Iets wekte hem.
Hij wist niet wat het was. Een geluid, maar niet van zijn wekker. De rode cijfertjes gaven aan dat het vijf over vijf was, dus zou het nog bijna een uur duren voordat het ding zich zou laten horen.
Daar hoorde hij het weer. Zwak, maar… Gehuil? Dat was het. Chiara huilde.
Hij zat rechtop in bed en wreef over zijn ruwe kin en wangen. Wat nu? Haar negeren? Gewoon laten huilen? Steeds als hij vriendelijk voor haar wilde zijn, reageerde ze als een straathond. Hij ging weer liggen, zijn hoofd op zijn armen. Was ze ongelukkig? Zelf was hij ook niet in de zevende hemel. Als ze huilde, moest ze dat maar doen.
Maar het hield niet op. Nou, en? Hij had wel vaker vrouwen horen huilen. Ingrid bijvoorbeeld, een paar dagen geleden… Een leven geleden, leek het nu. Maar dat had anders geklonken. Niet zo bedroefd en verloren, niet alsof de tranen recht uit haar ziel kwamen.
Rafe schoof de dekens van zich af en stond op om naar Chiara’s kamer te gaan. Voor de deur bleef hij staan. ‘Chiara?’
Eerst dacht hij dat het snikken ophield, maar dat was niet zo. Het geluid werd nu alleen gesmoord. Ze huilde alsof haar hart brak.
‘Chiara,’ herhaalde hij. Zacht klopte hij aan. Geen reactie. Hij ademde in en probeerde de deur te openen. Dat lukte.
De kamer was in duisternis gehuld, maar ze had de lamp van de badkamer aan gelaten met de deur op een kiertje. Hij kon een hoopje dekens op het bed zien liggen.
Weer zei hij haar naam zacht, en weer kwam er geen reactie. Langzaam en met de overtuiging dat hij er spijt van zou krijgen, want ze zou vast het hele gebouw alarmeren zodra ze wist dat hij in haar kamer was, ging hij op het randje van het bed zitten. Nu zag hij haar beter. Ze lag op haar buik, haar gezicht tegen het kussen.
Zijn hart trok zich samen. Wat was ze klein en bang… En hij had het alleen maar erger gemaakt. Zonder na te denken legde hij zijn hand op haar haren. ‘Chiara, lieverd, het spijt me. Toe, niet huilen…’
Het beddengoed leek te exploderen. Rafe wapende zich tegen een gil, een klap… maar niets daarvan gebeurde. Chiara wierp zich tegen hem aan, sloeg haar armen om zijn nek en begroef haar betraande gezicht tegen zijn naakte schouder.
Verbijsterd bleef hij even roerloos zitten. Toen legde hij voorzichtig een arm om haar heen, gevolgd door zijn andere arm. Hij sloot zijn ogen. Het voelde fantastisch om haar zo vast te houden. En wat rook ze lekker. Zijn zeep en shampoo, vermengd met de geur van een vrouw… van Chiara. Van zíjn vrouw.
Zijn lichaam reageerde erop, en hij verwenste het. Deze situatie had niets seksueels. De ochtend daalde neer op een slapende stad, en hij had een huilende vrouw in zijn armen. ‘Chiara,’ zei hij teder, ‘wat is er? Heb je een nachtmerrie gehad?’
Ze knikte. Haar haren, al die donkere mooie krullen, gleden als gevederde pluisjes langs zijn huid. Weer sloot hij zijn ogen. Hij trok haar dichter naar zich toe, richting zijn borst. ‘Wil je erover praten?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Nee? Goed, dat hoeft ook –’
‘Ik droomde dat het mijn huwelijksnacht was.’
Zijn kaken werden strak. Het wás haar huwelijksnacht. Wat een opdonder, om te weten dat hij haar nachtmerrie was.
‘Het is goed, schatje. Er gebeurt niets met je. Dat beloof ik je.’
‘Mijn huwelijksnacht… met Giglio.’
Dat was pas een nachtmerrie. Rafe pakte haar nog steviger vast. ‘Stil maar, lieveling. Het was maar een nare droom.’
Ze huiverde zichtbaar. ‘Het leek zo echt. Zijn handen op me, en zijn mond…’
‘Stil maar,’ zei hij weer, woest om het beeld. ‘Giglio kan niet bij je komen. Niet meer.’
Het bleef stil. Weer een huivering. Toen klonk een gefluister, zo zacht dat hij het bijna niet kon horen.
‘Wat zei je?’ Hij boog zich verder naar haar toe.
‘Ik zei… Ik zei dat ik me vreselijk heb gedragen, Raffaele. Je hebt me van hem gered. In plaats van je dankbaar te zijn, heb ik je beschuldigd van… van allerlei afschuwelijke dingen.’
Hij glimlachte. ‘Volgens mij hebben we elkaar van allerlei afschuwelijke dingen beschuldigd.’
‘Ik had alleen nooit gedacht dat het echt zou gebeuren. Mijn vader had wel gedreigd dat hij me aan een Amerikaan zou uithuwelijken, maar –’
‘Precies wat iedere man graag wil,’ zei hij, in een poging luchthartig te klinken. ‘Dat hij de nachtmerrie is van een mooie vrouw.’
Het drong niet tot haar door. ‘Nee,’ zei ze snel, ‘ik droomde niet van jou, maar –’
‘Weet ik, ik bedoelde alleen… Chiara, je moet me geloven. Mijn vader wilde dat ik met je trouwde, maar ik was dat niet van plan. Niet dat een man niet zou boffen met jou,’ voegde hij er snel aan toe, ‘maar –’