Ze keek op in het sinds lang dierbare gezicht van Charles Harris. Hij was nog steeds heel knap. En hij bood haar eindelijk zijn naam, zijn bescherming aan. Misschien zelfs zijn liefde. Ze besefte dat hij die niet had genoemd. Maar wat verwachtte ze? Romantische ontboezemingen terwijl zijn vrouw nog niet lang in haar graf lag? Ze wist dat hij tot op zekere hoogte om haar gaf. Dat was altijd zo geweest. En o! Om dicht bij Edmund te zijn. Haar eigen zoon. Om zijn moeder te zijn, of hij het wist of niet.
Maar Daniel dan? Ze bewonderde en respecteerde hem. Hield misschien zelfs van hem, en ook van zijn dochter. Ze hadden vooralsnog inderdaad geen officiële verstandhouding, maar hij had zijn verlangen duidelijk genoeg gemaakt. Althans vóór vandaag. Waarom had hij niets gezegd? Ze kon het wel raden. Hij wist hoe diep ze ernaar hunkerde om bij Edmund te zijn.
Kon ze een toekomst met Daniel opgeven om stiefmoeder te worden van haar eigen zoon?
Maar het alternatief was nog moeilijker voor te stellen. Want Harris afwijzen, betekende Edmund opnieuw opgeven.
36
O, arme kleine vlinder, gebonden door zo vele ketenen, die je ervan weerhouden weg te vliegen waarheen je maar wilt! Heb medelijden met haar, mijn God... zodat ze haar verlangens zal kunnen vervullen tot Uw eer en glorie.
St. Teresa van Avila
De tijd verstreek vlug, zoals de tijd pleegt te doen.
Daniel Taylor was alleen aan het werk in zijn tuin in Doddington en dacht terug aan die dag vijftien jaar geleden toen Charles Harris naar zijn huis in Londen was gekomen en zijn leven voor altijd had veranderd.
Daniel was natuurlijk op de hoogte geweest van Charlottes langdurige genegenheid voor Harris, en omdat hij wist hoe ze ernaar verlangde om bij haar zoon te zijn, had Daniel met een zwaar hart vermoed welke man ze zou kiezen. Omdat hij van haar hield en haar dit zeer verdiende geluk wenste, had hij zich uit de situatie teruggetrokken. Hij kwam die hele dag niet thuis uit het Huis. Hij sliep, hoewel slecht, in zijn vertrekken daar, in de wetenschap dat zijn afwezigheid het makkelijk zou maken voor Charlotte. En hopelijk minder pijnlijk voor hem. Hij plaatste een advertentie in de krant voor een nieuwe gouvernante, in het vertrouwen dat Marie volstond tot hij er een gevonden had. En hij schreef aan dokter Webb dat hij zijn praktijk over wilde nemen. Hij wist dat hij in Doddington in contact zou komen met de familie Harris, maar omdat hij vermoedde dat Charles zijn tijd zou blijven verdelen tussen Londen en Fawnwell, dacht hij niet dat het te vaak zou zijn om te verdragen. Hij was eraan toe uit Londen te vertrekken en zijn herinneringen achter te laten. Hij liet het Huis achter onder de hoede van Thomas en zijn goede, begrijpende vader.
Daniels herinneringen werden verstoord door stemmen en toen hij opkeek, zag hij een groep schoolkinderen uit Doddington vlakbij over het grasveld achter een bal aanrennen. Hij hoopte dat ze zijn gekoesterde specimens niet zouden vertrappen, noch zijn hele tuin erbij. De meeste kinderen kende hij wel van gezicht en verscheidene bij naam. Met het aantal kinderen dat tegenwoordig door het dorp draafde, bleef zijn praktijk druk.
Hij lag op zijn knieën naast een moeraszijdeplant om elk blad te onderzoeken, toen de bal over de lage tuinmuur vloog en met een plof naast zijn perk iberis terechtkwam. Een meisje — zijn favoriet onder de dorpskinderen — sprong behendig over de muur en ging op zoek naar de bal. Wanneer hij haar zag, moest hij onwillekeurig denken aan Charlotte Lamb als meisje.
‘Naast de iberis, Lucy,’ zei hij, terwijl hij de pop die hij net gevonden had begon te onderzoeken.
‘De wat?’ vroeg ze, diep gebukt.
‘De scheefbloem. Daar.’ Hij wees naar de kleine bossige planten met massa’s platte witte bloemen.
‘Voilà! Het meisje hield de bal triomfantelijk omhoog en gooide hem over de muur terug naar haar vriendinnen. Maar in plaats van zelf weer over de muur te klimmen, kwam ze op haar hurken naast hem zitten.
‘Wat bent u aan het doen?’ vroeg ze.
‘Ik onderzoek deze pop.’ Na een ogenblik keek hij haar aan. ‘Wil je niet terug naar je kameraden?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Niet per se.’ Ze knielde naast hem neer tussen de zijdeplanten.
Van dichtbij vond hij dat Lucy hem een beetje deed denken aan Anne op die leeftijd, maar Anne was nu al volwassen.
‘Je kent de zijdeplant toch wel?’ vroeg hij.
‘Ik weet dat meneer Jarvis wilde dat u hem uit de tuin trok.’
‘Dat is alleen omdat hij niet begrijpt hoe belangrijk de zijdeplant is. Naast een hele reeks medicinale toepassingen, legt de monarchvlinder haar eitjes op de zijdeplant, die de enige plant is die de larven eten.’
Lucy keek hem uitdrukkingsloos aan, duidelijk niet onder de indruk.
‘Monarchvlinders komen van nature niet in Engeland voor. Maar nu en dan — om de tien jaar of zo — worden ze gezien. Door harde wind worden ze hierheen geblazen.’