‘Komt zaterdag over een week uit? Dan heeft Lizette nog tijd om voorbereidingen te treffen.’
‘Lizette...?’
‘Ja. Ik hoop dat je niets op de Franse keuken tegen hebt, of op Franse echtgenotes.’
‘Als ze je vrouw is, twijfel ik er niet aan dat ze op en top een dame is.’
‘Ze is inderdaad heel mooi,’ voelde Charlotte zich gedwongen om te zeggen.
‘En bent u er dan ook bij, juffrouw Lamb? Of is uw vakantie dan al afgelopen?’
‘Ik... tja... ik ben er nog...’ Maar niet bij een officieel diner! Ze keek naar Daniel om hulp, maar hij stond nog vrolijk te lachen naar zijn oude vriend.
‘Nou, dan verheug ik me erop u ook weer te zien,’ zei Kendall galant, met een korte buiging.
Toen ze Richard Kendall gedag hadden gezegd en weer alleen verder liepen, vroeg Charlotte zacht: ‘Waarom hebt u hem niet verteld dat ik de voedster van uw dochter was?’
‘Ik dacht dat u dat niet wilde. Wel?’
‘Nee, maar hij komt er vanzelf achter als hij komt dineren. Dan zal ik me nog veel dwazer voelen.’
‘Ik geloof niet dat ik het begrijp... Maar het spijt me heel erg dat ik u van streek heb gemaakt.’
‘Ik had er anders geen bezwaar tegen gehad.’
‘Anders?’
‘Begrijpt u het niet? Hij weet van het bestaan van de andere Charlotte. Charlotte uit Kent. De domineesdochter. De jongedame over wie u vroeger bewonderend sprak...’
‘Ik spreek nog altijd...’
‘Maar ik ben niet meer dezelfde,’ onderbrak Charlotte hem. ‘En nu zal ik opnieuw moeten aanzien hoe iemand zijn mening over mij zal bijstellen.’ Charlotte zuchtte. ‘Ik zal weer opnieuw moeten vallen.’
Sally kon het kind niet wakker krijgen. Ze sloeg zijn dekentje terug, kietelde onder zijn blote voetjes, streelde zijn halsje. Geen reactie. Ze pakte hem voorzichtig op, in de hoop dat de beweging hem zou wekken. Hij bleef slap liggen, zijn armpjes hingen naar beneden en zwaaiden met de bewegingen mee. Ze liep naar de waterkan en waskom op de commode en doopte haar vingers erin, wreef het koele water op zijn voorhoofd en hals. Niets.
Sally kermde. ‘En ik heb je het spul nog niet eens gegeven.’ Ze was van plan geweest hem voordat ze wegging een laatste voeding te geven, met de laudanum, maar de slaapkop wilde niet wakker worden. Ze overwoog zich eerst aan te kleden, de blauwe jurk aan te trekken zoals Mary had geopperd, maar ze was bang dat Edmund erop zou spugen, of erger, dat zijn luier zou lekken en haar jurk bedorven was. Kon ze het spul in zijn mondje krijgen zonder hem wakker te maken? Dan kon hij gewoon doorslapen. Ze verplaatste hem naar de kromming van haar linkerarm en pakte het flesje van de commode. Ze had beide handen nodig om de kurk eraf te krijgen. Ze zette het flesje neer, legde het kind in zijn bedje en ging het flesje weer pakken. Ze ontkurkte het en tuurde in de smalle hals. Ze haalde het zilveren theelepeltje uit haar zak – onderweg naar boven had ze het van het theeblad gegrist – en goot er een beetje vloeistof op, tot het zo ongeveer halfvol was. Moest ze proberen de lepel in zijn mondje te krijgen? Het was maar een klein lepeltje, maar het leek te groot voor Edmunds mondje, dat niet groter was dan een knoopsgat. Moest ze het flesje zelf in zijn mondje doen? Maar hoe moest ze dan de hoeveelheid afmeten? Ze zou natuurlijk morsen en dan moest ze dat weer opruimen voordat ze stiekem weg kon sluipen.
Ze stond met de theelepel in haar hand bij zichzelf te overleggen. Het beeld van Daveys mooie bruine ogen kwam haar in gedachten. Zo’n knappe man als Davey was. En dan te bedenken dat hij háár bewonderde! Schiet op, dan is het achter de rug, sprak ze zichzelf toe.
Maar ze vond het akelig om de baby zo lang honger te laten lijden. Ze keek naar de mantelklok. Ze had nog maar een halfuur voordat ze weg moest zijn. Doelbewust liep ze naar de wieg met de lepel in haar hand. Ze keek neer op het kind en zag tot haar verrassing dat het haar met wijdopen ogen aankeek. Charlottes ogen, dacht ze.
Daniel zag Lizettes beeld in de kaptafelspiegel terwijl ze het dikke donkere haar borstelde dat over haar schouders viel.
‘En hoe voel je je vanavond, schat?’
‘Vraag je dat als mijn echtgenoot of als mijn arts?’
‘Jij mag kiezen. Beiden zijn zeer verheugd je in zo’n goede gezondheid en zo opgewekt te zien.’
‘Je ziet er zelf ook nogal opgewekt uit. Vrolijker dan ik je in tijden heb gezien.’
Grinnikend maakte hij zijn boord los. ‘Waarom zou ik niet vrolijk zijn? Ik heb een mooie vrouw op wie ik dol ben, een gezonde dochter, een gratis huis aan zee...’ Hij boog zich over haar heen en kuste haar wang.
‘En vergeet de voedster niet.’
‘Hmm?’ vroeg hij met rimpels in zijn voorhoofd.