Home>>read Orsini broers 01 free online

Orsini broers 01(47)

By:Sandra Marton


‘Ik heb al een jas.’

Nella kwam terug met een leren exemplaar. ‘Pas maar eens,’ zei Rafe. ‘Alsjeblieft.’

Haar gezichtsuitdrukking werd zachter. ‘Goed dan, maar ik beloof niets.’ Ze gleed in de jas en keek in de spiegel. Hij zag haar in de spiegel, met de lippen die ‘O’ vormden, en hoorde haar zucht van verrukking. Het drong tot hem door dat zijn vrouw niet veel vreugde had gekend in haar leven. Bij dat besef wilde hij naar Sicilië teruggaan om haar vader door elkaar te schudden tot zijn tanden rammelden.

De verkoopster trok haar wenkbrauwen op. ‘Vindt u de jas niet mooi, sir?’

Rafe haalde diep adem om tot zichzelf te komen. ‘Juist wel.’ Met een geforceerde glimlach gaf hij zijn creditcard aan de verkoopster. ‘We nemen alles,’ zei hij bedaard.

Nella’s wenkbrauwen gingen nog verder omhoog. ‘Alles?’

‘Alles,’ herhaalde hij, terwijl hij zijn vinger op zijn lippen legde. ‘Laat alles bij mij thuis bezorgen. Duidelijk?’

De vrouw keek hem met een brede begrijpende glimlach aan. ‘Zeker, Mr. Orsini.’

Mooi. Dan was er in elk geval iemand die het begreep, want hij begreep er niets van. Hij had een vrouw die niet echt zijn vrouw was. Een vrouw die hij niet wilde. Een vrouw die hem was opgedrongen door hun vaders.

Maar toch, alleen al naar haar te kijken bracht hem vreugde. Meer dan vreugde. Het was…

Met een frons blafte hij Chiara’s naam.

Met een ruk draaide ze zich om.

Hij wist wat hij moest zeggen. Dat het al laat werd. Dat ze nog van alles moesten doen. Dat hij niet wist waarom hij had gezegd dat hij haar zou laten zien wat hij voor de kost deed, want hij zou het kantoor van Sayers bellen om de scheiding in werking te zetten.

‘Raffaele? Wat wilde je zeggen?’

‘Ik wilde zeggen…’ zei hij bars. ‘Ik wilde zeggen dat je er mooi uitziet.’

Ze glimlachte. ‘Dat komt door de jas. En de trui. En –’

‘Echt niet,’ zei hij, en toen lag ze in zijn armen en kuste hij haar met een vuur dat alles overtrof wat hij zich ooit had voorgesteld.





Hoofdstuk 13





Terwijl Chiara in de taxi stapte die hij had aangehouden, belde Rafe de portier om te melden dat hij een zending van Saks verwachtte, en dat alles naar zijn penthouse kon worden gebracht, naar zijn slaapkamer.

Toen stapte hij ook in. Hij hield de hand van zijn vrouw vast en gaf de chauffeur opdracht naar Balthazar te rijden, een bistro in Soho waar het ontbijt een ritueel was, haast een kunst.

Ze werden hartelijk verwelkomd en naar zijn tafeltje geleid. Chiara nam het menu aan maar keek er niet in, want ze had het te druk met om zich heen kijken.

Ook Rafe sloeg geen blik op het menu, want hij had het te druk met naar zijn vrouw kijken. Allemachtig, wat was ze mooi! En dat kwam niet door de nieuwe kleren; ze was gewoon zelf zo mooi, zo levenslustig. Onderweg in de taxi had ze gestraald bij het zien van alle gebouwen en mensen.

‘Wat een stad,’ had ze verrukt gezegd. ‘Al die mensen! Waar zouden ze allemaal zo haastig naartoe gaan?’

Intussen vroeg Rafe zich af waar hij zelf naartoe ging. Niet alleen naar het ontbijt. Hij was op weg, met de snelheid van het licht, naar een onbekend oord, en dat kwam door zijn vrouw. Ook al was het dwaas, zo beschouwde hij haar. Als zijn vrouw, Mrs. Orsini, de vrouw van Raffaele. En sinds wanneer hield hij ervan zijn hele naam te horen in plaats van Rafe? Zoals zij het zei, klonk het als een zegen…

‘O, Raffaele, wat is het hier leuk! Kom je hier vaak? Het is niet echt dicht bij je huis, toch?’

De ober stond naast hen, maar Rafe gebaarde dat ze later zouden bestellen. ‘Dat klopt, maar mijn kantoor is hier wel in de buurt.’

Haar glimlach verzwakte. ‘Je kantoor?’

‘Ja, daarom kom ik hier vaak eten.’

‘Je werkt dus niet van huis uit, zoals… zoals…’

‘Zoals je pa? Nee, daarvoor is mijn bedrijf te groot.’

‘O.’

Hij besefte dat ze nu dacht dat zijn ‘bedrijf’ nog machtiger was dan dat van haar vader. Des te groter zou haar verrassing zijn als ze het Orsini Brothers-gebouw zag en zijn eigen mooie kantoor.

‘Wat kan ik voor jou bestellen?’ vroeg hij opgewekt.

Ze legde de kaart neer. ‘Ik… Ik heb eigenlijk niet veel trek.’

‘Chiara,’ zei hij zacht, ‘veroordeel me nog niet.’ Hij kuste haar handpalm. ‘Goed?’

Hun blikken vonden elkaar. Er ging een schok door Chiara heen. Haar man zag er knap en serieus uit, en, o, hemel, nee, ze werd niet verliefd op hem… Ze hield al van hem. Wanhopig veel. Opeens drong het tot haar door dat het niet uitmaakte of hij net zo’n organisatie had als haar vader. Het was vreselijk, maar het kon haar niet schelen. Het ging er alleen om dat ze van hem hield. En dat ze hem kwijtraakte.