Home>>read Onvoorwaardelijk free online

Onvoorwaardelijk(32)

By:Julie Klassen


‘Nee, Charlotte, nee. Dat kleine jongetje heeft langer geleefd dan wanneer jij niet zo goed voor hem had gezorgd.’

‘Daar heeft hij dan niet veel aan gehad.’

‘Natuurlijk heeft hij er iets aan gehad. Het is zoveel beter om deze wereld geliefd en verzorgd te verlaten.’ Hij opende de deur van haar nieuwe slaapvertrek. Ze had eindelijk een eigen kamer gekregen. ‘En nu naar bed. Straks krijg je je eigen kleintje en je hebt je rust nodig.’

Charlotte had niet gemerkt dat ze zo lang in de tuin had gezeten en dat het al avond was. ‘Goed. Welterusten.’

‘Welterusten.’

Ze ging naar binnen en zonk neer op haar bed. Ze was zich er vaag van bewust dat hij de deur van haar kamer dichtdeed en dat zijn voetstappen wegstierven, maar Charlottes betraande ogen zagen een ander tafereel, een ander sterfgeval. Ze sloeg haar armen in de omslagdoek strak om zich heen en liet de herinneringen komen.

‘Ze is er niet meer,’ had de jonge meneer Taylor gezegd, haar aankijkend over haar moeders stille gestalte.

Charlotte hapte naar adem. Ze voelde haar ingewanden geplet worden, als een cocon die vertrapt wordt door een onverschillige laars.

Meneer Taylor kwam naar voren alsof hij haar in zijn armen wilde nemen, maar op dat moment was Charles Harris met grote passen de kamer binnengestormd, zijn knappe gezicht grimmig vertrokken.

‘O, meneer Harris!’ huilde Charlotte. Ze draaide zich om en liet zich in zijn armen vallen. Hij trok haar dicht tegen zich aan.

‘Lieve Charlotte. Lieve, lieve Charlotte...’ prevelde hij in haar haar. ‘Ik vind het zo erg.’

Ze snikte tegen zijn borst en voelde hoe hij haar rug streelde terwijl hij woorden fluisterde die bedoeld waren om haar te troosten. Maar geen enkel woord kon de vlammende, brandende pijn vanbinnen verlichten. Ze was zich er vaag van bewust dat meneer Taylor de kamer uitging, maar was te kapot van verdriet om zich erom te bekommeren.



Daniel Taylor ging niet meer zo vaak naar de club als vroeger. Hij ging er niet heen om te drinken en te kaarten, zoals de andere mannen, maar om zijn reputatie te bevorderen en, naar hij hoopte, zijn privépraktijk. Maar vanavond koesterde zijn vermoeide geest geen zakelijke gedachten, hij zocht alleen een paar minuten ontspanning voordat hij naar huis ging.

Een groepje vaste klanten, dicht bij elkaar om een tafel gezeten, maakte grappen met twee goedgeklede nieuwkomers. Daniel herkende beide mannen onmiddellijk, hoewel uit een andere tijd en een andere plaats.

‘Dus de grote Charles Harris is eindelijk getrouwd,’ zei de grijze meneer Milton, zijn glas heffend naar de oudste en donkerste van de twee nieuwkomers.

‘Ja, alweer meer dan een halfjaar.’

‘Vele dames huilen er nog dagelijks om, kan ik je vertellen,’ stemde een tweede heer met een kunstmatig gekrulde snor in.

‘Juffrouw Lamb hoort daar ook bij, kan ik je verzekeren,’ zei een jongere stem.

De jongeman – die nu misschien een jaar of twintig was – had Daniel ook voor het laatst in Kent gezien. William Bentley zat naast meneer Harris; zijn oom, als Daniel het zich goed herinnerde.

Harris staarde zijn neef verbaasd aan. ‘Juffrouw Lamb?’

‘Ik meen dat zij kapot was van uw huwelijk.’

‘Nee. Ik weet zeker dat je je vergist.’

‘Kom, oom. U kunt me niet vertellen dat u dat niet wist.’

‘Nou,’ kwam de besnorde man weemoedig tussenbeide. ‘Die juffrouw Lamb stond niet alleen in haar hoop de meest begeerde vrijgezel van Kent aan de haak te slaan. Mijn eigen Nellie had erg veel met je op.’

William sloeg geen acht op hem en hield zijn half geloken ogen op zijn oom gericht. ‘Juffrouw Lamb heeft jarenlang een oogje op u gehad,’ hield hij vol.

‘Ik denk het niet. Ik was alleen een vriend van de familie.’

William snoof. ‘Juffrouw Beatrice hoopte op meer dan vriendschap, kan ik u vertellen.’

‘Beatrice?’

‘Je zit er helemaal naast, jongeman,’ onderbrak Milton. ‘Je oom hier is altijd als een oudere broer voor de meisjes Lamb geweest en heeft hen sterk willen beschermen. Haal je zijn woede niet op de hals door iets verkeerds over hen te zeggen. Vooral nu hij met een nicht van hen is getrouwd.’

‘En nog een rijke nicht ook,’ zei de besnorde man met veelzeggend opgetrokken wenkbrauwen.

‘En hoe bevalt het huis van je vrouw op Manchester Square?’ bracht Milton het gesprek op veiliger terrein.

‘Best, best.’

‘En hoe vind je het leven in Londen?’

‘Het lijkt niet op het leven in Kent.’

Het gesprek kabbelde bedaard verder, maar Daniel dacht aan de eerste keer dat hij Charles Harris had gezien — en de manier waarop Charlotte naar de man had gekeken. Ze stonden zoals zo vaak in de tuin van de pastorie toen de man aan kwam rijden op zijn grote zwarte paard, de panden van zijn overjas bijna even glanzend zwart als de ebbenhouten flanken. Maar Daniels aandacht werd snel van het schitterende paard getrokken naar de even glanzende blik in de ogen van de jonge Charlotte Lamb. En toen Daniel van meisje naar paard keek, van meisje naar man, drong het tot hem door dat ze niet het mooie dier bewonderde, maar de man die het bereed. Haar aandacht was compleet door hem gevangen, haar ogen, die altijd vrolijk stonden, hadden een glans gekregen alsof ze naar een met kaarsjes verlichte kerstboom keek, of de eerste sneeuw, of... bekende hij zichzelf met tegenzin, een buitengewoon knappe man.