ja,’ blafte hij, wetend dat het de grootste leugen aller tijden was. In zijn hoofd zag Dean nog altijd het beeld voor zich van het moment dat hij de slaapkamer in liep, klaar om een aanzoek te doen, en Linda aantrof met een andere man.

Zijn moeder schudde haar hoofd. ‘Je vindt haar leuk, hè?’

Hij haalde zijn schouders op. Zijn gevoelens voor Catherine wilde hij alleen met Catherine bespreken. Hij wist verdomme niet eens of hij haar echt leuk vond of niet. ‘Ik weet nog niet wat ik voel.’ Dat was in elk geval gedeeltelijk waar.

‘De waarheid, Dean.’

Hij was vergeten hoe vasthoudend zijn moeder kon zijn. Hij voelde zich weer dat kleine jongetje. ‘Ja,’ gaf hij toe. ‘Ik geloof dat ik haar heel leuk zal kunnen gaan vinden. Ik baal ervan dat ze terug moet naar Georgia. Heb je nou je zin?’

Zijn moeder stond op en liep naar hem toe. Ze legde een hand op zijn schouder. ‘Ik ben pas blij als jij blij bent. Ik wil dat al mijn kinderen gelukkig zijn. En deze woede vasthouden, Dean, de pijn telkens herleven, is niet gezond.’

Dean maakte een optelsommetje. ‘Is dit een interventie, of zo?’

‘Hou je gemak een beetje,’ zei ze bestraffend alsof ze een kind toesprak. ‘We houden van je, daarom zijn we hier.’