Hij haalde een paar setjes uit zijn gereedschapsriem. ‘Voor jou en de dokter. Ik zal ervoor zorgen dat de anderen ze ook krijgen.’
Ik kon de mijne nog niet gebruiken, dus liet ik het setje in mijn zak glijden. ‘Dank je.’
‘Als je hierin slaagt, moet ik mijn mening over jou misschien maar eens bijstellen,’ zei Sloan.
‘Gelukkig, eindelijk een goede reden om de Outsiders tegen te houden.’ Even vergat ik bijna de pijn die hij me had gedaan. Heel even.
Met een sluwe grijns zei hij: ‘Na die grap ga ik je zéker nooit meer aardig vinden.’
‘Prima. Dan hoef ik me niet schuldig te voelen als ik je een mep in je gezicht geef, later.’
‘Als we het overleven tot later, mag je meppen wat je wilt.’
‘Kijk! Nu ben ik pas echt gemotiveerd!’
Toen Sloan weg was, vertelde ik Lamont wat haar taak zou zijn. ‘Jij hebt een goede reden om op niveau vijf te zijn. Je moet hun gezondheid checken, kijken of er nog andere Outsiders op het punt staan om zo’n toeval te krijgen. En je moet hun vruchtbaarheidsproblemen met hen bespreken en bekijken hoe omvangrijk die zijn.’
‘En wellicht zo veel mogelijk Outsiders uitschakelen als we aanvallen?’ vroeg ze.
‘Tenzij dat tegen je dokterseed in gaat?’
‘Tot dat moment ben ik dokter, daarna neem ik een andere functie aan.’
Merkwaardig. ‘Welke dan?’
‘Moeder.’
‘Ik geloof niet dat het bestrijden van Outsiders in de functieomschrijving van een moeder staat.’
Ze lachte. ‘Wel als jij het kind bent. Niemand kan míjn meisje ongestraft pijn doen.’
Bubba Boom en Ponife arriveerden stipt op uur zesentwintig. Ik had net mijn blauwe klimpak weer aangetrokken en nog een paar speciale voorwerpen in mijn gereedschapsriem gestopt.
Ponife gebaarde naar de riem. ‘Waar heb je die voor nodig?’
‘Omdat jullie de luchtcentrale hebben gesaboteerd zitten er nu luchtfilters in de schachten. Ik heb mijn gereedschap nodig om daarlangs te komen. Tenzij jullie willen dat ik steeds omlaagklim om ze te ontwijken. Maar dat kost meer tijd.’ Ik haalde mijn schouders op.
‘Nee. Bubba Boom, controleer of ze daar geen wapens heeft.’
Shit. Ik maakte mijn riem los en gaf die aan Bubba.
Hij inspecteerde alle vakjes. Toen gaf hij hem terug en zei: ‘Ik zie niets vreemds.’
Terwijl ik de riem weer om mijn middel gespte, onderdrukte ik een grijns van opluchting. Bubba Boom wist precies wat sommige van mijn speciale apparaatjes deden, maar hij had er niets over gezegd. Een heel goed teken.
De Outsiders hadden de trap geblokkeerd, zodat er niemand naar de bovenste niveaus kon gaan. Ik nam aan dat ze ook de andere trappen en de liften bewaakten. Ik hoopte maar dat Takia en Hana een manier hadden gevonden om toch naar boven te komen.
Terwijl we naar niveau vier klommen en door de verlaten gangen liepen, vroeg ik Ponife hoe ze iedereen hadden overgehaald om te vertrekken.
‘Met een truc,’ zei hij. ‘We hebben hun gevraagd om mee te gaan voor een rondleiding door de Expansie. Om de rest van hun wereld te bekijken, voorbij de witte wanden. Om in het voertuig te stappen, zodat ze Buiten kunnen zien.’
‘Handige truc,’ zei ik. Ik probeerde Bubba Booms blik te vangen. Hij negeerde me.
‘Fosords idee. Daarmee vermijden we ook dat ze gaan smeken of ze hun persoonlijke spullen mogen meenemen. Voor dat soort nutteloze zaken is er geen plaats.’
‘En vallen voedsel en water ook onder die nutteloze zaken?’ vroeg ik.
‘Nee. Er zal zeker niet genoeg zijn. Maar onze voorouders hadden ook niet genoeg, en zij hebben het overleefd.’
‘Hoe?’
‘Overleven was de beloning voor de dappersten, de slimsten en de sterksten. Alle anderen stierven al snel.’
Zijn antwoord was ontwijkend, maar uit wat hij zei kon ik opmaken dat het geen fijne toestand was geweest.
Alle woonvertrekken waren nu leeg. De Outsiders dreven de laatste mensen die ze aantroffen in Sector H4 en de Controlekamer bijeen. Ik begon mijn zoektocht in Sector F4. Ponife en Bubba Boom bleven in de buurt, maar konden niet de hele tijd bij me zijn.
Ik zag Takia en Hana inderdaad in een van de appartementen, waardoor ik een klein beetje ontspande. Takia zat onderuitgezakt op de bank, terwijl Hana aan het ijsberen was. Ik ving een flard van hun conversatie op, terwijl ik boven hun hoofden passeerde.
‘…zeker dat dit een goed idee is?’ vroeg Hana.
‘Doet er niet toe,’ zei Takia. ‘Het is ons énige idee.’
Ik haastte me naar de kamer waar ze Logan hadden vastgehouden, sprong uit de schacht en ging op zoek naar de videocameraatjes. Niet in de woonkamer. Ik keek op de klok. Ponife zou wantrouwig worden als ik er te lang over deed. Ik keek in de badkamer en de slaapkamer. Ook niets.