‘Als ik alle communicatie in de gaten had gehouden, had ik Hanks verbinding met de Outsiders opgemerkt.’
‘En waarom heb je dat niet gedaan?’
‘Vanwege de privacy. Ik wilde de Commissieleden of anderen niet bespioneren.’
‘Precies, Logan. Je wilde niet net zo zijn als de Trava’s of de Opper Cops. Het is jouw schuld niet.’
‘Maar ik heb het er ook niet beter op gemaakt,’ zei hij. Duidelijk diep in de put masseerde hij zijn slapen.
‘Heb je de Outsiders ontmoet?’ vroeg ik.
Hij ging rechtop staan en liet zijn handen vallen. ‘Zijn ze hier?’
‘Twee maar. Ik heb ze allebei gezien.’
‘Jij? Wanneer?’
‘Dat is een lang verhaal. Ik vertel het later wel. Eerst moeten we jou hier weg zien te krijgen.’
‘Hoe dan? De verwarmingsbuis is ook voorzien van een alarm. Je hoeft dat draad maar aan te raken en het gaat af.’
‘Hoe werkt dat?’
‘Er loopt zwakstroom doorheen. Als je de draad met je vinger aanraakt, blokkeer je de stroom, en daardoor gaat het alarm af.’ Hij begon te ijsberen. ‘Maar als je het met beide handen aanraakt, loopt de stroom door je heen terug naar de draad. Ik zou de tralies door kunnen zagen… Nee, dat werkt niet. Dan moet jij de draad vast blijven houden. Dan kun je je niet meer bewegen, als de tralies en het draad eenmaal zijn doorgezaagd. Tenzij we een verbinding maken met een apart stuk draad en wat metalen klemmen, die we niet hebben. En we hebben dan voor elke tralie zo’n verbinding nodig, tenzij die draad doorloopt over alle tralies.’
Ik volgde de draad met mijn blik. Hij wikkelde zich om alle vijf de tralies voor hij verdween in de ventilatieschacht.
‘Maar we hebben nog steeds geen draad en klemmen,’ zei Logan, toen ik hem vertelde hoe het zat.
‘Ik heb Zippy en mijn gereedschapsriem.’
Het was alsof ik hem had verteld dat hij weer in de computer kon. Hij kwam onder de schacht staan en legde opgewonden uit wat ik moest doen om de stroom om te leiden. Ik voerde een kleine operatie op Zippy uit, verwijderde wat draad en onderdelen en volgde Logans instructies op.
We haastten ons, omdat we heel goed beseften dat Hank of de Outsiders elk moment binnen kon komen. Maar toch duurde het even voor ik de draad had omgeleid, de tralies had doorgezaagd en Logan omhoog had getrokken in de schacht.
‘Houdt dat, denk je?’ vroeg ik, wijzend naar de lus die ik had gemaakt van Ziggy’s draad.
‘Ik denk het wel. Tenzij er een schoonmaaktrol langskomt die het lostrekt.’
‘Laten we dan gaan.’ Ik legde een vinger tegen mijn lippen. ‘Stil zijn tot we hier weg zijn.’
‘Waar gaan we heen?’
‘Naar het dak.’
Logans redding was soepel verlopen. En dat bleef me dwarszitten, terwijl ik hem naar het dak van niveau tien bracht. Mijn veiligheidslijn hing nog op zijn plek – alweer zat het mee. Ik had de katrol aan mijn gereedschapsriem gehaakt en er ook nog wat gewichten aan gehangen.
Voordat ik langs de wand van de Expansie omhoogklom, zei ik: ‘Zelfs met de katrol ben ik niet sterk genoeg om je helemaal omhoog te hijsen. Dus ga ik mezelf als contragewicht gebruiken. De bedoeling is dat jij omhooggaat, terwijl ik afdaal. Als je boven bent, pak dan de ladder beet en klim een paar sporten omhoog. Dan kom ik zo snel mogelijk naar je toe.’
Het was vijf weken geleden dat ik die 45 meter omhoog was geklommen naar de ladder bovenin. Vijf hectische, slopende, uitputtende weken. En ik voelde ze allemaal, terwijl ik mezelf omhooghees van het ene houvast naar het volgende.
Zwetend, hijgend en misselijk bereikte ik eindelijk de onderste sport. Ik klampte me eraan vast, terwijl mijn lichaam werd geteisterd door krampen en huiveringen. Het leek alsof ik nog een hele week verspilde, terwijl ik wachtte tot ik me wat beter voelde.
Ik maakte de katrol vast aan de onderste sport, leidde het touw over de wieltjes en liet het zakken. Ik voelde de trillingen in het touw toen Logan het vastmaakte aan zijn veiligheidsharnas.
Mijn plan werkte – niet helemaal zoals ik had gehoopt, aangezien ik te veel gewicht mee had genomen en sneller omlaagsuisde dan ik had verwacht, maar ik raakte niet gewond. Nog een keer omhoogklimmen vergde het uiterste van me; toen ik op dertig meter hoogte was, gaf ik het bijna op. Maar ik zette door.
De rest van de tocht naar het plafond verliep probleemloos. Ik opende het bijna onzichtbare luik en stortte in elkaar op de vloer van niveau zeventien.
Het daglicht floepte aan, en Logan schreeuwde van verbazing toen hij plotseling oog in oog stond met het bobbelmonster en zijn kleine broertje.
‘Dat zijn voertuigen zoals de Outsiders gebruiken,’ zei ik, om hem gerust te stellen.
‘O.’
‘Negeer ze maar. Kijk naar de wanden.’ Ik had de energie niet om hem rond te leiden, dus ging hij zelf op onderzoek uit.