Home>>read Onvoorwaardelijk free online

Onvoorwaardelijk(37)

By:Julie Klassen


‘Hoe gaat het met juffrouw Smith?’

Daniel trok een gezicht. ‘Goed, de laatste keer dat ik haar zag. Waarom?’

‘Ze is toch bevallen?’

‘O, ja? Wanneer?’

‘Nou, nu snap ik het niet meer. Mevrouw Moorling zei dat ik naar huis moest gaan, dat jij dienst had en juffrouw Smith al aan het helpen was of zoiets.’

‘Ik ben sinds gisteravond niet meer in het Huis geweest.’

‘Dan is er iets misgegaan. Zal ik teruggaan om het uit te zoeken?’

‘Nee, ik ga wel.’

Hij drukte Preston zijn krant in de handen en beende vlug weg door de straat. Zijn honger had plaatsgemaakt voor bezorgdheid. Was er een misverstand geweest? Had mevrouw Moorling Preston weggestuurd met de gedachte dat Daniel in huis had geslapen en nog boven was toen Charlottes tijd was gekomen? Was Charlotte alleen gelaten, om zonder hulp te bevallen? Lag ze nog te lijden? Of erger, wat als zich net als bij Charlottes moeder complicaties hadden voorgedaan? Zijn angst werd hem de baas en algauw rende hij door de straat, over het gazon van het Huis en door de deuren naar binnen. Het was te stil, dodelijk stil. Was hij te laat? Zijn voetstappen weerkaatsten tegen de muren toen hij naar Charlottes kamer rende. Hij klopte aan, maar wachtte niet op antwoord, duwde de deur open en stormde naar binnen. Charlotte keek naar hem op, kennelijk verbaasd om zijn abrupte binnenkomst. Maar verre van smartelijk lachte Charlotte breed en tevreden. Daniels hart bonsde in zijn oren en gebukt zette hij zijn handen op zijn knieën om uit te hijgen. Hij keek om zich heen om de situatie in zich op te nemen. Charlotte zat rechtop in bed, in een schone nachtpon en het beddengoed om zich heen. In haar armen sliep een ingebakerde baby.

‘Ben je...’ Hij hijgde. ‘Is alles in orde?’

Charlotte knikte stralend.

‘Maar... hoe? Wanneer?’

‘Ongeveer een uur geleden. Wat betreft het “hoe”, dat weet u beter dan ik.’ Opnieuw glimlachte ze naar hem, vredig en met halfgeloken ogen.

‘Maar wie heeft je verlost? Je was toch niet alleen, neem ik aan?’

‘Nee, gelukkig niet. Toen Gibbs u niet thuis trof, bood uw vader aan om in uw plaats te komen.’

‘Mijn vader? O? Maar was hij eh... Tenminste... was zijn aandacht...’

‘Hij deed het geweldig. Een geschenk uit de hemel.’

Er werd aangeklopt en zijn vader kwam binnen, helemaal in de rol van de chirurg die hij vroeger was geweest; gekleed in hemdsmouwen, zwart vest en linnen schort. Hij droogde zijn schone handen af aan een witte doek. Alleen zijn sneeuwwitte haar, dat hier en daar alle kanten op stond, viel uit de toon.

‘Daniel. Daar ben je dan. Heb je ooit zo’n stevig, gezond jongetje gezien?’

Daniel keek naar Charlottes baby, die hij nog moest onderzoeken. ‘Misschien moet ik even naar hem kijken.’

‘Ga je gang, geef je ogen maar de kost als je wilt. Maar ik heb hem zelf al nagekeken. Een prachtexemplaar, al zeg ik het zelf.’

Charlotte grinnikte naar zijn vader. ‘Ik moet zeggen dat ik het helemaal met u eens ben, meneer.’

‘Mag ik?’ vroeg Daniel.

Charlotte knikte en hij begon de mollige, roze baby te onderzoeken.

Zijn vader glimlachte mild. ‘Juffrouw Charlotte hier vertelt me dat ze je al kent sinds ze een klein meisje was.’

‘Ja, ik had het voorrecht Charlottes familie te ontmoeten gedurende mijn leertijd in Kent.’

‘En nu hebben jullie elkaar hier weer ontmoet. God zorgt voor Zijn lammeren, nietwaar?’

Charlotte deed een poging tot een glimlach, maar Daniel zag haar twijfel. Hem ontging de ironie van de verwijzing naar haar achternaam niet.

‘Jullie hebben allebei gelijk,’ zei Daniel. ‘Volkomen gezond inderdaad.’ Hij pakte het kindje weer in en legde het in Charlottes armen.

‘En hoe ga je hem noemen?’ vroeg zijn vader. ‘Dat heb ik nog niet besloten.’

‘Nou ja, er is geen grote haast bij.’ Zijn vader pakte zijn tas en deed er zijn laatste spullen in. ‘Ga maar een poosje rusten, kind. Je hebt al een hele dag achter de rug.’

‘Dank u. Dat zal ik doen.’

Mevrouw Moorling klopte aan de half openstaande deur en kwam binnen. ‘Ik heb Ruth meegebracht om je kindje voor je te zogen.’

‘Ik ben van plan dat zelf te doen.’

‘Ja, over een poosje.’

‘Maar...’

Charlotte keek van mevrouw Moorling naar dokter Taylor, kennelijk beschaamd om over zulke dingen te praten waar twee mannen bij waren, maar toch vond hij dat hij niet weg kon gaan zonder uitleg. ‘De heersende mening is dat de eerste melk van een moeder niet geschikt is voor haar kind. De meeste vrouwen nemen een min voor de eerste dagen.’

‘En bent u het met die “heersende mening” eens?’