‘Niet waar.’
‘Wel waar.’
‘Dan moet hij die avond te veel hebben gedronken.’
‘Doe niet zo raar, Sally. Je hebt heel mooi... haar. Alleen... probeer je mond dicht te houden. En richt je niet de hele tijd zo... hoog op.’
Sally beet op haar lip. ‘Ik zal het proberen.’
‘Nou, dan zie ik je vanavond hier om negen uur en dan lopen we samen naar het dorp.’
‘Ik weet het niet. Meneer en mevrouw gaan vanavond uit. Ik weet niet wie er op Edmund zou moeten passen.’
‘Een van de andere bedienden?’
‘Misschien.’
‘Hoor es, meid. Je bent niet de eerste voedster die zo in de penarie zit. Maar als je kind slaapt tot je terugkomt, hoeft niemand er ooit lucht van te krijgen.’
‘O, maar Edmund zal zijn voeding van elf uur willen hebben. Als hij het hele huis wakker maakt, moet ik morgenochtend het gelag betalen.’
‘En als je nou eens kon zorgen dat hij de hele nacht doorslaapt als een roosje?’
Sally lachte droog. ‘Door wat voor tovermiddel?’
De ogen van haar nieuwe vriendin lichtten ondeugend op. ‘Dit.’ Ze haalde een klein flesje met een kurk uit de zak van haar rok.
Sally zette grote ogen op. ‘Wat is dat?’
‘Gewoon een beetje laudanum.’
‘Hoe kom je eraan?’
‘Gaat je niks aan.’
‘Gaan baby’s ervan slapen?’
‘Ja. Dokters gebruiken het zo vaak... het is heel veilig.’
‘Echt waar?’
‘Ja, ik heb het zelf meerdere keren toegepast.’
‘Echt waar?’ Sally ogen waren vast op het flesje gericht.
Mary stak het haar toe. ‘Pak dan.’
‘Maar... hoe moet ik...’
‘Je doet gewoon een beetje in zijn mond voordat je hem voedt.’
‘Hoe weet ik hoeveel ik hem moet geven?’
‘Ach, ik zou zeggen dat het met een halve theelepel moet lukken.’
‘Weet je zeker dat het geen kwaad kan?’
‘Natuurlijk weet ik dat zeker. Heeft slapen ooit iemand kwaad gedaan?’
Sally keek van het oprechte gezicht van haar vriendin naar het flesje.
‘Hier, pak aan.’ Mary drukte haar het flesje in de hand. Voorzichtig nam Sally het aan.
‘Toe nou maar, en ik zie je hier om negen uur. Trek die mooie blauwe jurk van je aan.’
‘Weet je het zeker?’
‘Ja, je ogen komen prachtig uit als je die draagt. Ik weet zeker dat Davey zijn ogen niet van je af zal kunnen houden.’
Sally had met haar vraag niet de jurk bedoeld, maar ze verbeterde haar niet. ‘Ik vond Davey zo leuk.’
‘Natuurlijk. Anders zou je wel gek zijn. Het is een heel knappe vent.’
‘Ja...’
‘Nou, tot vanavond dan.’
‘Goed.’
Sally draaide zich om en wilde weggaan, maar draaide zich weer terug. ‘Wacht even. Heb je niet een beetje van dit spul voor jezelf nodig?’ Ze stak het flesje omhoog.
‘Ik heb er nog een in mijn kamer.’ Ze grinnikte ondeugend. ‘Mijn vorige werkgever was arts.’
Om de een of andere reden verscheen het gezicht van dokter Taylor in haar gedachten. De ernstige, vriendelijke dokter Taylor. Hij was arts. Ze had hem vaak geassisteerd op de afdeling. Had hij ooit dat spul gebruikt? Ja, ze meende dat hij het bij een of twee gelegenheden had gebruikt, als een kindje ontroostbaar was geweest omdat het zoveel pijn had.
Gaf het dan niet, ook al was Edmund volkomen gezond?
Mevrouw Taylor verzocht om een ochtend alleen met haar dochter en Charlotte gehoorzaamde met plezier. Ze bood aan het dorp in te gaan om een beetje te winkelen en voor mevrouw Beebe een spoel lampenkatoen mee te nemen van de kruidenier. Daniel zei dat hij ook ging en dat ze mee kon rijden met het rijtuig.
‘Dank u, maar ik heb eigenlijk zin in een wandeling,’ antwoordde ze.
‘Zoals u wilt.’
Maar in plaats van het paard in te spannen, haalde Taylor Charlotte in op de weg, met zijn dokterstas in de hand. ‘Ik heb besloten om ook te gaan lopen. Lichaamsbeweging is gezond en dat heb ik de laatste tijd te weinig genomen. Hebt u bezwaar?’
Ze schudde haar hoofd. Het was niet ongepast om samen met haar werkgever over de openbare weg te lopen, maar toch hoopte ze dat Marie noch mevrouw Taylor uit een raam aan de achterkant keek.
Ze liepen op meer dan de fatsoenlijke afstand van elkaar, zij met haar handen op haar rug en hij verplaatste zijn tas van de ene hand naar de andere als zijn arm moe werd.
Nadat ze een paar minuten zwijgend hadden gelopen, vroeg hij: ‘En hoe bevalt u de kust?’
‘Heel goed.’
‘Blij dat te horen.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ik hoop dat er niet al te veel... spanning is... tussen u en mevrouw Taylor?’
Ze aarzelde. ‘Eh... nee. Niet echt.’