Home>>read Onwankelbaar verlangen free online

Onwankelbaar verlangen(37)

By:Lucy Monroe


‘Wat grootmoedig van je.’

Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Maar niet mijn bedrijf. Je hebt zelf een reputatie opgebouwd met Très Bon.’

‘Een reputatie die jij vervolgens door het slijk hebt gehaald met je leugens.’

‘Ik had verdriet om onze breuk, dat zei ik zojuist al. Ik was gewoon mezelf niet meer en daardoor heb ik wel eens overdreven.’

‘Je hebt van alles en nog wat uit je duim gezogen.’

‘Misschien wel.’ Hij trok een gezicht.

Piper had schoon genoeg van dit gesprek. ‘Ben je nu hier om je verontschuldigingen aan te bieden?’

‘Wel als dat helpt.’

‘Helpt voor wat?’ Ze begreep nog altijd niet wat hij nu precies kwam doen.

‘Om me van Zephyr Nikos’ zwarte lijst af te halen.’

Waar had hij het over? ‘Zephyr? Wat heeft die in vredesnaam met jou of met Très Bon te maken?’ Zijn bedrijf maakte niet het soort ontwerpen dat Zephyr wenste, daarvoor waren ze niet innovatief genoeg.

‘Hij maakt mijn bedrijf stelselmatig zwart en dat kost me steeds meer klanten.’

‘Je gelooft toch niet echt dat ik hem heb gevraagd om je zwart te maken?’ vroeg ze diep beledigd. ‘Je kent me goed genoeg om te weten dat ik zoiets nooit zou doen.’

‘Dat dacht ik, maar een man als hij zit niet zonder reden achter me aan. Daarvoor ben ik niet belangrijk genoeg.’

Het kostte hem vast moeite om dat toe te geven. ‘Als hij kwaadspreekt over je, waarom heb je dan geen advocaat in de arm genomen?’

‘Alsof die man zo stom is om dingen te zeggen waarvoor hij vervolgd kan worden!’

‘Precies. Zephyr heeft het veel te druk om tijd te besteden aan het bekladden van die opgeblazen reputatie van je.’

‘Vraag het hem dan zelf! Très Bon is vrijwel failliet, en dat is zijn schuld.’

‘Hou op en waag het niet om Zephyr Nikos nog ooit in mijn bijzijn te beledigen! Hij is honderd keer meer waard dan jij ooit zult worden. Als je bijna failliet bent, dan komt dat doordat je te veel leningen afsluit. Dat heb je altijd al gedaan.’

‘Zijn lastercampagne heeft me klanten gekost!’

‘Lastercampagne? Nu weet ik helemaal zeker dat je liegt. Zephyr houdt zich helemaal niet bezig met zulke dingen.’

Zephyr genoot van de felle manier waarop Piper hem verdedigde, maar het werd tijd om tussenbeide te komen.

‘Voor iemand als ik is het al genoeg om hier en daar een opmerking te maken,’ zei hij, terwijl hij naderbij kwam.

Pipers gezicht lichtte op. ‘Ik wist niet dat je langs zou komen.’

‘Ik hoorde dat Arthur Bellingham in Seattle was.’ Hij nam de man een ogenblik van top tot teen op en leek niet erg onder de indruk. Was Piper met die kerel getrouwd geweest? ‘Ik had meteen al zo’n vermoeden dat hij bij jou zou komen uithuilen, in plaats van zich als een echte vent te gedragen en naar mij toe te komen.’

‘Een echte vent?’ viel Art woedend uit. ‘Ik heb u nog nooit ontmoet, Mr. Nikos. Hoe had ik in vredesnaam een afspraak moeten maken?’

‘Heb je mijn secretaresse gebeld?’

Art dacht even na, alsof die mogelijkheid nog niet bij hem was opgekomen. ‘Nee,’ zei hij toen.

‘Ze heeft instructies om je gelijk door te verbinden.’

‘Heb je je secretaresse instructies over Art gegeven?’ vroeg Piper verbaasd. Zou hij dan toch iets te maken hebben met de afbrokkelende reputatie van Très Bon? ‘Laat je soms ook zijn gangen nagaan?’

‘Ik pak de dingen grondig aan,’ antwoordde Zephyr schouderophalend, hoewel hij zich minder op zijn gemak voelde dan hij deed voorkomen.

‘Je bent een tiran,’ beet Art hem met een kleur van woede toe.

Zephyr keek hem een ogenblik zwijgend aan. De man was al net zo gek als hij had verwacht. ‘Uitschelden is niet direct de beste manier om iets van me gedaan te krijgen,’ merkte hij minachtend op.

‘Van jou krijg je sowieso niets gedaan! Als jij iets in je hoofd hebt, brengt niemand je op andere gedachten,’ snauwde Bellingham, die geen moeite meer deed om zich te beheersen.

‘Ik zou haast respect krijgen voor je vooruitziende blik om het niet zakelijk aan te pakken.’

‘Toen ik eenmaal besefte dat jij erachter zat dat ik mijn klanten kwijtraakte, heb ik je eens nagetrokken. Je wordt omschreven als koppig, intelligent, meedogenloos en bedrieglijk charmant, maar geen mens noemt je redelijk.’

‘Dat ben ik anders wel degelijk.’

‘Tegen mij in elk geval wel,’ viel Piper hem bij.

‘Het verbaast me niks dat jij dat zegt. Het is wel duidelijk dat jullie iets met elkaar hebben!’

‘We gaan trouwen,’ beaamde Zephyr op een toon die de ander maar beter niet kon negeren.