Ze keek hem recht aan en zei zacht: ‘Omwille van zijn moeder.’
Bij het vallen van de schemering zat Charlotte op een bank uit te kijken over de zee. Ze had Anne op haar schoot, want ze waren samen het huis ontvlucht en daarmee de razende voorbereidingen op het bezoek en Lizette Taylors schrille bevelen. Charlotte was er zeker van dat Daniels vrouw niet opzettelijk veeleisend en moeilijk was. Maar het was duidelijk dat ze gespannen was en vastbesloten dat het hele huis aan kant moest en het etentje volmaakt moest zijn. Haar overspannen zenuwen waren nog sterker geprikkeld toen Anne begon te huilen en tot haar opluchting was Charlotte gevraagd ‘dat kind ergens mee naartoe te nemen’.
De wandeling en de koele avondlucht hadden Anne snel gekalmeerd en nu zaten ze samen in vredige stilte te luisteren naar het rollen van de zee en het krijsen van de zeemeeuwen.
Tot haar verrassing zag ze Richard Kendall vanaf het pad langs de zee energiek de helling op komen lopen. Aan deze kant van het huis had ze niet verwacht hem – of wie dan ook – te zien en het veronrustte haar. Ze kwam overeind om hem te begroeten.
‘Juffrouw Charlotte Lamb,’ riep hij. ‘Wat fijn om u weer te zien.’
‘Dat is wederzijds, dokter Kendall.’ De twee knikten beleefd naar elkaar.
‘En dit is Taylors dochter, neem ik aan? Dat roodblonde haar zou ik overal herkennen.’
Charlotte glimlachte. ‘U hebt een scherp oog, dokter Kendall. Ja, dit is Anne Taylor.’
‘Hallo, dametje. Laten we hopen dat je haar het enige is wat je van je vader hebt geërfd.’ Hij bracht zijn gezicht dicht bij het kind en rimpelde zijn neus. De baby lachte, waarbij een stroom kwijl over haar wang liep. ‘Zo lijk je ook precies op je vader,’ grapte hij. Toen schonk hij Charlotte een warme lach. ‘Aardig van u om op haar te passen. Mevrouw Taylor is zeker druk met toezicht houden op de voorbereidingen?’
‘Eigenlijk wel en tja, kijkt u eens...’
‘Zorgt mevrouw Taylor zelf voor de baby of hebben ze een voedster voor haar?’
‘Ze hebben een voedster. Ikzelf ben...’
‘Kendall!’ riep de stem van dokter Taylor van de achterstoep. ‘Je hebt ons gevonden! Kom binnen, dan stel ik je voor aan mijn echtgenote.’
‘Ik kom eraan, ouwe jongen.’
Daniel wuifde en stapte weer naar binnen.
Kendall wendde zich weer tot Charlotte. ‘U gaat toch ook mee naar binnen, hoop ik.’
‘Nee...’
‘Komt u dan straks bij ons aan tafel?’
‘Nee. Ik blijf hier op Anne passen. Gaat u maar.’
‘Laat dat toch aan de voedster over. Daar wordt ze toch voor betaald?’ Hij begon weg te lopen in de richting van het huis en lachte naar haar over zijn schouder.
‘Ik ben de voedster, dokter Kendall.’
‘Wat?’ Hij stond stil en draaide zich naar haar om.
‘Ik ben Annes voedster. Daarom ben ik hier.’
‘Ik begrijp niet...’
‘Uw vriend dokter Taylor heeft me geweldig geholpen toen ik mijn eigen kind... verloor. En aangezien mevrouw Taylor... iemand nodig had, nou ja, hier ben ik dus.’
‘Aha.’
‘Het spijt me dat u laatst misleid bent.’
‘Een excuus is niet nodig.’ Hij knikte peinzend en schraapte zijn keel. ‘Nou, dan ga ik maar.’
Ja, ja, haast je maar gauw weg. ‘Doet u dat.’
Daniel nam Kendall mee naar de salon, waar Lizette wachtte.
‘Lieve, mag ik mijn oude vriend Richard Kendall aan je voorstellen? Kendall, dit is mijn vrouw. Madame Lizette Taylor.’
Kendalls ogen werden groot toen hij Lizette zag, schitterend in haar ivoorkleurige japon, haar haar hoog opgestoken op haar hoofd, haar zwarte ogen stralend. Het was een reactie waaraan Daniel gewend was en waar hij zelfs van genoot. Nog steeds vond hij het soms moeilijk te geloven dat hij zo’n prachtige vrouw had.
‘Enchantée,’ zei Lizette, koket lachend voordat ze hem toeknikte.
‘Aangenaam kennis met u te maken, mevrouw Taylor,’ boog Kendall. ‘U bent nog mooier dan uw echtgenoot u beschreef.’
‘U bent heel vriendelijk, dokter Kendall. Kom, dan gaan we zitten. Het diner wordt spoedig opgediend.’
Instinctief boden beide mannen haar hun arm. Ze lachte stralend en haakte haar arm eerst door die van Kendall en toen door die van Daniel. Met z’n drieën liepen ze langzaam gearmd naar de eetkamer.
Na het diner dronken de twee mannen port in Daniels studeerkamer.
‘Waarom had je het niet gezegd?’ vroeg Kendall.
‘Hm?’
‘Over juffrouw Lamb. Je voedster?’
‘O. Hoe ben je...?’
‘Ze vertelde het me zelf. Buiten, voordat ik binnenkwam.’
‘Tja, ik zag geen noodzaak om haar te vernederen. Je bent een vreemde voor haar. Ik had niet vooruitgedacht.’