Ze stak haar hand op en legde haar vingers licht op zijn lippen. ‘Het… Het is niet dat ik jouw vrouw niet wil zijn. Ik wil gewoon niemands vrouw zijn. Snap je?’
Nee, niet echt. Hij ging al met vrouwen om sinds zijn zestiende, en hij was nog nooit een vrouw tegengekomen die niet op een huwelijk uit was, ook al beweerden ze soms het tegendeel.
Toen ging hij na wat hij wist van de vrouw in zijn armen. Haar dominante vader, haar geïsoleerde leventje, en vooral haar angst voor seks, een angst die hij de afgelopen uren niet echt verlicht had.
‘Ik meen het,’ zei ze. ‘Het komt niet door jou. Het geldt voor iedere man.’ Ze gleed terug in zijn armen, haar gezicht naar hem opgeheven, haar ogen stralend en met betraande donkere wimpers. ‘Snap je?’
Alle mensen, wat was ze mooi! Zo kwetsbaar, hier in zijn armen… ‘Ik snap het,’ zei hij ietwat schor. ‘Maar je moet weten… dat niet alle mannen beesten zijn, lieveling.’
Een flets glimlachje welfde haar lippen. ‘Misschien ben jij de uitzondering.’
De uitzondering? Als dat zo was, zou zijn lijf niet op haar warmte reageren. Hij zou zich niet afvragen of haar mond nog net zo zoet was als hij zich herinnerde, en of ze naakt was onder het grote katoenen geval dat ze bij wijze van nachthemd droeg.
‘Ik… Ik waardeer je… je fatsoen,’ zei ze.
In hem schreeuwde zijn mannelijke instinct: ‘O ja? Toon die waardering dan!’ Hij ging rechtop zitten, trok Chiara’s armen los en zette haar terug tegen de kussens, dankbaar – of nee, hoopvol – dat zijn ruime trainingsbroek niets blootgaf van de uitwerking die ze op hem had.
‘Oké,’ zei hij monter, ‘zo gaat het goed.’ Ze reageerde niet. ‘Dan moest je nog maar proberen wat te slapen.’ Nog steeds geen reactie. Hij schraapte zijn keel. ‘Chiara? Wat die scheiding betreft…’
‘Ja?’
De hoopvolle klank in dat ene woordje zou hem dolblij hebben gemaakt als Ingrid het had gezegd, of een van een stuk of honderd andere vrouwen, maar nu voelde hij iets van spijt. ‘Ik bel morgenochtend meteen mijn advocate om alles in gang te zetten.’
Ze slaakte een diepe zucht. ‘Grazie bene, Raffaele. De juwelen –’
‘Laat maar zitten. Die zijn van jou.’
‘Ik kan mijn deel van de kosten betalen.’
‘Laat maar, zei ik.’ Hij wist dat hij bars klonk, maar zou ze nou echt denken dat hij haar zou laten betalen? ‘Hou ze maar,’ zei hij, milder nu.
‘Grazie. Ik kan het geld goed gebruiken. New York is een dure stad, toch?’
‘Het is hier duur, ja, maar je zult je wel redden. Zeker met de alimentatie.’ Alimentatie? Wat zei hij nu? Waarom zou hij alimentatie geven aan een vrouw met wie hij nog niet eens vierentwintig uur getrouwd was?
‘Ik hoef geen alimentatie, Raffaele. We zijn niet echt getrouwd.’
‘Ja, maar dit is Amerika. Iedereen betaalt hier alimentatie,’ zei hij effen, ook al kon hij de verontwaardigde uitroep van zijn advocate al horen.
Chiara glimlachte. ‘Volgens mij ben jij een integer man, Raffaele Orsini,’ zei ze heel zacht.
Uit puur schuldgevoel spanden zijn kaken zich. Zo zou ze niet over hem denken als ze wist hoe zijn lichaam reageerde op de zachte hand die ze op zijn dij had gelegd. Hij haalde de hand weg, schudde die even en stond op. ‘Mooi zo,’ zei hij, opnieuw monter. ‘Tijd om nog wat te slapen.’
Haar glimlach verdween.
‘Die nachtmerrie blijft nu wel weg,’ zei hij zacht. Toen ze zweeg, schraapte hij zijn keel. ‘Als je wilt… Als je wilt, blijf ik hier op die stoel zitten tot je in slaap valt.’
‘Vind je dat niet vervelend?’
‘Nee, hoor, dat doe ik graag.’
‘Zit je dan niet ongemakkelijk?’
Ongemakkelijk? Nou en of. De betreffende stoel was een Queen Anne, een Maria Antoinette, een Lady Godiva of iets dergelijks. Een iel gevalletje. Hij had zijn eigen stempel gezet op de woonkamer, de bibliotheek, de eetkamer en zijn eigen slaapkamer, maar na een tijdje had hij er geen zin meer in gehad en had hij een interieurontwerper losgelaten op de logeerkamers. Met als gevolg onder andere die stoel.
‘Raffaele? Ik wil niet dat je om mij oncomfortabel moet zitten.’
‘Geen probleem,’ zei hij. Meteen trok hij de stoel naar voren en ging zitten, biddend dat het ding het niet onder zijn gewicht zou begeven.
‘Grazie bene,’ zei ze zacht.
Hij knikte. ‘Ga jij nou maar slapen, dan –’
Ze sliep al.
Hij bleef een tijdje naar haar zitten kijken, naar haar donkere wimpers tegen haar bleke wangen, de krullen om haar gezicht, het regelmatige rijzen en dalen van haar borsten. Hij trok haar dekbed hoger, over haar schouders.