Ze werd bleek van schrik. ‘Dat bedoelde ik niet. En de Transmissie dan?’
Met moeite onderdrukte ik een spottende lach. ‘Ik weet zeker dat de andere Trava’s bereid zullen zijn om te helpen, als er eenmaal grote schoonmaak is gehouden in de cellen.’
Haar harde blik brandde als bijtend zuur op mijn huid, maar ik bleef haar rustig aankijken.
‘Je liegt,’ zei ze.
‘Het doet er niet toe of je me gelooft of niet.’ Ik liep naar de deur.
‘Wacht,’ zei ze.
Ik bleef staan, maar draaide me niet om.
‘Ik zal je vertellen wie er kunnen helpen, als jullie bereid zijn alle Trava’s te beoordelen, ook die in de cellen.’
Ik keek haar over mijn schouder aan. ‘Oké.’
Daarna ging ik op zoek naar een notitiebord en een stift en liep terug naar Karla. ‘Niet liegen,’ zei ik. ‘Als de namen niet kloppen, word jij als eerste aan de Hakmolen gevoerd. Door mij.’
Karla noemde drie namen, en ik schreef ze op. Ik herkende ze niet, maar dat had ik ook niet verwacht. Zonder nog iets te zeggen ging ik het kantoor uit. Anne-Jade wachtte op me in de gang.
‘En?’ vroeg ze.
Ik gaf haar het notitiebord.
Ze floot. ‘Het laatste wat ik hoorde was dat de Commissie wachtte op een tegenbod van haar. Wat is er gebeurd?’
‘Ze maakte me pissig.’
Nogal tevreden over mijn ontmoeting met Karla trok ik mijn klimuniform aan en keerde ik terug naar de Expansie. Daar vond ik het merkteken dat ik bij mijn laatste tocht had achtergelaten. Mijn veiligheidsharnas hing er vlakbij, dus ik deed het om en ondernam nog een poging om het dak te bereiken.
De nieuwe route leek veelbelovend, en nadat ik genoeg houvast voor mijn handen had gevonden klom ik hoger dan ooit. Op 23 meter boven niveau tien rustte ik even uit. Ik legde mijn hoofd in mijn nek en liet mijn licht het duister in schijnen. Nog steeds geen dak. Logan had een paar bouwtekeningen gevonden in het computersysteem en had daaruit afgeleid dat Binnen zo’n 75 meter hoog moest zijn, en dat was 2 meter boven mijn hoofd.
Of de computer had het mis, of Logan.
Ik gaf een ruk aan de veiligheidslijn en schatte dat ik nog een paar meter had voordat ik letterlijk aan het einde van de lijn was.
Toen ik weer genoeg kracht had, ging ik verder en ontdekte ik waarom die 75 meter werd genoemd in de computer. Daar trof ik namelijk de onderste sport van een ladder. Ik pakte het koude metaal beet en hoopte dat het ding sterk genoeg was om mijn gewicht te houden. De gladde, ronde vorm van de sport paste precies in mijn handen. Mijn lamp verlichtte de ladder, die boven me in het duister verdween.
Ik klom nog een meter omhoog en stelde vast dat het metaal in elk geval niet roestig was geworden. Toen liet ik mijn licht nog wat verder schijnen en tuurde omhoog, maar nog steeds was er geen dak te zien. Wel meende ik een matte weerspiegeling te zien. Misschien was de wens de vader van de gedachte, misschien was het fantasie. Het deed er niet toe. Het was voor mij genoeg om te besluiten mijn harnas los te maken van de veiligheidslijn.
Ondanks de kou was mijn uniform doorweekt van het zweet. Ik veegde mijn vochtige handpalm af aan mijn arm voordat ik de volgende sport beetpakte. Terwijl ik met langzame, voorzichtige bewegingen omhoogklom, testte ik elke volgende sport eerst om te voelen of hij mijn gewicht kon houden. In de stilte van de Expansie klonk mijn ademhaling luid, bijna mechanisch. Mijn hart klopte dringend, alsof het me wilde herinneren aan het gevaar. Eén verkeerde beweging, en… ik wilde er niet aan denken.
In plaats daarvan concentreerde ik me op een stevige grip op de sporten en het bewaren van mijn evenwicht. Omdat ik zo gefocust was op mijn handen en voeten, stootte ik met mijn hoofd tegen het dak. Verrast klampte ik me aan de ladder vast, en toen mijn spieren ophielden met trillen, speurde ik het vlakke metaal vlak boven mijn hoofd af. Eindelijk!
Ik checkte mijn hoogtemeter. Binnen was tachtig meter hoog, en dat betekende dat we nog zes nieuwe niveaus konden bouwen, zodat we er in totaal zestien zouden hebben. Wow. Dat was verbijsterend. Ik hoopte maar dat onze systemen krachtig genoeg waren om al die niveaus te bedienen. En hoe moesten we ze allemaal schoonmaken en onderhouden? En sinds wanneer was ik zo’n piekeraar?
Uiteindelijk zou iemand het hele dak moeten inspecteren. Logan had in de computerbestanden iets gelezen over nog een Poort naar het Heelal. Zoals hij het computersysteem beschreef, klonk het als de berg door elkaar gegooide medische voorraden na de explosie. Logan had gezegd – met zijn gebruikelijke vreugde over een flinke technische uitdaging – dat het dankzij de pogingen van de Trava’s om de bestanden te wissen en de enorme hoeveelheid informatie een complete puinhoop was die hij moest zien te ordenen.
Na een laatste blik omhoog verzamelde ik moed om weer af te dalen. Maar iets hield me tegen. Ik bewoog de lichtstraal langzaam langs het dak, op zoek naar de bijna onzichtbare inkeping in het gladde metaal die ik dacht te hebben opgevangen vanuit mijn ooghoek. Ik liet de lichtbundel een aantal keer heen en weer glijden. Net toen ik op wilde geven, ving het lamplicht een groef in het metaal.