‘Wat een verdorven egoïstische tiran!’ Wat een verdriet moest Zephyr als kind hebben gehad, en hoe begrijpelijk dat zijn vermogen om mensen te vertrouwen en van ze te houden beschadigd was.
‘Dat vond ik ook. Ik was absoluut niet van plan om de plichtsgetrouwe zoon te spelen van een man die mijn moeder als handelsartikel had gebruikt en blij was dat ze mij in een kindertehuis had opgeborgen.’
‘En zijn Neo en jij toen weggelopen?’
‘Ja. Neo heeft bij zijn moeder gewoond tot ze stierf. Het kindertehuis was als een gevangenis voor hem. We besloten samen een nieuw leven op te bouwen, zo ver mogelijk van de plek waar we waren geboren.’
‘Dat is jullie heel goed gelukt. Maar waarom vertel je me juist nu ineens over je vader?’
Met een diepe zucht wendde Zephyr zijn hoofd af.
‘Kom, vertel op.’
‘Toen de gelegenheid zich voordeed, heb ik gezorgd dat de waarheid over zijn investeringen aan het licht kwam.’
‘Dat is dus die genadeloze kant van je karakter.’
‘Precies.’
‘Moest hij de gevangenis in?’
‘Nee, hij was rijk en dat was zijn redding. Maar zijn vrouw, die van niets wist, was hij kwijt. Als toppunt van ironie is hij uiteindelijk met een van zijn hoertjes getrouwd, bij wie hij nog twee kinderen heeft gekregen. Twee meisjes. Zijn vrouw bestiert het huishouden al net zo meedogenloos als hij zijn vrouwenstal bestierde.’ Er gleed een zweem van afschuw over zijn gezicht. ‘We nodigen ze niet uit voor de bruiloft. Die meisjes zijn nog te jong om te weten wie ik ben, en ik heb er geen behoefte aan om die pooier als mijn vader te erkennen.’
‘Maak je geen zorgen, geen haar op mijn hoofd die erover piekert,’ antwoordde Piper huiverend.
‘Als het erop aankomt, ben ik genadeloos.’ Hij keek haar vragend aan.
‘Dat klinkt alsof ik me zorgen moet maken.’
‘Zoveel zorgen dat je liever niet met me trouwt?’
‘Dat hangt ervan af.’
‘Waarvan?’
‘Of er nog meer dingen zijn die je me niet hebt vertelt.’ Ze knipperde met haar ogen om te laten merken dat ze maar een grapje maakte.
‘Nee, je weet nu alles,’ antwoordde hij ernstig.
‘Ik maakte maar een grapje. Daar maak ik me echt geen zorgen over. Mijn gevoelens voor jou zijn niet veranderd door wat ik vandaag heb gehoord.’
‘Ben je niet bang dat ik op mijn vader lijk?’
Ze greep hem bij zijn schouders en probeerde hem door elkaar te schudden. ‘Hoe kun je dat vragen? Je lijkt totaal niet op die egoïst!’
‘Mijn vader was genadeloos als hij zijn zin wilde hebben.’
‘En jij bent genadeloos als het om de waarheid gaat. Dat kan wel eens intimiderend overkomen, maar het heeft niets te maken met die man die anderen liet lijden om zelf een luxeleventje te kunnen leiden.’
‘Ik wilde hem niet straffen voor wat hij mij heeft aangedaan, maar ik wilde wel dat zijn omgeving begreep wat voor man hij was en hoe hij anderen uitbuitte.’
‘Dat weet ik.’
‘Hij heeft veel levens verwoest.’
‘En ik durf te wedden dat hij daar nooit spijt van heeft gehad. Art heeft meer met hem gemeen dan jij.’
‘Ze hadden familie van elkaar kunnen zijn.’
‘Precies. Ik begrijp trouwens niet hoe Art ooit zo’n egoïst heeft kunnen worden, die blind is voor zijn eigen fouten. Zijn familie bestaat uit allemaal aardige fatsoenlijke mensen.’
‘Mijn moeder wilde mij niet uit vrije wil afstaan. Dat begreep ik al toen ik nog heel klein was. Ze had domweg geen keus, ze wilde niet dat ik zou opgroeien in een bordeel.’
‘Dus heeft ze uiteindelijk de minste van twee kwaden gekozen en daar de rest van haar leven de prijs voor moeten betalen.’
‘Ik denk dat je gelijk hebt.’ Hij keek haar aan alsof het hem eindelijk begon te dagen. ‘Daarom wil je haar natuurlijk uitnodigen voor de bruiloft. Je vindt dat ze nu wel genoeg gestraft is.’
‘Ik denk dat jullie allebei genoeg gestraft zijn. Het is zo gelopen, daar valt niets meer aan te veranderen.’
‘Ik zal haar morgen bellen.’
Zephyr staarde niets ziend naar zijn computerscherm. Hij dacht aan zijn moeder en aan de blik in haar ogen als ze zei dat ze van hem hield, voor ze hem weer achterliet in het kindertehuis. Hij had het zichzelf nooit willen toegeven, maar die intens verdrietige blik was hij nooit vergeten. Zijn ogen brandden.
Zijn mobiel begon te rinkelen. Op het display zag hij dat het Piper was.
Hij had bij Tiffany’s een trouwring besteld en hun namen en de datum waarop ze elkaar voor het eerst hadden ontmoet erin laten graveren. Niets bijzonders, maar hij wist zeker dat ze er dolgelukkig mee zou zijn.
‘Hoe ging het?’ vroeg Piper zonder inleiding.