‘Van alles. Wat er van mijn bedrijf moet worden. Wat als ik de baby verlies, wat als ik geen goede moeder ben? Ga ik eruitzien als een walvis? Zou ik Grieks kunnen leren?’ Met verstikte stem ratelde ze de hele litanie af. Het kostte haar moeite haar tranen in te houden.
‘Dus je hebt besloten om met me te trouwen?’ Waarom zou ze anders Grieks moeten leren?
‘Wat kan ik anders doen? Ik heb er uren over nagedacht. Als ik niet met je trouw, krijgen we co-ouderschap. Ik ben niet zo naïef om te denken dat jij er genoegen mee neemt om alleen weekendvader te zijn.’
Hij schrok ervan dat ze dat uit zichzelf al had begrepen. ‘Ik…’
‘Probeer het maar niet te ontkennen.’
‘Dat was ik ook niet van plan.’
Haar onderlip trilde, maar ze knipperde haar tranen weg. ‘We kunnen geen huwelijk bouwen op leugens, Zephyr.’
‘Dat ben ik met je eens.’
‘Dat co-ouderschap was nog niet eens het grootste probleem.’
‘Wat dan wel?’
‘De zekerheid dat als ik niet met je trouw jij op een dag met een ander zult trouwen en een gezin zult stichten.’
‘Zit de gedachte dat ik met een ander zou trouwen je dwars?’ Waarom had ze dan de hele week niets van zich laten horen?
‘Natuurlijk. Ik hou van je!’
Zijn hart sloeg een slag over. ‘Je houdt van me?’
‘Ja.’
‘Als een vriendin,’ probeerde hij haar af te remmen.
‘Nee, niet als een vriendin.’ Piper sloeg haar armen om zijn nek en schudde ontkennend haar hoofd. De tranen stroomden nu vrijelijk over haar wangen.
‘Niemand zal je geloven als je zegt dat je van me houdt als van een broer.’ Misschien hielden vrouwen op een speciale manier van de vader van hun kinderen.
Opnieuw schudde ze haar hoofd. Ondanks de treurige blik in haar ogen speelde er even een vage glimlach om haar mond.
‘Voor mij ben je de enige man op de hele wereld, de wederhelft van mijn hart, het deel van mijn ziel dat tot nu toe ontbrak zonder dat ik dat wist.’
Als ze elkaar niet zo stevig hadden vastgehouden, zou hij zich achterover in een stoel hebben laten vallen. ‘Hou je van me zoals je van Art hield?’
‘Wat ik ooit voor Art heb gevoeld, is nog geen fractie van wat ik nu voor jou voel.’
Moest hij dat geloven? Wat zou het voor verschil maken? Zijn moeder had ook van hem gehouden en toch had ze hem in de steek gelaten.
‘Maar waarom heb je me dan niet gebeld?’
‘Juist omdat ik van je hou, ben ik soms zo vreselijk met mezelf bezig. Omdat ik bang ben dat je me pijn zult doen. Ik trouw met je om zeker te weten dat je me niet in de steek laat,’ antwoordde ze met door tranen verstikte stem. ‘Ik wil de rest van mijn leven bij je blijven en ik hoopte zo erg dat ik zwanger van je was, dat ik de hele nacht voor de uitslag van de test niet heb kunnen slapen. Ik voelde me er schuldig om maar kon er niets aan doen.’
‘Wilde je echt een kind van mij?’ vroeg hij gespannen.
‘Ja, meer dan wat ook ter wereld. Nu vraag je je natuurlijk af of ik die pleister met opzet ben verloren, maar ik zweer je dat het zo niet is gegaan.’
‘Natuurlijk niet, maar waarom wil je een kind van mij?’
‘Heb je wel naar me geluisterd eigenlijk? Ik wist dat je me nooit in de steek zou laten als ik een kind van je had. Niet dat ik het niet in mijn eentje zou kunnen grootbrengen, maar jij zou niet willen dat ik als alleenstaand moeder door het leven moest. Ik schaam me diep dat ik zo denk, maar ik kan er niets aan doen. Ik zou het nooit met opzet hebben gedaan, maar ik zal ook niet verhullen dat ik dolgelukkig ben nu het zo is gelopen. Nu je dit weet, kun jij je maar beter afvragen of je nog wel met mij wilt trouwen.’
‘Als je zo graag een kind wilde, waarom liet je dan al die tijd niets van je horen?’
‘Omdat de gedachte dat ik de rest van mijn leven getrouwd zal zijn met een man die niet van me houdt me koude rillingen bezorgde.’
‘Heb je je de afgelopen maanden ongelukkig gevoeld?’
‘Nee.’
‘Waarom zou je je dan wel ongelukkig voelen als je mijn vrouw bent?’ Begreep ze zelf niet hoe onlogisch dat was?
‘Ik hoop dat het niet zo is.’
‘Daar zorg ik wel voor. Ik hoopte net zo erg als jij dat je in verwachting zou zijn, en ik ben heel blij dat je met me wilt trouwen.’
Hij kon geen weerstand bieden aan haar stralende lach en kuste haar minutenlang op haar mond.
Toen ze haar ogen opende, keek ze hem door haar wimpers heen aan. ‘Wil je met me vrijen?’ fluisterde ze.
‘Is dat veilig voor de baby?’
‘Heel veilig.’
‘Heb je dat aan de dokter gevraagd?’
‘Natuurlijk. Ik weet toch hoe we zijn en van nu af zijn we elke nacht bij elkaar.’