‘Waarom hebben jij en Logan ons niet over de sabotage verteld?’ vroeg Domotor.
Over Riley en Anne-Jade werd niets gezegd. Ook zij waren op de hoogte geweest van de sabotage en hadden nagelaten dat te melden bij de Commissie. Grappig, want ik had er juist op aangedrongen om het wel te vertellen. ‘Het bewijs was niet erg overtuigend. We wilden niemand beschuldigen voordat we het zeker wisten.’ Ook waar.
‘Waar heb je die microfoons geplaatst?’ vroeg hij.
‘In de ventilatieschachten boven Sector E1 en F1.’ Ik wees met mijn kin naar de microfoons. ‘Ik was van plan er nog meer te installeren, maar ik werd… onderbroken.’
‘Ze bedoelt betrapt,’ zei Anne-Jade. ‘De sloven in Sector F1 hoorden haar in de schacht.’
‘Ik had wekenlang niet door de schachten geklommen. Dus ik was een beetje onhandig,’ zei ik om mezelf te verdedigen.
Een paar Commissieleden glimlachten even. Ik zou niet durven zeggen dat ik ze voor mijn zaak had gewonnen, maar het was beter dan niets.
Anne-Jade wilde weten wie me uit de schacht had getrokken en daarmee de rellen had veroorzaakt.
‘Ik heb de rellen zelf veroorzaakt. Het ging zo snel, ik heb niet gezien wie het was.’ Maar dat ik de rotzak die me zo hard had geslagen nu beschermde, wilde niet zeggen dat ik hem zou vergeten. O, nee. Die zou nog een keer bezoek van me krijgen. Ik wilde alleen niet dat de sloven zouden denken dat ik niet alleen een verrader was, maar ook een verklikker.
Vervolgens gingen de vragen over de bom in de afvalverwerkingscentrale. Die kon ik allemaal oprecht beantwoorden. Jacy leunde achterover in zijn stoel. Zijn blik was bedachtzaam. Waarschijnlijk vroeg hij zich af waarom ik niets had gezegd over zijn verzoek om zijn microfoons op gevoelige locaties te plaatsen. Nu namen ze aan dat ik de microfoons van Logan had. Ik zou graag beweren dat ik een of ander briljant plan had bij het beantwoorden van de vragen, maar eigenlijk reageerde ik puur intuïtief.
Toen ze klaar waren, bracht Anne-Jade me naar de Controlekamer zodat de Commissie kon praten over… ja, waarover eigenlijk?
Vlak bij de deur bleven we staan wachten. ‘Bedankt dat je niets over mij zei,’ zei ze zachtjes. ‘Ik sta bij je in het krijt.’
‘Mooi. Doe dan die rothandboeien af,’ zei ik.
‘Pas als de Commissie toestemming geeft. Sorry.’
Ik staarde haar aan. ‘Kom op zeg, ik ben het. Je kunt gewoon niet blij zijn met de manier waarop ze hier de boel runnen.’
‘Denk je echt dat ik het leuk vind dat we Mop Cops worden genoemd?’ Ze balde haar handen tot vuisten. ‘Ik heb zo mijn best gedaan om níét als de Opper Cops te worden, en kijk wat er is gebeurd. Bommen, computerstoringen en een moordaanslag op mijn broer. Het is één grote puinhoop en ik heb geen idee hoe we het moeten oplossen.’ Gefrustreerd sloeg ze met haar vuist tegen de wand. De arbeiders in de Controlekamer keken even op toen de luide knal door de ruimte weerkaatste. ‘Het is onze schuld, weet je.’ Afwezig wreef ze over haar knokkels. ‘De Ploeg van Schapen heeft de Commissie de macht gegeven. Op dat moment leek het een goed idee.’
Inderdaad. Ik overpeinsde alles wat er was gebeurd. Waarom faalde de Commissie? Toen herinnerde ik me hoe ze aan de tafel hadden gezeten. Alle oppers aan de linkerkant, dan Domotor aan het uiteinde, en Jacy en de andere sloven aan de rechterkant. Jacy wist al die tijd al wat het probleem was en ik eigenlijk ook, maar ik had gehoopt dat het zichzelf zou oplossen. Dat de oppers en de sloven gezellig samen zouden gaan spelen en alle Opper Cop-propaganda zouden vergeten.
Ze bleven echter verdeeld. En alle huidige problemen dreven ze alleen maar verder uit elkaar, en dat sloeg nergens op. Nu saboteurs onze levens bedreigden zou dat ons juist moeten verenigen en niet uiteen moeten drijven.
‘Trell, je hebt weer die blik in je ogen. Wat ben je van plan?’
‘Misschien moeten we de macht terugpakken en opnieuw beginnen,’ zei ik, bedenkend dat in een nieuwe, kleinere Commissie mensen als Hank moesten zitten, die onze wereld als een geheel zagen en niet als twee groeperingen.
‘Te laat.’
‘Waarom?’
‘Omdat anderen je voor zijn geweest.’
Hoofdstuk 11
‘Zeg je nou dat de Commissie niet langer de macht heeft om beslissingen te nemen?’ vroeg ik Anne-Jade.
‘Ja. Ze volgen alleen maar bevelen op. Net als ik.’ Ze vertrok haar gezicht, met een blik vol zelfhaat.
Hoewel ik het antwoord vreesde, vroeg ik: ‘En wie geeft die bevelen?’
‘De Controllers. Ze hebben het computernetwerk gekaapt en voor iedereen afgesloten, op een paar mensen na. Als de Commissie niet doet wat ze zeggen, wissen ze de programma’s die nodig zijn om de cruciale systemen te runnen.’