Wat hij deed, was opnieuw met haar vrijen tot ze van pure uitputting tegen de ochtend in slaap vielen.
Pas aan het begin van de middag werden ze wakker, en na een lichte lunch besloot Zephyr haar mee te nemen naar de akropolis.
Ze had de prachtige tempelruïne wel eens op televisie gezien, maar was totaal niet voorbereid op de ongekende sensatie die zich van haar meester maakte op de plek waar volgens velen de Westerse beschaving is ontstaan. Sprakeloos keek ze naar het Parthenon, met een eerbied die haar de rest van de dag niet meer verliet.
Toen ze Zephyr vertelde wat die plek met haar deed, lachte hij haar niet uit, zoals Art gedaan zou hebben. Hij knikte slechts en keek haar ernstig aan.
‘Dit hier is niet zomaar een stapel stenen. Waar we nu staan, is geschiedenis geschreven. Die gedachte kan niemand onberoerd laten.’
Zonder erbij na te denken pakte ze zijn hand. ‘Waar je ook bent, jij ziet altijd meteen wat er eigen is aan een plek. En in plaats van daar iets aan te veranderen, probeer je dat eigene juist te versterken. Daarom zijn jouw projecten zo bijzonder.’
Er waren maar weinig projectontwikkelaars die zo te werk gingen, en geen van hen had zoveel succes als Stamos & Nikos Enterprises.
‘Neo en ik hebben al vroeg geleerd om te herkennen wat waardevol is.’ Hij vlocht zijn vingers door de hare en keek haar aan met een blik die haar vertelde dat hij niet alleen op vastgoedprojecten doelde.
‘Ook in het kindertehuis?’ vroeg ze zacht.
‘Ik geef toe dat ik daar meer in zag dan Neo.’
‘Dat verbaast me niets. Heerlijk als je dat kunt. Ik wou dat ik het als kind had gekund.’ Dan zou ze al die verhuizingen in haar jeugd minder erg hebben gevonden.
‘Onderschat jezelf niet. Dat was nu juist een van de eerste dingen die ik in je bewonderde.’
‘Echt waar?’
‘Absoluut. Als jij naar een pand kijkt, zie je niet hoe het eruitziet, maar hoe het eruit zou kunnen zien.’
‘Dat is niet hetzelfde.’
‘Nee, maar het komt wel voort uit dezelfde houding.’
‘Waarom was ik als kind dan zo ongelukkig?’ Om de paar jaar van huis en school veranderen was een traumatische ervaring geweest.
‘Ik denk niet dat je ongelukkig was omdat je niet de goede kanten kon zien van de veranderingen die de militaire carrière van je vader met zich meebracht, maar omdat je steeds opnieuw dingen moest achterlaten waar je van hield en die je leuk vond.’
Ze voelde een brok in haar keel. Wat begreep hij haar toch goed! Steeds als ze een plek had gevonden waar ze zou willen blijven, werd die haar weer afgenomen. En toch…
‘Er zijn zoveel kinderen die zo opgroeien.’
‘Dat maakt niet uit. Er zaten meer dan twintig kinderen in het kindertehuis, maar dat maakte het voor mij niet gemakkelijker om te accepteren dat mijn moeder mij daar achterliet.’
‘Heeft je moeder je daar áchtergelaten?’
Zephyr liep naar een uitzichtpunt. Hij begreep zelf niet goed waarom hij dat gezegd had. Zelfs met Neo had hij het er nooit over gehad. Hij voelde echter dat hij op het punt stond om Piper de waarheid te vertellen. Misschien niet alles, maar toch op zijn minst een deel, al begreep hij zelf niet waarom.
‘Hoe oud was je toen?’ vroeg ze na een korte stilte.
‘Vier jaar, bijna vijf.’ Hij keek op haar neer om haar reactie te peilen. Die stelde hem niet teleur.
Met haar grote blauwe ogen keek ze hem geschokt aan. ‘Ik dacht dat je nog maar een baby was!’
‘Nee. Mijn moeder was prostituee.’ Opnieuw voelde het haast onwezenlijk dat hij dat hardop zei. ‘Op een dag werd een van haar klanten verliefd op haar. Hij wilde met haar trouwen, maar had geen zin om opgescheept te worden met een herinnering aan haar vorige leven.’
Sinds hij volwassen was, had hij daar in zekere zin wel begrip voor, maar vergeven kon hij het niet. Als kind had hij sterk aan zijn moeder gehangen. Zij was de enige zekere factor geweest in zijn leven, de enige die van hem hield en hem accepteerde. Met zijn kinderverstand had hij nooit kunnen begrijpen waarom ze had gedaan wat ze had gedaan en waarom hij door haar man was afgewezen. In het begin was de man heel aardig tegen hem geweest. Tot het moment waarop hij besloot zijn moeder vrij te kopen van haar pooier… Zephyrs vader.
‘Maar je was haar kínd!’ riep Piper geschokt.
Hij greep haar hand steviger vast. ‘Mijn moeder kwam me eens in de maand opzoeken, maar al gauw had ik liever dat ze wegbleef.’
‘Omdat ze je nooit meenam als ze weer naar huis ging?’
‘Precies.’ Hoezeer hij haar in het begin ook huilend had gesmeekt hem mee te nemen…
‘Wanneer heb je haar voor het laatst gesproken?’
‘Vorige maand.’ Sinds hij met Neo uit het kindertehuis was weggelopen, had hij haar echter nooit meer gezien.