‘Natuurlijk, natuurlijk. Je moet aan je eigen toekomst denken. Je denkt zeker niet dat er hoop is om de jonge Bentley over te halen om...’
‘Ik ben bang van niet. Nu niet meer. Heeft hij... enig verzoek gedaan dat u weet?’
‘Nee. Maar Beatrice schijnt er met smart op te wachten.’
7
De naam van de zijdeplant, Asclepias, komt van de Griekse god Aesculapius, de god van de genezing.
Flower Essence Society
Door een tralieraam in de deur naar de vondelingenafdeling sloeg Daniel Taylor juffrouw Lamb gade. Ze stond alleen in de woeste tuin achter het tehuis en onwillekeurig zag hij haar voor zich in een veel voornamere tuin. Daar was ze vaak geweest als hij met dokter Webb bij haar moeder op bezoek kwam.
Hij had een paar jaar in Doddington als leerling bij dokter Webb gewerkt voordat hij naar de universiteit van Edinburgh was gegaan om zijn studie te voltooien. Hij had genoten van de tijd in Kent en had veel respect voor dokter Webb, die het nooit moe werd patiënten te bezoeken, families te troosten en waar nodig medicijnen en andere geneesmiddelen uit te delen.
Mevrouw Lillian Lamb was een van de patiënten die hij het vaakst bezocht. Eigenlijk kon de goede man weinig voor haar doen, maar dat had Webb nooit uitgesproken. Mevrouw Lamb was een knappe, rustige vrouw die zich er meer om bekommerde dat zij zich welkom en prettig voelden, dan om haar eigen prognose. Het was de dominee die stond op die regelmatige visites. Hij scheen ervan overtuigd dat zijn vrouw ‘binnenkort weer haar vrolijke oude zelf werd, nu u er bent’. Daniel had zijn optimisme zowel bewonderd als gevreesd.
Zoals vaak het geval was met vrouwelijke patiënten, stuurde dokter Webb zijn leerling de kamer uit zodra de voorafgaande beleefdheden waren uitgewisseld en het lichamelijke onderzoek kon beginnen. Als hij weggestuurd was en niets te doen had, neusde Daniel in de vele boeken in de bibliotheek van de pastorie en dwaalde hij door de bescheiden tuin of zelfs over het uitgestrektere terrein van het enorme landgoed dat grensde aan het kerkhof. Fawnwell, meende hij dat het landgoed heette. Maar in zijn bescheidener formaat was de tuin van de Lambs een van de mooiste die hij ooit had gezien, en hij wist van mevrouw Lamb dat tuinieren haar liefste tijdverdrijf was. Het was duidelijk dat haar jongste dochter dit enthousiasme deelde.
Bij een van die gelegenheden sprak Charlotte, die destijds veertien of vijftien was, hem aan in de tuin. Ze liet de schaar in haar mandje vallen en rende naar hem toe, met haar hand op haar hoofd om haar zonnehoed op zijn plaats te houden.
‘Meneer Taylor,’ zei ze buiten adem, ‘daar bent u. En hoe maakt mijn moeder het vandaag?’
‘Beter, denk ik. En u? Ik neem aan dat het goed gaat?’
‘Ja, heel goed. Dank u.’ Charlotte keek zoekend het gazon rond. ‘En waar is dokter Webb?’
‘Nog bij uw moeder.’
‘Ik begrijp het.’ Ofschoon aan de rimpels in haar voorhoofd te zien was dat ze het niet begreep. ‘Waarom bent u dan niet bij hem?’
‘Dokter Webb vindt dat het discreter is en prettiger voor uw moeder als ik er niet bij ben.’
‘Dat verzoek komt vast niet bij moeder vandaan.’
‘Natuurlijk niet. Het werd verondersteld, denk ik. Ik begrijp dat het onderzoek van gevoelige aard was.’
‘Gevoelig?’
Daniel voelde het bloed naar zijn wangen stromen en verwenste in stilte zijn neiging om te blozen.
‘Uw moeders kwaal is van... vrouwelijke aard, en omdat ik een man ben.’
‘Dokter Webb is ook een man.’
‘Ja, maar ik ben nog jong.’
‘Niet zo jong. Ik geloof dat zijn laatste leerling veel jonger was.’
‘Hoe het ook zij, ik moet buigen voor dokter Webbs grotere ervaring.’
‘Maar hoe moet u dan ervaring opdoen als u ronddwaalt door mijn moeders tuin?’
‘Een uitstekende vraag, juffrouw Lamb. Zeer opmerkzaam.’
‘Ik kan alleen maar hopen dat dokter Webb er nog is als ik een dokter nodig mocht hebben.’
‘Tja, ach...’
‘Pardon. Ik bedoelde het niet verkeerd.’
‘Natuurlijk niet. Ik begrijp het.’
Daniel lachte grimmig om de herinnering. Inderdaad had Charlotte binnenkort een arts nodig en dokter Webb was niet in de buurt. Hij duwde de deur van de vondelingenafdeling open en wandelde de tuin in, net op tijd om te zien dat Charlotte bukte en met grote inspanning aan een zijdeplant begon te trekken.
‘Voorzichtig, hoor, juffrouw Lamb. Belast u niet te zwaar.’
‘Dokter Taylor, probeer er alstublieft aan te denken dat u mij juffrouw Smith noemt.’
‘Ik zal het proberen, maar we zijn hier alleen, dus ik dacht dat het wel goed was. Mag ik vragen wat u aan het doen bent?’
‘Deze tuin is overwoekerd met zijdeplanten, zoals u ziet. Ik begrijp dat tuinieren geen prioriteit heeft in een huis als dit, maar...’