Home>>read Overgave free online

Overgave(2)

By:Anne Rainey


‘Ik kan wel een paar manieren bedenken,’ knarste Catherine met haar ogen tot spleetjes geknepen alsof het daardoor minder pijn zou doen. ‘Zoals: “Hé, je bent geadopteerd, mag ik de boter even?”’ Catherine draaide zich om en zag het verdrietige gezicht van de dokter. Ze had echt met hem te doen. Het was niet zijn schuld dat haar moeder gelogen had, sprak ze zichzelf toe. Toen ze naar hem keek bedacht ze echter nog iets. ‘U vertelt dit me nu pas omdat de geheimhouding arts-patiënt vervallen is omdat ze dood is, toch?’

Hij stond op en liep naar haar toe. Toen hij een hand op haar schouder legde voelde Catherine zich iets beter. ‘Deels, ja,’ zei hij zacht. ‘Maar ik vond ook dat je de waarheid moest weten. Ik ben meer dan gewoon je huisarts, Catherine.’ Hij klopte haar onhandig op de schouder. ‘Ik zou willen dat ik het je eerder had kunnen vertellen, maar ik kon het gewoon niet. Begrijp me alsjeblieft, lieverd, als het zou kunnen had ik je de pijn bespaard.’

Catherine probeerde te glimlachen maar de pijn was te heftig. ‘De enige persoon, of personen, die er iets aan hadden kunnen veranderen zijn dood.’ Ze maakte een zwaaiende handbeweging. ‘Die zijn begraven, samen met de antwoorden op alle vragen in mijn hoofd.’

De dokter stak zijn handen in zijn zakken en zei: ‘Misschien kun je iets vinden tussen de spullen van je moeder. Heb je alles al bekeken?’

Catherine dacht aan de slaapkamer van haar ouders en er gloorde een sprankje hoop. ‘Nee, nog niet. Ik moet nog een heleboel uitzoeken. Ik wilde vandaag aan de spullen in de kelder beginnen maar misschien kan ik beter in de slaapkamer beginnen.’ Ze had die kamer altijd gezien als hun privédomein. Catherine had het moment om die kamer onder handen te nemen uitgesteld. Helaas had ze niet eindeloos de tijd. Ze was op zoek naar antwoorden omdat er blijkbaar heel veel was wat ze nog niet wist over zichzelf. Om te beginnen wilde Catherine weten wie ze was en waar ze vandaan kwam.

Hij knikte en glimlachte. ‘Dat is een goed idee. Misschien vind je daar een verklaring voor de keuze van je moeder om zo lang te wachten.’

Catherine haalde haar schouders op. ‘Wachten? U doet net of ze van plan was het me ooit te vertellen terwijl we dat nooit zullen weten.’

‘Jij en ik weten allebei dat je moeder geen greintje kwaad in de zin had,’ wees hij haar vriendelijk terecht. ‘Ze hield zielsveel van je. Ik weet zeker dat ze het ooit wilde vertellen. Daar geloof ik heilig in.’

‘Misschien wel maar dat verandert niets aan het feit dat ze me jarenlang voorgelogen heeft. Dat komt nooit meer goed, dokter.’

‘Dat klopt, maar probeer te onthouden dat het nooit haar bedoeling is geweest om jou pijn te doen.’

Catherine was leeg. Haar hart lag in puin en in haar hoofd heerste chaos. ‘Bedankt voor uw bezoek,’ zei ze en ze omhelsde de man die voor haar stond, waarbij ze kracht putte uit de manier waarop hij haar vasthield. Toen ze elkaar loslieten toverde Catherine een glimlach op haar gezicht. ‘Dit was vast niet makkelijk voor u. Sorry dat mijn ouders u in deze positie hebben gebracht.’

‘Ik hield van Jean en Russ. Het waren zulke lieve mensen. Vrienden. Ik hoop dat je tussen hun spullen iets vindt waar je wijzer van wordt.’ Hij liep naar de deur maar toen hij bijna in de gang stond draaide hij zich om en zei: ‘Ik ben ook een vriend van jou. Bel me als je wilt praten, oké? Wanneer je maar wilt, Catherine.’

‘Dank u wel, dat zal ik doen.’

Pas toen de dokter weg was gaf Catherine de strijd tegen de tranen op. Ze liet zich in de dichtstbijzijnde stoel vallen en huilde tot ze geen tranen meer had. Het was bijna etenstijd toen Catherine zich eindelijk weer in staat voelde om iemand te bellen. Mary, dacht Catherine, die zou wel weten wat ze moest doen. Dat was altijd zo.

Toen ze de opgewekte stem van haar vriendin door de telefoon hoorde, stortte Catherine bijna weer in. ‘Mary, met Cat,’ zei ze de bijnaam gebruikend die haar vriendin haar op de middelbare school had gegeven. ‘Ben je druk vanavond?’

Mary lachte. ‘Jezus, echt niet. Ik zit hier allenig sokken bij elkaar te zoeken en herhalingen van Friends te kijken. Zeg alsjeblieft dat we toch voor pizza en bier gaan.’

Mary had de avond ervoor gebeld en aangeboden om langs te komen. Dat deed ze vaker sinds Catherines ouders waren omgekomen. Sterker nog, Catherine had het de afgelopen twee maanden nooit gered zonder Mary. ‘Ik, eh, ik weet niet waar ik moet beginnen.’

‘Wat is er, lieverd?’ vroeg Mary opeens serieus.

Omdat ze geen zin had alles uit te moeten leggen door de telefoon zei Catherine: ‘Pizza en bier. En veel van allebei.’

‘Laat dat maar aan mij over,’ zei Mary. ‘Ik ben zo snel mogelijk bij je. Houd moed.’