Ze draaiden zich tegelijkertijd om en stonden oog in oog met een aantrekkelijke donkergekleurde man.
Zephyr deed een stap naar voren en stak zijn hand uit. ‘Jean-René, leuk om je weer te zien.’ Hij wendde zich tot Piper. ‘Pethi mou, dit is onze architect, Jean-René Tilieu. Jean-René, dit is Piper Madison, onze binnenhuisarchitect.’
Jean-René schonk haar een brede glimlach, waarbij hij zijn prachtige witte tanden liet zien, en boog zich charmant over haar uitgestoken hand. ‘Aangenaam kennis te maken, mademoiselle.’
‘Merci. Ik ben onder de indruk van uw ontwerpen en verheug me op onze samenwerking.’
‘U weet dat u het hart van een man wint door hem te vleien, non?’
Zephyr sloeg een arm om haar middel. ‘Piper meent wat ze zegt, ze vleit nooit.’
Jean-René wierp even een onderzoekende blik op Zephyrs gezicht en keek haar toen ernstig aan. ‘Dan voel ik me des te meer vereerd door uw woorden, mademoiselle.’
‘Zegt u maar Piper.’
‘Bon, als jij me dan Jean-René noemt. Piper… die naam komt niet veel voor, n’est-ce pas?’
‘Ik ben vernoemd naar een legercommandant van mijn vader,’ legde ze uit.
‘Dat heb je me nooit verteld,’ merkte Zephyr op.
‘Het is niet bepaald leuk om vernoemd te worden naar een oude degenslikker die rookte als een schoorsteen en zijn pistool leegschoot op alles wat bewoog.’
‘Is Piper dan wel een meisjesnaam?’ vroeg Jean-René.
‘Nee, Piper is een bijnaam en ik heb hem nooit gevraagd hoe hij daaraan kwam,’ antwoordde ze lachend.
‘Dat is misschien maar beter ook,’ merkte Zephyr geamuseerd op.
Ook Jean-René lachte zijn witte tanden bloot. ‘Jullie zijn het dus roerend eens. Zo te horen is het project in goede handen.’
‘Ongetwijfeld. Ik heb je werk goed bestudeerd en ik heb intussen vaak genoeg met Zephyr samengewerkt om te weten dat jouw aanpak goed aansluit bij de onze.’
‘Très bien. Zullen we tijdens het avondeten alvast wat details doornemen of wachten jullie liever tot morgen?’
Zephyr keek naar Piper. ‘Wat vind jij?’
Waarom vroeg hij dat? Vanwege de zonsondergang die hij haar had beloofd?
‘Eten we hier?’
‘Nee, maar dat kan wel, als je dat wilt.’
‘Mais oui. De zonsondergang is hier magnifique! Dat viel me gisteren bij aankomst al op.’
‘Dat is dan afgesproken.’ Ze liep naar de trap. ‘Ik sluit me graag bij jullie aan. Welke kamer is voor mij?’
‘De huishoudster heeft de master bedroom voor ons in orde gemaakt.’ Zephyr keek haar uitdagend aan.
Dacht hij soms dat ze zou protesteren? Ze vond het heerlijk om bij hem te slapen en hoefde echt geen eigen kamer.
Boven vond ze een dienstmeisje bezig hun bagage uit te pakken, in een kamer die niet anders dan de master bedroom kon zijn. Er stond een groot tweepersoons hemelbed met een klamboe en een ivoorkleurige sprei. Voor het grote raam en de openslaande deuren naar het ruime balkon hing dunne vitrage. De garderobekast en de beide nachtkastjes waren van zwaar, donker hout. Aan alles was te zien dat dit de kamer van een man was geweest, maar desondanks voelde ze zich er onmiddellijk op haar gemak.
Terwijl ze het koningsblauwe jasje uittrok dat ze over haar lichtblauwe jurk droeg, wierp ze een blik op de open haard. Ze zou Jean-René voorstellen om in alle gemeenschappelijke ruimten van het toekomstige resort een open haard aan te leggen.
‘Neem me niet kwalijk, maar spreek je misschien Engels?’ vroeg ze aan het dienstmeisje, dat juist hun koffers onder het bed schoof.
‘Ja, ma’am.’
‘Gelukkig, want ik spreek geen woord Grieks.’
Het meisje schonk haar een vriendelijke glimlach. ‘U bent toch Amerikaanse?’
‘Inderdaad. Is het hier ’s avonds koud genoeg om de open haard aan te steken?’
‘Soms. Nooit heel koud, maar open haard gezellig.’
‘Juist. Dank je wel. Wanneer heeft Mr. Nikos je gevraagd om een kamer voor ons samen in orde te maken?’ Het was een belachelijke vraag, maar om een of andere reden was het antwoord belangrijk voor haar.
Het meisje keek haar bevreemd aan, maar zei toen zonder aarzelen: ‘Maandag huishoudster mij gevraagd kamer voor Mr. Nikos en gast klaar te maken.’
Hij was dus allang van plan geweest om zijn kamer met haar te delen. Dat verbaasde haar niet. Ze deden geen moeite om hun seksuele relatie voor anderen verborgen te houden, maar liepen er ook niet mee te koop. Na wat hij in Athene tegen haar had gezegd, maakte het haar verwarring echter alleen maar groter.
Vóór vanochtend had hij haar nooit beschouwd als de mogelijke moeder van zijn kinderen. Sterker nog, hij had zelfs gezegd dat hij geen blijvende relatie met haar wilde beginnen. Maar als ze zwanger was, veranderde dat natuurlijk. Daar twijfelde ze niet aan. Hij zou het zijn plicht achten om met haar te trouwen. Ook zonder dat hij had benadrukt dat hij anders was dan zijn ouders, zou ze hebben begrepen dat hij een belangrijke rol wilde spelen in het leven van zijn kind.