Chiara had niets aan haar gezicht gedaan, en ook niet aan haar haren. Die vormden een donkere stralenkroon van zijde. Hij wist niet wat hij het liefst wilde: met haar terug naar bed gaan of haar gewoonweg vasthouden.
Maar daar was het weer, die droevige uitdrukking in haar mooie ogen. Had ze spijt van hun lange heerlijke nacht?
‘Lieveling?’ Hij aarzelde. ‘Had je het liever niet gewild?’
Hij verwachtte een snelle ontkenning, maar de seconden tikten voorbij, tot ze haar hoofd schudde en zich tegen hem aan vleide. ‘Weet je,’ zei ze met een klein stemmetje, ‘ik begrijp er niets van.’
Hij was enorm opgelucht. Hij ging zover achteruit dat hij haar gezicht weer kon zien en wierp haar een schalks lachje toe. ‘Wat begrijp je niet, schatje? Ik wil je graag helpen.’
‘Serieus, Raffaele. We kennen elkaar nauwelijks, en ons huwelijk is niet…’ Vreemd genoeg kon ze het niet zeggen. ‘Het is geen normaal huwelijk. We zijn bij elkaar doordat jij mijn ridder op het witte paard was.’
‘Ik stel je niet graag teleur, maar ik denk dat mijn harnas daarvoor niet glanzend genoeg was.’
‘Dat ook,’ zei ze zacht. ‘Je… Je werk.’
Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Tja, ik geef toe dat veel mensen niets zien in mijn werkzaamheden, maar…’
‘Je bent zo goed voor mij geweest. Zo lief.’ Haar blik zocht die van hem. ‘Hoe kun je dan bij hen horen?’
‘Bij wie?’
‘Je weet wel. Bij… Hoe noemen ze dat hier? Bij de organisatie van mijn vader en die van jou.’
Het duurde even voordat hij het doorhad. Ze dacht nog steeds dat hij een gangster was. Bijna moest hij lachen. ‘Goed,’ zei hij monter, ‘het plan is als volgt. We gaan douchen, ons aankleden en ontbijten, en daarna zal ik jou eens laten zien wat ik voor de kost doe. Want dat, lieveling, is wel iets heel anders dan wat jij denkt. Ik zie dat je het belangrijk vindt.’
‘Natuurlijk vind ik dat belangrijk,’ zei ze verontwaardigd. ‘Jij en ik… We hebben…’
‘Fantastische dingen gedaan,’ zei hij schor. ‘Ongelooflijke dingen.’ Hij kuste haar traag. ‘En dat zullen we weer doen, schat, maar eerst laat ik je zien wie ik echt ben.’
Chiara knikte. ‘Goed,’ mompelde ze. Ze hoopte echt dat hij anders was. Want hoe kon ze naar bed gegaan zijn met een man die net zo slecht was als haar vader? Hoe had ze in zijn armen kunnen liggen? En vooral, hoe kon ze van hem zijn gaan houden?
Rafe had gewild dat ze samen met hem douchte, maar ze weigerde.
Hij wist dat hij haar binnen een minuut van gedachten kon laten veranderen. Een streling, een kus… Maar dan zou hij zich nog schuldiger voelen over het aantal keren dat ze met elkaar gevrijd hadden, die nacht.
Dus liet hij het bij een kus. Of eigenlijk een aantal kussen. Uiteindelijk trok hij haar haveloze jurk weg die ze als een schild voor zich hield en streelde met zijn lippen over haar tere tepels. Het was hels om daarmee op te houden, maar de wetenschap dat zij hem niet wilde laten stoppen, maakte alles de moeite waard.
‘Later,’ zei hij zacht, waarna hij haar omdraaide in de richting van de deur en haar maande op te schieten.
Ze snoof. ‘Ik neem van jou geen bevelen aan… O!’
Op die reactie had hij al gehoopt toen hij haar een klapje op haar blote bil gaf – ze hield haar jurk weliswaar weer als een schild vast, maar leek er niet bij stil te staan dat ze zo alleen haar voorkant bedekte. Ze snakte naar adem toen hij haar vervolgens op dezelfde plaats snel kuste.
IJlings toog ze daarop naar de badkamer. Hij grinnikte. Waarschijnlijk moest hij hier later de prijs voor betalen. Dat hoopte hij althans.
Twintig minuten later was hij klaar voor het ontbijt, gekleed in een spijkerbroek, een donkerblauwe trui en een leren jas. Beneden merkte hij dat zijn vrouw op hem wachtte. De omgekeerde wereld. Hij had verwacht dat ze nog wel een minuut of twintig, dertig nodig zou hebben.
Ze had haar haren gefatsoeneerd, weer in zo’n knotje, en weer droeg ze zo’n zwarte jurk.
Ze moest iets gezien hebben in zijn blik, want ze bloosde licht en streek over haar jurk. ‘Ik weet wel dat de vrouwen hier in New York zoiets niet dragen, maar…’
Hij sloeg een arm om haar heen en kuste haar. Dit was precies de opening waarop hij had gewacht, en daar zou hij gebruik van maken. ‘Het ontbijt kan wachten,’ zei hij. ‘Eerst gaan we op zoek naar wat vrouwen in New York wel dragen.’
Het was nog vroeg. Te vroeg voor Saks om open te zijn, maar waarom zou hij zich daardoor laten weerhouden? Hij had een cliënt, die iemand kende, die iemand…
Tegen de tijd dat ze in de lobby kwamen, had hij een paar telefoontjes gepleegd, en toen ze bij Saks aankwamen, stond een hoffelijke heer in kostuum bij een zijdeur op hen te wachten.