Home>>read Onvoorwaardelijk free online

Onvoorwaardelijk(21)

By:Julie Klassen


Schrijlings in het zadel zei William zogenaamd onschuldig: ‘Juffrouw Charlotte schijnt van de aardbodem verdwenen te zijn. U hebt zeker ook geen idee waarom, wel?’

Charles staarde hem aan, verbluft door de onbeschaamdheid van de jongen. Hij deed zijn mond open om een slap antwoord te geven, maar de jongeman gaf zijn paard al de sporen en reed de laan af.

Buxley nam met een ‘goedendag, meneer Harris’ zijn paard aan. Charles betrad de pastorie en Tibbets nam zijn hoed aan en liet hem in de salon. Gareth Lamb zat op een van de satijnen canapés voor zich uit te staren terwijl zijn oudste dochter Beatrice prullerige melodietjes pingelde op de piano.

‘Daar ben je, Charles,’ begroette de predikant hem treurig. ‘We waren al bang dat we je nooit meer zouden zien.’

‘Ja... Katherine woont helaas liever in de stad dan op het platteland. Ik ben alleen langs geweest om te kijken of thuis alles in orde was en om mijn moeder en u allen te bezoeken.’

‘Ga toch zitten.’

Maar Charles aarzelde, de kamer rondkijkend naar een aanwijzing dat het waar was wat hij had gehoord. Beatrice keek met een kort knikje naar hem op.

‘Goedendag, Beatrice.’

‘Meneer Harris.’ Ze speelde door, kennelijk onbekommerd door zijn geagiteerde toestand en haar vaders lijkbleke gezicht.

‘En... waar hangt Charlotte uit op deze mooie dag?’ Hij deed een poging tot een zwakke glimlach.

‘Wie?’ vroeg meneer Lamb met een uitgestreken gezicht.

‘Wat bedoelt u, wie? Uw jongste dochter natuurlijk.’

‘Ik heb maar één dochter en die zit daar.’ Dominee Lamb wuifde vaag in Bea’s richting. ‘Ik heb het over Charlotte.’

‘Zij bestaat voor mij niet meer. Het doet me verdriet om over haar te spreken.’

‘Neem me alstublieft niet kwalijk, maar als u wat meer kon vertellen en zeggen waar ze heen is gegaan... ik wil alleen maar helpen.’

‘Ik weet het niet.’

‘U... weet niet waar Charlotte is?’ vroeg hij ongelovig.

Er huiverde een dissonant door de piano en Bea keek hem woedend aan door de wegstervende noten. ‘We wensen er niet over te spreken, meneer Harris. Ik meen dat vader dat duidelijk heeft gemaakt. En wees alstublieft zo vriendelijk ook niet met anderen over haar te praten. Charlotte is weg,’ ze wuifde dramatisch met haar hand, ‘om vrienden te bezoeken. In Brighton, geloof ik. Of was het Bath? In elk geval, we verwachten haar voorlopig niet.’ Ze begon weer te spelen.

‘Die jongeman die hier net was,’ begon Gareth fronsend. ‘Ik weet dat hij je neef is, maar ik moet zeggen dat ik hem niet vertrouw.’

‘Vader!’ riep Bea uit.

‘Het spijt me, kind, maar ik denk steeds dat hij iets met de hele onverkwikkelijke kwestie te maken heeft gehad.’

Bea stond vlug op. ‘Meneer Bentley is een zeer beminnelijke heer en ik laat niet toe dat iemand hem zwartmaakt waar ik bij ben.’ Ze liep driftig de kamer uit en Charles keek haar opgelucht na.

‘Ze heeft haar hoop op hem gevestigd.’ Meneer Lamb schudde zijn hoofd, zijn ogen nog op de open deur gericht, hoewel Bea niet meer te zien was. ‘Ik weet dat ik het moet aanmoedigen, maar iets zit me niet lekker. Je denkt toch niet dat Bentley iets te maken heeft gehad met... Charlottes vertrek?’

‘Ik... ik zou denken van niet. Hebt u het hem gevraagd?’

‘Niet met zoveel woorden, maar ja, ik heb geïnformeerd naar zijn betrekkingen met haar.’

‘En hoe reageerde hij?’

‘Misschien kan ik dat beter niet herhalen...’

‘Ik sta erop. Wat zei hij?’

‘Ik schaam me om de kwestie aan te roeren.’ Niettemin vervolgde de oudere man: ‘Hij zei dat het hem niet geheel en al verbaasde dat Charlotte “in moeilijkheden” zat, dat hij haar bij verschillende gelegenheden heel familiair had zien doen met meer dan één man.’

‘Zei hij dat?’

‘Nou ja, je weet hoe hij praat, allemaal bedekte toespelingen en van mij heb je het niet gehoord.’

‘Onbeschaamde dwaas!’

‘Geloof je niet dat het de waarheid is? Het bewijs ondersteunt zijn verhaal.’

‘Ik ben bang dat mijn neef zijn eigen motieven heeft die ongetwijfeld zijn verhaal gekleurd hebben.’

‘Heb je haar nooit met mannen zien dartelen?’

Charles aarzelde en de oude man vertrok verbitterd zijn gezicht.

‘Nee, mijn vriend,’ zei Charles vlug. ‘U moet niet het ergste denken van Charlotte. Ik heb nooit gezien dat ze zich onwelvoeglijk gedroeg bij iemand.’

‘Wie kan het dan geweest zijn? Heb je enig idee?’

Charles zuchtte en schudde zijn hoofd. ‘Het spijt me erg. Als ik iets kon doen, zou ik het niet laten. Dat weet u.’