‘Daniel,’ begon ze zacht terwijl ze dichter naar hem toe kwam. ‘Als je me ontloopt omdat je denkt dat ik met Harris ga trouwen, dan heb je het mis. Ik wens niet met hem te trouwen.’ Hoe kon ze, terwijl ze zo innig hield van Daniel, en ook van Anne?
Daniel stond als verstijfd, net zo verbijsterd als Harris was geweest door haar afwijzing. Maar hoewel teleurgesteld, had Harris haar alle geluk gewenst en haar verzekerd dat ze als vrienden uit elkaar zouden gaan.
Daniel fronste zijn voorhoofd. ‘Maar... Edmund...’
‘Ik weet het.’ Ze kneep haar ogen dicht en deed ze weer open. ‘Maar er is niets aan te doen. Ik kan niet hem en jou tegelijk hebben.’ Ze glimlachte aarzelend. ‘En ik wil jou.’
Toen Daniel geen antwoord gaf, stak ze haar hand uit en pakte een knoop op zijn vest, gaf er een klein rukje aan. Hij slaakte een diepe, pijnlijke zucht. ‘Charlotte... weet je het zeker?’
Ze knikte.
Verwonderd hoofdschuddend stak hij langzaam zijn hand uit en legde zijn lange, gevoelige vingers om haar gezicht. Hij boog zich dicht naar haar toe, zijn blauwgroene ogen waren groot achter zijn brillenglazen. Hij fluisterde: ‘Ik durf het niet te geloven.’
Ze keek hem in de ogen en drong aan: ‘Geloof het maar.’
Zijn blik versmolt een lang ogenblik met de hare voordat zijn ogen afdaalden naar haar mond. Zijn ogen zakten dicht achter een gordijn van goudblonde wimpers en hij kuste haar zacht. Toen vuriger. En nog eens.
Slechts veertien dagen later trouwden ze met een speciale vergunning. Daniels vader was er natuurlijk bij, trots en gelukkig, mevrouw Krebs naast hem. Oom en tante Tilney waren er ook bij, evenals Thomas en Sally, die gedurende de hele plechtigheid lachte en huilde.
Hoewel hij was uitgenodigd was dominee Lamb niet aanwezig, noch Beatrice. Charlotte voelde hun afwezigheid, maar niet al te scherp. Ze had het druk met genieten van alle blijdschap en passie van haar trouwdag en het getrouwde leven.
Toch betreurde Charlotte het dat ze zich nooit met haar vader had kunnen verzoenen. De dominee, afstandelijk en onverzoenlijk als altijd, stierf kort nadat Daniel en zij naar Doddington waren verhuisd. Een vriendelijke nieuwe dominee nam zijn plaats in en heette Charlotte van harte welkom terug in de kerk van haar jeugd.
Ook Beatrice bleef op afstand. Via Harris kwam Charlotte te weten dat Bea getrouwd was met een marineofficier die vele jaren ouder was dan zij en in Londen woonde. Met Kerst stuurde Bea eens een korte brief waarin ze de vlinderbroche van hun moeder bijsloot. Charlottes bedankbriefje en andere brieven bleven onbeantwoord.
Charles Harris hertrouwde niet. Zijn moeder was hersteld en verschafte Edmund door de jaren heen een gezond regime van moederlijke invloed en opvoeding. Edmund bracht een groot deel van zijn tijd door bij zijn grootmoeder in Doddington en Charlotte zag hem bij dorpsfeestelijkheden en bij de zeldzame gelegenheden dat Daniel werd ingeschakeld om een of andere kinderziekte te behandelen.
Edmund had zelfs nu en dan met Anne gespeeld toen ze klein waren en had het altijd naar zijn zin gehad bij Daniel en Charlotte. Als hij zich ooit had verwonderd over hun verhoogde belangstelling en vele vriendelijkheden, had hij er nooit vragen over gesteld.
Hij bleef uiteraard volkomen onwetend van zijn relatie met Charlotte. Het was bitterzoet om haar zoon haar ‘mevrouw Taylor’ te horen noemen, maar ze had zich erbij neergelegd de rest van haar dagen met die speciale pijn te moeten leven.
Charlottes hechte relatie met Anne deed veel om die pijn te verzachten. Daniels dochter wist van het bestaan van Lizette, maar ze had haar onlangs toevertrouwd dat voor haar Charlotte altijd haar moeder was geweest, al voordat zij en haar vader getrouwd waren. Op aansporing van Daniel was Anne lang geleden opgehouden met het koosnaampje ‘Missy’ en was Charlotte ‘moeder’ gaan noemen. Elke keer als ze het hoorde, genoot ze van de klank en dacht: Wat een prachtig woord.
***