Home>>read Orsini broers 01 free online

Orsini broers 01(8)

By:Sandra Marton


‘O, eh… Dove è… Dove è je huis? Je casa?’

De vrouw rukte haar hand los en staarde hem nijdig aan.

Hij staarde nijdig terug. ‘Ik zal jou en opa naar huis brengen. Duidelijk? Geen politie. Geen aanklacht. Maar stel je geluk niet op de proef.’

Ze lachte. Rafe kneep zijn ogen tot spleetjes. Wie dacht ze wel niet wie ze was? Wat viel er voor haar te lachen? Ze was overgeleverd aan de genade van een man die twee keer zo zwaar was als zijzelf. Een man die bovendien flink kwaad was. Binnen een tel zou hij haar kunnen laten zien wie hier de baas was. Dat hij haar mooie gezicht maar tussen zijn handen hoefde te nemen en haar te kussen, en dat ze dan niet meer zo naar hem zou kijken, zo uit de hoogte, zo vol minachting…

Een kus, eentje maar, en haar mond zou zachter worden, haar gespannen spieren meegaand. Haar lippen zouden zich voor hem openen. Ze zou haar armen om hem heen slaan en tegen hem fluisteren, en hij zou haar begrijpen, want een man en vrouw hoefden niet per se dezelfde taal te spreken om hartstocht te herkennen, om woede om te zetten in iets heters en wilders…

Rafe schoot overeind. ‘Sta op,’ grauwde hij.

Ze kwam niet in beweging.

Hij gebaarde met zijn hand. ‘Sta op, zei ik. En jij, oudje, ga achterin zitten.’

De oude man bleef zitten waar hij zat.

Rafe wendde zich weer tot de vrouw. ‘Hij is oud,’ zei hij zacht, ‘en ik wil hem niet ruw aanpakken. Zeg tegen hem wat ik net zei.’

Hij zag aan haar blik dat ze hem begreep, maar ze zweeg.

Hij schokschouderde. ‘Goed, dan maar op de moeilijke manier.’

Er flitste iets in haar violetblauwe ogen. Ze stond op en ratelde een paar zinnen, waarop de oude man knikte, overeind kwam en in de auto stapte.

Rafe wees naar de auto. ‘Nu jij.’

Nog een venijnige blik. Toen beende ze naar de auto. Ze wilde naast de oude man gaan zitten.

‘Voorin,’ snauwde Rafe. ‘Naast mij.’

Ze zei iets wat vrouwen gewoonlijk niet zeiden, zelfs niet in de wijk waar hij vroeger woonde.

‘Dat zal anatomisch gezien niet gaan,’ zei hij kil.

Ze bloosde. Mooi. Ze verstond dus inderdaad Engels, althans een beetje. Dat maakte alles een stuk gemakkelijker. Ze stapte in.

Hij sloeg het portier achter haar dicht, liep om de auto heen en ging achter het stuur zitten. ‘Waar op de berg woon je ergens?’

Ze sloeg haar armen over elkaar.

Rafe klemde zijn tanden op elkaar en startte de motor. Hij reed heel voorzichtig achteruit, weg van het ravijn, en vervolgde de weg omhoog. De minuten verstreken, net als de kilometers. Net toen hij de hoop opgaf ooit nog iets van beschaving te zien, dook er een stadje op. Er stond een houten naambord dat eruitzag alsof het er al eeuwen was: San Giuseppe.

Hij bracht de auto tot stilstand en keek voor het eerst naar het Sicilië van zijn vader.

Huizen leunden over een smalle straat met keitjes die steil de berg op liep. Aan lijnen bevestigd aan gammele balkonnetjes hing de was boven de straat. De spitse toren van een kerkje prikte in de wolkenloze hemel boven een optocht van ezels die achter een kleine jongen aan sjokten.

Cesare had hem per se een paar korrelige kiekjes van het stadje willen laten zien van wel meer dan vijftig jaar geleden. Er was niets veranderd, ook niet aan het kasteel dat overal bovenuit torende.

Castello Cordiano.

Rafe zette de auto weer in de versnelling. De vrouw naast hem schudde haar hoofd en reikte naar het portier.

‘Wil je hier uitstappen?’

Toen ze haar kin arrogant naar voren stak, viel de blauwe plek die hij had veroorzaakt, des te meer op.

Hij voelde zich schuldig. ‘Luister, wat je kin betreft…’

Weer een flits in die violetblauwe ogen.

‘Ja, ik weet het, en het gevoel is geheel wederzijds. Wat ik wilde zeggen is dat je ijs op die blauwe plek moet doen, dan wordt het niet zo’n grote bult. En neem een aspirine. Weet je wat aspirine is? As-pi-ri-ne,’ zei hij, in het besef dat het idioot moest klinken, maar hij wist geen betere manier om het haar duidelijk te maken.

Ze snauwde iets. De oude man antwoordde, en uit zijn toon bleek dat hij protesteerde, maar ze herhaalde haar woorden. Met een zucht opende hij het portier en stapte uit.

Rafe pakte haar bij de elleboog vast toen ze de oude man wilde volgen. ‘Heb je me begrepen? IJs. En aspirine. En –’

‘Ik heb het begrepen,’ zei ze koel. ‘En nu eens zien of jij mij begrijpt. Ga weg, zoals Enzo ook al zei.’

Rafe staarde haar aan. ‘Spreek je Engels?’

‘Ik spreek Engels, ja. En Italiaans en Siciliaans, en jij kennelijk niet.’ Haar verbluffend mooie ogen vernauwden zich. ‘Je bent hier niet welkom. Als je niet uit jezelf vertrekt, zal Enzo je helpen.’

‘Enzo? Die opa?’ Rafe lachte. ‘Nou ben ik echt bang, schatje.’