‘Ik hoorde je wel. Herhaal wat je zei,’ eiste lady Katherine gebiedend.
‘Ik... ik bedoelde alleen maar...’ stamelde Sally.
‘Je zei dat hij op zijn moeder lijkt,’ vulde lady Katherine aan.
Sally boog haar hoofd en wachtte op de boze woordenstroom die op haar neer zou dalen.
In plaats daarvan deed haar mevrouw een stap dichterbij. ‘Onder ons gezegd, ik ben het met je eens.’
Sally keek naar haar op en probeerde de betekenis te doorgronden, de stemming achter lady Katherines peinzende gezichtsuitdrukking.
‘O, ja?’ vroeg ze zwak.
‘Ja. Ik let altijd goed op dat ik zeg hoeveel hij op zijn vader lijkt; het is goed voor het zelfvertrouwen van een man om zulke dingen te zeggen, en om de band met zijn nageslacht op te bou-wen.’
‘O...’ fluisterde Sally, nog steeds onzeker van wat de vrouw bedoelde.
‘Toch zie ik terdege sporen van mijzelf in zijn trekken. De boog van zijn wenkbrauwen, de lichte kleur van zijn huid...’
‘Aye...’ mompelde Sally, terugvallend op een woord dat Charlotte haar aangeraden had niet te gebruiken. Maar Charlotte zou het niet erg vinden, aangezien haar geheim kennelijk nog steeds veilig was.
Sally keek die avond met grote ogen rond in Chequers, de stampvolle, lawaaierige herberg van Doddington. Door de nevel van rook uit vele pijpen en de open haard van de herberg bekeek ze de tafels waaromheen mannen bier zaten te drinken en te lachen. Ze voelde zich misplaatst zoals ze daar zat met haar nieuwe vriendin. Zij tweeën waren hier de enige vrouwen, afgezien van de vrouw van de herbergier.
Ze had Mary Poole ontmoet toen ze buiten met Edmund aan het wandelen was. Mary werkte als voedster voor de familie Whiteman verderop aan de weg, in een huis dat tussen het landgoed van haar baas en het dorp zelf stond.
‘Is dit je eerste avondje uit?’ vroeg Mary ontzet. ‘Sally, meid, je moet ze op je voorwaarden wijzen.’
‘Voorwaarden?’
‘Je arbeidsvoorwaarden. Ze horen je elke week een avond vrij te geven.’
‘Maar ik moet in de buurt zijn om het kind te voeden. Er is niemand anders die het kan doen.’
‘Ach, hij zal toch in een paar uur niet verhongeren?’
‘Nee, dat zal wel niet.’
Over haar kopje heen wierp Mary een zijdelingse blik door de ruimte. ‘Zo, zo... er zitten twee heren onze kant op te kijken.’
Sally volgde haar blik en zag twee mannen van hun eigen leeftijd bij de bar staan.
‘Rechtop zitten,’ fluisterde Mary streng, ‘en doe je mond dicht.’
Pas toen drong het tot Sally door dat ze met open mond naar de mannen zat te staren. Vlug deed ze hem dicht en ging rechter op de bank zitten.
‘De blonde is voor mij,’ fluisterde Mary tussen haar glimlachende lippen door.
Maar het werd algauw duidelijk dat de blonde zijn oog op Sally had laten vallen.
De slanke, pezige man met licht haar en donkere ogen was inderdaad knap. Hij lachte brutaal naar Sally terwijl hij aan kwam lopen en ze voelde haar gezicht, dat al warm was van het bier, gloeiend rood worden.
‘Davey is de naam. En mijn maat hier is George. Mogen we bij jullie komen zitten, schoonheden?’
Mary giechelde koket en schoof op. Sally bleef de man die Davey heette sprakeloos aanstaren.
‘Ik ben Mary en dit is Sally,’ zei Mary en ze schopte haar onder de tafel. Sally deed haar mond weer dicht, volgde Mary’s voorbeeld en schoof op. Davey kwam vlak naast haar zitten.
‘Goedenavond, juffrouw Sally. Je bent een genot voor de ogen, kan ik je zeggen.’
Sally wendde haar ogen af van zijn bewonderende blik en beet op haar lip om niet al te breed te lachen.
Naarmate de avond verstreek, gloeiden Sally’s wangen van de vele complimenten van Davey en het tweede glas bier dat hij voor haar meebracht. Na Dickies vader had ze niet zo veel bewondering meer gekregen van een man. En Sally genoot ervan.
Met een zucht gaf Mary het op en concentreerde zich op de bebaarde, donkerharige man die George heette.
Een week later kwamen Sally en Mary elkaar volgens afspraak tegen, elk met hun eigen beschermeling.
‘Je gaat vanavond natuurlijk weer mee,’ zei Mary, die de kleine Colin Whiteman in haar armen wiegde.
‘Ik kan niet. Ze hebben me vorige week alleen een avond vrijgegeven omdat ik jarig was.’
‘Het verbaast me nog dat mevrouw je die gegeven heeft.’
‘Nou, dat was eigenlijk meneer. Ik zei waar hij bij was dat ik jarig was.’
‘Heel slim.’
‘Ik zat denk ik te springen om een avondje uit.’
‘Natuurlijk. En naar wat ik van Georgie hoor, zit Davey erom te springen je weer te zien.’
Sally probeerde haar lippen rond haar tanden te sluiten, maar haar glimlach was te breed.
‘O ja?’
‘Ja. Hij zegt dat je de knapste meid bent die hij ooit heeft gezien.’