‘Waarom heb je me uiteindelijk toch geholpen?’
‘Ik zag dat jij en dokter Lamont enorm jullie best deden om hun mensen te redden. Jullie behandelden ze niet als vijand, maar als mensen die hulp nodig hadden. Toen wist ik dat je gelijk had. Dat ze van plan waren ons állemaal het Heelal in te sturen om daar te sterven.’
‘En nu?’
‘Jij bent de baas. Zeg het maar.’
‘Kunnen we Logan, Anne-Jade, Jacy en Riley bevrijden?’
Hij kromp even ineen toen ik Rileys naam noemde. ‘Jacy niet. Hij heeft een band om, en Fosord heeft zijn sleutel. Anne-Jade zit niet in de cel. Ze helpt ons… hen. Het zal gevaarlijk zijn om de andere twee te bevrijden. Waarvoor heb je ze nodig?’
‘Logan vanwege zijn computerkennis en Riley omdat hij heel goed met messen kan vechten.’
‘Messen?’
‘Dat is het enige wat we hebben aan wapens. Moeten we op zoek naar iets anders?’
‘Nee, daarmee lukt het waarschijnlijk wel.’
‘Dat klinkt niet erg geruststellend.’
‘Met een scherp mes kun je zo de luchtslangen van de Outsiders doorsnijden, zodat ze moeilijker gaan ademen. Tenminste, als je dichtbij genoeg kunt komen. Dus meer dan waarschijnlijk kan ik er niet van maken.’
Volgens Bubba Boom had Lamont de injectiespuit gevuld met een van haar verdovingsmiddelen. Ik vermoedde dat Ponife nog wel een uur of drie buiten westen zou zijn.
Bubba Boom ‘begeleidde’ me naar mijn cel op niveau vijf. De hoofdingang van het cellencomplex werd nu bewaakt door twee gewapende mannen. Hij maakte grapjes met de bewakers, maar toen de man links zich omdraaide om het traliehek te openen, sloeg Bubba Boom toe.
Hij gaf de man links een kaakslag, pakte de bewaker zijn stungun af en schoot ze allebei neer.
‘Heel subtiel,’ zei ik, terwijl hij het hek opende.
‘Er is nu geen weg terug meer.’ Bubba Boom sleepte de mannen ieder een lege cel in en sloot hen op.
Eerst bevrijdden we Logan. Hij rende naar buiten en omhelsde me. ‘Als ik dit overleef, laat ik een enorm appartement bouwen, helemaal voor mij alleen. Ik wil nooit meer in zo’n kleine ruimte opgesloten zitten!’
Riley bleef kalmer dan Logan. Wantrouwig nam hij Bubba Boom op. Er zat een korst op de wond boven zijn linkeroog, maar de linkerkant van zijn gezicht was nog bont en blauw. Zijn shirt was gescheurd en zat onder het bloed. Eigenlijk wilde ik graag controleren of hij niet nog meer verwondingen had, maar ik hield het bij een korte omhelzing.
‘Weet je zeker dat we hem kunnen vertrouwen?’ vroeg Riley me.
‘Ja.’
Hij ontspande zich een beetje. ‘Laten we gaan, dan.’
Ik bleef tussen Bubba Boom en Riley in lopen, terwijl we ons naar de uitgang haastten. Logan volgde.
Helaas was Hank daar al.
Eerst snapte Hank niet waarom het hek niet werd bewaakt. En waarom Bubba Boom drie gevangenen bij zich had. Bubba Boom zei niets en wachtte tot Hank vanzelf zou begrijpen hoe het zat.
Toen het tot Hank was doorgedrongen begon ik te vrezen voor Bubba Booms leven. Pure moordzucht vlamde op in zijn ogen terwijl hij zijn wapen trok – een dodelijke zapper.
Hij ging pal voor Bubba Boom staan en zei met een ijzige stem: ‘Je bent een verrader. Mijn zoon ben je niet meer.’
Hank bewoog het wapen naar Bubba Booms borstkas. Gillend wurmde ik me tussen de zapper en Bubba Boom in. Ik duwde Bubba Boom naar achteren met mijn heupen en boog tegelijk voorover, terwijl Hank de trekker overhaalde.
Hoofdstuk 21
De loop van de zapper verschroeide mijn huid toen de stroomstoot door me heen schoot. Mijn spieren verkrampten onmiddellijk, maar de pijn was mild vergeleken bij wat de commandoband aanrichtte. Ik bleef staan, terwijl Riley en Bubba Boom langs me heen renden. Ze tackelden Hank en rukten de zapper uit zijn hand.
Tegen de tijd dat Bubba Boom Hank met zijn stungun had verdoofd waren de stuiptrekkingen in mijn armen en benen opgehouden. Riley wilde me optillen om me zo snel mogelijk naar Lamont te brengen.
Ik wurmde me los uit zijn greep en ging staan. ‘Het gaat wel.’
Maar Riley pakte mijn armen weer vast. Met een verwilderde blik staarde hij me aan. ‘De zapper heeft je geraakt. Je shirt is geschroeid.’
Ik keek omlaag, zag de schroeiplek en trok de stof opzij. Op de huid eronder zat een rode brandblaar.
‘Mijn hart klopt nog. En op die blaar na heb ik geen pijn,’ zei ik.
‘Misschien was die stoot te kort om echte schade aan te richten,’ zei Logan.
Bubba Boom schudde zijn hoofd. ‘Het is een heel hoge dosis stroom, dus het duurt maar een fractie van een seconde om iemand te doden. De commandoband heeft je gered. Er zit een stroomstootbeveiliging in, zodat hij niet kan worden uitgeschakeld door een elektrische puls. Ironisch, nietwaar?’