‘William? Ik had niet verwacht je hier aan te treffen.’
‘Dat snoezige dienstmeisje van u heeft me binnengelaten. Ze zei dat ik op u mocht wachten.’
‘Ik hoop dat je niet lang gewacht hebt.’
William haalde zijn schouders op. ‘Twee dagen.’ Hij dronk uit zijn glas.
‘Wat wil je?’
‘Mezelf van uw port bedienen, zoals u ziet. En een kleine vakantie van moeder de vrouw. Ik heb niet de luxe van twee woningen, zoals u.’
Charles onderdrukte zijn ergernis. ‘Aha.’
‘En hoe gaat het met Fawnwell? Ik neem aan dat u Beatrice Lamb hebt gezien?’
‘Inderdaad.’
‘Nog net zo koud en serieus en verrukkelijk als altijd, neem ik aan?’
Charles zuchtte van frustratie. ‘Ik begrijp je niet, William. Je hebt je kans met haar gehad en opgegeven.’
‘Ja. Jammer. Ze is een van die zeldzame vrouwen die streng aantrekkelijker zijn dan lachend. Is u dat opgevallen?’
Charles liep terug naar de deuren en sloot ze zorgvuldig voordat hij zich naar hem omdraaide. ‘Heb je nooit serieuze bedoelingen gehad met juffrouw Lamb?’ wilde hij weten.
‘Jawel. Ik had serieus de bedoeling om uw bedoelingen voor te zijn.’
‘Wat bedoel je?’
‘Dat lijkt me duidelijk. U weet dat ik er altijd op gerekend had dat ik uw erfgenaam zou zijn... althans toen ik nog dacht dat er iets te erven viel.’ William stak zijn hand uit naar de fles op de zijtafel en vulde zijn glas opnieuw. ‘Ik meende dat u een verstokte vrijgezel was, wat mij goed uitkwam. Maar toen hoorde ik dat u grote belangstelling aan de dag legde voor een van de domineesdochters. Daarom besloot ik na te gaan welke van de twee het was en de dame voor me te winnen en aldus de erfenis voor mezelf te houden.’ Hij hief zijn glas in een spottende toost.
‘Wat een akelige, verwaande...’
‘Ja, ja.’ Hij wuifde Charles’ afkeurende woorden weg met een nonchalant handgebaar. ‘En ik concludeerde dat het de jonge Charlotte was voor wie u binnen tien minuten nadat u voet in de pastorie had gezet, was gevallen.’
Charles staarde hem aan, een stille woede nam bezit van hem.
‘U was toch van plan om met Charlotte Lamb te trouwen?’ vroeg William.
Charles gaf geen antwoord.
‘Hoewel ik Charlotte charmant vond, met haar mooie glimlach en royale... aard, moet ik toegeven dat ik de voorkeur gaf aan Beatrice. Zo preuts. Zo strak opgedraaid dat ik er zeker van was dat ze elk ogenblik los kon springen.’ Hij zuchtte weemoedig. ‘Wat mis ik die middagen in Doddington, als ik luisterde hoe de mooie Bea speelde. Maar dat was natuurlijk allemaal voordat Fawnwell afbrandde en ik tot het besef kwam dat u ernstig in het nauw zat. Toch moet ik toegeven dat uw huwelijk met lady Katherine ons allen overrompelde. Een van de dames Lamb was er in het bijzonder kapot van, zoals u vast wel weet.’
Charles klemde zijn handen tot vuisten.
‘En daarna had ik geen keus dan van koers te veranderen en achter een rijke vrouw aan te gaan.’
‘Maar daarna ging je nog steeds bij Bea op bezoek en liet het arme kind denken dat...’
‘Ik misleidde mezelf, in de hoop dat lady Katherine niet genoeg piepkuiken meer was om het gouden ei te leggen. Ik had het mis... dronken van het vrome wensen, denk ik.’
‘Je bent nu ook dronken.’
‘Redelijk wel, ja. Alleen dan ben ik zo eerlijk.’
‘Dus toen onze zoon... toen Edmund werd geboren, kon je Bea niet meer gebruiken.’
‘Precies. En hoezeer ik dat ook betreurde, ik zou het nog erger betreuren om arm te zijn.’ Hij zuchtte theatraal. ‘Mijn huwelijk met de afschuwelijk vrolijke Amanda Litchfield met haar vijfhonderd per jaar is een last die ik op de een of andere manier moet zien te dragen. U weet alles van trouwen om geld, nietwaar oom?’
Op een mooie zomerdag zaten Charlotte en Anne op een deken in de kleine tuin achter het Londense stadshuis toen dokter Taylor naar hen toekwam.
‘Daar zijn jullie,’ zei hij.
‘We zijn aan het picknicken, zoals je ziet,’ verklaarde Charlotte.
Op de deken waren een mand en Annes theeserviesje netjes uitgespreid.
‘Een picknick in de tuin. Wat heerlijk. Mag ik bij jullie komen zitten?’
‘Natuurlijk, papa,’ zei Anne. ‘Maar ik moet een nieuw kopje halen. Constance gebruikt het roze kopje en Missy en ik de andere twee.’
‘Ik geloof niet dat Constance en ik aan elkaar voorgesteld zijn,’ zei Daniel met een knikje naar de porseleinen pop die achter het roze kop-en-schoteltje zat.
‘Natuurlijk wel, papa.’ De drieënhalfjarige klonk lichtelijk knorrig. ‘U ziet haar elke avond als u me instopt.’
‘Neem me niet kwalijk. Mijn fout.’
Anne sprong op. ‘Ik ben zo terug. Maar geef mij de schuld niet als de thee koud is, papa. U had me niet verteld dat u vandaag meedeed.’