‘Je zegt het alsof je het eigenlijk niet begrijpt.’
‘Ik ben het bastaardkind dat onze moeder kreeg in een tijd die iedereen maar liever vergeet. Mijn zusje kan zich niet eens herinneren dat ze me ooit heeft gezien, daarvoor was ze destijds nog veel te klein.’
‘Nam je moeder haar dan mee als ze je kwam opzoeken?’
‘In het begin wel.’
‘Wat gevoelloos.’
Hij haalde zijn schouders op. In zijn ogen was het gevoellozer dat ze Iola op een dag niet meer meebracht. Hoewel het voor de hand had gelegen dat hij jaloers was op de baby, was hij vanaf het allereerste moment juist dol op haar. Maar toen ze twee jaar oud was, had de echtgenoot van zijn moeder verder contact tussen hen verboden. Zephyr was ontroostbaar geweest en had zijn moeder gesmeekt om zijn kleine zusje weer mee te nemen, maar ze had zich niet laten vermurwen.
‘Ik vond haar werkelijk het liefste en mooiste wezentje dat er bestond en aanbad haar.’
‘En wat vond zij van jou?’
‘Dat weet ik niet. Haar vader wilde niet dat ze zich ging afvragen wie ik was, en dus mocht mijn moeder haar niet meer meenemen toen ze eenmaal groot genoeg was om het zich te kunnen herinneren. Om dezelfde reden heeft ze mijn broertje ook alleen maar meegenomen toen hij nog heel klein was.’
‘Maar ze willen je blijkbaar niet vergeten. Anders zou je zus niet hebben gewild dat je haar kinderen leerde kennen.’
‘Ik zorg voor ze.’
‘Zou dat de enige reden zijn?’
‘Waarom anders?’
‘Misschien om dezelfde reden als waarom ik je in mijn leven wil?’ Hoe was het mogelijk dat hij zich totaal niet bewust scheen van hoe anderen over hem dachten.
‘Ben je nu serieus?’
‘Natuurlijk.’
Hij geloofde er geen woord van, maar waardeerde het dat ze zich zo voor zijn familie interesseerde.
‘Werkt je zwager in jouw bedrijf?’ vroeg ze.
‘Waarom denk je dat?’
‘Omdat je zei dat je voor ze zorgt. Werkt je broer ook voor jou?’
‘Nee. Mijn broer is briljant en werkt aan een proefschrift.’
‘Ik durf te wedden dat jij zijn studie hebt betaald.’
‘Inderdaad.’
‘Je doet me keer op keer versteld staan, Zephyr Nikos.’ Ze sloeg haar armen om zijn nek en kuste hem uitbundig.
De schrik sloeg hem plotseling om het hart. Verbijsterd vroeg hij zich af wat hem had bezield om haar over zijn verleden te vertellen.
Was het achteraf bezien wel zo’n goed idee om met haar naar bed te gaan, hoewel ze slechts vrienden waren? Ze wist dat hij haar geen liefde kon geven, maar door zijn openhartigheid had hij nu wellicht een verkeerde indruk gewekt.
Hoofdstuk 3
Om zo snel mogelijk weer met beide benen op de grond te staan, nam Zephyr haar mee naar de Plaka om haar het oude marktplein te laten zien, een paradijs voor toeristen. In een winkeltje waar antieke Griekse sieraden werden nagemaakt, kocht hij een prachtige halsketting. Piper protesteerde toen ze de prijs zag, maar hij hield voet bij stuk. Hij kon het zich veroorloven om een herinnering aan hun verblijf in Athene te kopen. Bovendien verdiende ze het om een beetje verwend te worden, na alles wat die ellendige ex haar had aangedaan. Hij kon haar geen liefde bieden, maar niets weerhield hem ervan om haar cadeautjes te geven.
Die avond genoot Piper van de betrekkelijke rust in een exclusief restaurant, waarvan de schitterende inrichting toch geheel de eigen sfeer van Athene ademde. Zoals bij de meeste Griekse restaurants zat vrijwel iedereen buiten op het terras.
‘Is dit je favoriete plek als je in Griekenland bent?’
‘Ja, hoe weet je dat?’ antwoordde hij met vragend opgetrokken wenkbrauwen.
‘Ik kan me niet voorstellen dat het personeel elke Amerikaanse zakenman, hoe rijk en machtig ook, bij naam kent.’ Ze keek naar hem, zoals hij daar zat in zijn dunne Armani trui en strakke spijkerbroek.
Hij schoot in de lach. ‘Daar heb je vast gelijk in.’
Zijn vrolijke lach deed haar goed. Hij leek de laatste paar uur wat in zichzelf gekeerd, alsof hij er spijt van had dat hij haar zoveel over zijn verleden had verteld en liefst zo snel mogelijk wilde terugkeren in het hier en nu.
Dat kon ze zich wel voorstellen. Hij was er de man niet naar om zich door zijn emoties te laten meeslepen. Ze had zelfs sterk de indruk dat hij al heel lang niet echt meer iets had gevoeld. Vanmiddag in de Plaka had ze zich echter opnieuw gerealiseerd dat zij wel heel veel voor hem voelde, en dat voor die gevoelens eigenlijk maar één woord bestond: liefde…
‘Dank je wel dat je me mee hierheen hebt genomen.’ Haar vingers gleden over de prachtige halsketting die hij voor haar had gekocht. ‘Dank je wel voor alles.’
Vanmiddag in de winkel had hij om een kus gevraagd om hem te bedanken. Die had ze hem gegeven, in bijzijn van de eigenaar van de winkel, die grinnikend in het Grieks een opmerking had gemaakt, waarop Zephyr in de lach was geschoten.