Voor de zekerheid bleef ik nog zes uur werken in de ziekenboeg. Toen gingen we naar de kantine in Kwadraat G3 om wat te eten en voorraden mee te nemen voor onze keuken.
Rileys broer Blake stond achter de uitgiftebalie soep op te scheppen. Zijn gelijkenis met Riley bezorgde me een pijnscheut in mijn hart.
Ik vroeg me af wat hij hierboven deed. ‘Nieuwe baan?’ vroeg ik hem zo nonchalant mogelijk.
‘Zelfde baan, andere locatie.’ Hij haalde zijn schouders op en knikte in de richting van de mensen die aan tafel zaten. ‘Even een andere omgeving. Verandering is goed, toch?’
‘Eh… ja.’ Ik vroeg me af waar hij op doelde. Was hij blij dat Riley en ik niet meer samen waren? Moeilijk te zeggen. Ik kende Blake niet zo goed.
Na onze excursie naar de kantine ging ik even slapen. Vervolgens trok ik mijn strakke uniform aan. Zolang Lamont in ons appartement of in de ziekenboeg bleef, zou de DVB niets vermoeden.
Grijnzend klauterde ik in de ventilatieschacht.
De Koningin van de Buizen was terug.
Er waren maar een paar schuilplaatsen in Binnen. Ik betwijfelde of de Commissie wist waar die zich bevonden, maar ik wilde niets aan het toeval overlaten, dus ging ik daar als eerste kijken. Niets. Waarschijnlijk hadden ze Logan naar een leegstaand appartement gebracht. Aangezien ik op niveau drie moest blijven, vermoedde ik dat hij op niveau vier was. De Trava’s vulden de hele Sector D4, dus dat betekende dat ik Sector E4 en F4 moest doorzoeken. Dat was net te doen in de tijd die ik nog had.
Ik probeerde niet te denken aan appartement nummer drie zes negen vijf in Sector E4, terwijl ik voorzichtig door de ventilatieschachten kroop en door roosters in kamers gluurde. Gelukkig waren er in deze schachten geen luchtfilters geïnstalleerd.
Na de opstand waren we erachter gekomen dat het schrobben van de ventilatieschachten en waterbuizen was verzonnen om ons sloven flink bezig te houden. Met een simpele aanpassing van het programma bleken de trollen die de schachten en buizen poetsten prima in staat het op eigen houtje te doen, zonder oppassloof. En dat kwam me nu goed uit.
Toen ik bij Rileys appartement kwam, pauzeerde ik maar heel even. De woonkamer en slaapkamer waren net zo leeg als mijn hart. Schaapje zag ik nergens, en ik vroeg me af waar hij was. Ik kroop verder, doorzocht de rest van Sector E4 en ging toen door naar F4.
Ik vond Logan in een kamertje in de uiterste noordoosthoek van Sector F. Hij lag op een bank, met zijn arm over zijn ogen. In de kamer stonden ook nog een bed en een ijskast, en er was een piepklein badkamertje. Er stond wel een computermonitor, maar ik zag geen toetsenbord of computer.
Geen bewakers, maar ik checkte de gang om er zeker van te zijn. Op zijn deur was een serie ingewikkelde sloten aangebracht. Toen ik terugkeerde naar het luchtrooster zag ik dat het was afgesloten met zware bouten. Waar ik me echter vooral zorgen om maakte was de aanwezigheid van microfoons en andere sensoren.
In de ventilatieschacht zaten geen sensoren, en als ik Logan een beetje kende, waren eventuele sensoren binnen zijn bereik inmiddels wel uitgeschakeld.
Dus ik waagde het erop en sprak zijn naam uit.
Hij ging rechtop zitten en tuurde met toegeknepen ogen om zich heen. ‘Trella?’
‘Hierboven,’ zei ik.
Met een vreugdekreet sprong hij overeind. ‘Ik wist wel dat je me zou vinden!’ Geen microfoons dus. ‘Kom maar omlaag. De kust is veilig.’
‘Dat kan niet.’ Ik vertelde hem over de bouten. ‘De volgende keer neem ik mijn ijzerzaagje mee.’
‘O.’ Hij plofte weer op de bank neer. ‘Ik kan trouwens toch niet ontsnappen.’
‘Hebben ze een zendertje bij je geïmplanteerd?’
‘Ja. Geweldig als je eigen uitvindingen zo tegen je worden gebruikt. Als je Anne-Jade ziet, wil je haar dan namens mij een klap in haar smoel geven?’
‘Zij heeft je hier niet opgesloten.’ Ik legde uit hoe het zat met de Controllers.
‘De Trava’s hebben dus toegang tot het netwerk,’ zei hij meteen.
‘Dat dacht ik ook al. Hoe is het met je zicht?’
‘Beter, ik kan tot op ongeveer een meter zien, dus ik kan het scherm aflezen als ik een werkende computer zou hebben.’
‘Zou je de schade aan het netwerk kunnen repareren?’
‘Natuurlijk. Het eerste wat we deden toen we bij onze opstand het computersysteem overnamen was een back-up maken, voor dit soort gevallen.’
Ik dacht even na. ‘Je kunt niet weg, maar ik kan je wel brengen wat je nodig hebt. Denk je dat je die spullen kunt verbergen als je bewakers je komen controleren?’
‘Wel als ik van tevoren gewaarschuwd word.’ Opgewonden kwam hij weer overeind. ‘Ik heb een schattig klein sensortje dat je in het plafond van de gang kunt installeren, en ik moet –’