‘Laat me los.’ Ik probeerde me los te trekken, maar hij liet me niet gaan. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Dat vertel ik je zo.’ In hoog tempo sleepte hij me mee door de gangen.
De paar mensen die we passeerden keken ons nieuwsgierig aan, lachten veelbetekenend of negeerden ons. Bubba Boom liet mijn hand los zodra we een rustig hoekje hadden bereikt.
‘Ik weet dat je me niet gelooft, over Jacy.’ Hij stak een vinger op voordat ik hem kon onderbreken. ‘Hij is nu in zijn kantoor, en je moet zelf maar eens zien met wie hij… samenwerkt.’
‘Waarom kun je het niet gewoon vertellen?’
‘Dit is beter.’ Hij wees naar een rooster boven ons hoofd. ‘Zo kun je naar de kantoren van de Commissieleden in Sector H3.’
‘Ik mag niet in de ventilatieschachten. De zender –’
‘Is niet zo heel precies. Het zal lijken alsof je door de sector loopt. Je moet opschieten, straks is hij klaar met zijn bespreking.’
Ik keek even omhoog. Het rooster zat midden in het plafond. ‘Ik heb een opstapje nodig.’
Hij knielde neer en stak zijn handen uit. ‘Ga maar op mijn schouders staan.’
Ik schopte mijn mocassins uit, pakte zijn handen vast om in evenwicht te blijven en stapte op zijn schouders. Hij kwam soepel overeind en hield mijn benen vast. Het rooster was nu binnen bereik, en ik duwde het open. Terwijl ik mezelf de schacht in wurmde, verbaasde ik me over Bubba Booms kracht en lengte. Zo enorm groot leek hij nou ook weer niet, maar ik vermoedde dat zelfs Cog me niet zo hoog had kunnen optillen.
‘Ik wacht hier op je,’ riep hij.
Het duurde even voor ik wist waar ik was en ik de juiste richting had gevonden. Hoewel Bubba Boom had gezegd dat ik me moest haasten, ging ik langzamer kruipen toen ik eenmaal boven de Commissiekantoren was. In de meeste ruimtes gloeide het blauwe licht. Ik hoorde geen stemmen of andere geluiden, maar dat betekende niet dat er niemand was.
De weerkaatsing in de metalen buiswand van het felle daglicht vertelde me dat ik bij Jacy’s kantoor was, nog voor ik zijn stem hoorde.
‘…weet het niet… zij… probleem,’ zei Jacy.
Twee mannenstemmen die me bekend voorkwamen antwoordden hem, en heel voorzichtig legde ik de laatste twee meters af. Vanaf mijn uitkijkpost kon ik de voorste helft van Jacy’s bureau en twee paar benen zien. Ik spande me in om gezichten en namen te vinden bij de stemmen.
‘Je plannen klinken aannemelijk, maar je moet eerst iets aan de Transmissie doen voor je verder kunt,’ zei een autoritaire, angstaanjagende stem. Waarom angstaanjagend? Ik groef in mijn geheugen.
‘Dat hebben we geprobeerd,’ zei Jacy, want van hem was de tweede stem. ‘Maar Karla heeft ons drie idioten gestuurd, die nergens van wisten.’
‘Ja, allicht. Ze haalde gewoon een geintje uit met die kleine sloof. Ik zal je de juiste mensen sturen.’
Dat interessante detail sloeg ik even op.
‘En hoe krijgen we die langs Hank?’ vroeg de derde man.
Mijn hand vloog naar mijn wang. Die stem zou ik nooit vergeten. Sloan. Bubba Boom had gelijk. Jacy had me erin geluisd!
‘Hij heeft voortdurend mensen rondlopen in de energiecentrale,’ zei Sloan.
‘Hoelang heb je nodig?’ vroeg Jacy.
‘Een paar uur, maximaal,’ zei Autoritair en Angstaanjagend.
‘We zullen wat afleiding creëren. Als ze onderhoudsoveralls dragen, vallen ze niet op,’ zei Jacy.
Dat Jacy met Sloan samenspande was slecht nieuws, maar dat ze iets aan de Transmissie gingen doen niet. Ik vermoedde dat Jacy de sabotage en de aanval op Logan had gebruikt als afleidingsmanoeuvre zodat hij de controle over de computers kon overnemen en daarmee over Binnen. En het was logisch dat hij de Transmissie wilde repareren, nu hij de macht had.
‘En wat gebeurt er als we klaar zijn met de Transmissie?’ vroeg Sloan.
‘Dan voeren we jouw plan uit,’ zei Autoritair en Angstaanjagend.
Die opmerking bevestigde mijn theorie over een muiterij. Sloan en de andere man kwamen overeind en schudden Jacy de hand, over het bureau heen. Ik hoopte uit alle macht dat de onbekende man in plaats van naar rechts naar links zou gaan om te vertrekken, zodat ik zijn gezicht zou kunnen zien.
Mijn wens werd zowaar vervuld. Ik ving een glimp op van zijn haakneus en zijn zwarte snor. Zijn gelaatstrekken kwamen me bekend voor. Een opper, maar een die ik maar één of twee keer had gezien.
Ik probeerde logisch te beredeneren wie hij was, terwijl ik snel terugging naar de plek waar Bubba Boom op me wachtte. Ik had de onbekende man meteen angstaanjagend gevonden, dus dat betekende dat ik hem associeerde met iets engs. Misschien was hij een Opper Cop geweest. Aan zijn toon kon ik horen dat hij het gewend was om te commanderen. Helaas kende ik bijna alle hooggeplaatste Opper Cops, en daar hoorde hij niet bij.