‘Is het erg?’
Ze stapte dichter naar de kandelaar en hij ook. De opluchting dat de middernachtelijke indringer dokter Taylor was, verdween nu ze zich herinnerde dat ze niets anders droeg dan een dunne nachtpon.
‘Laat eens zien.’
‘Het is vast niets.’
Hij nam haar linkerhand in de zijne, haar handpalm naar voren. Met zijn vrije hand onderzocht hij voorzichtig haar wijsvinger. Haar hart bonsde in de maat met de kloppende pijn.
‘We zullen het even schoonmaken.’ Hij haalde vlug een flesje ontsmettingsmiddel uit zijn tas. Hij hield haar hand boven de waskom, liet haar net lang genoeg los om het flesje te openen en goot het antisepticum over de wond. Het spul prikte en ze trok haar neus op voor de geur.
‘Ik zal het voor u inpakken,’ zei hij zacht.
Hij haalde een opgerold verbandje uit zijn tas en kwam weer voor haar staan. Hij leidde haar hand dichter naar het licht en boog zich over haar heen. Ze besefte dat ze oppervlakkig en snel ademhaalde terwijl hij vaardig en voorzichtig het verbandje om haar vinger wond en vastmaakte. Toch leek het proces lange tijd in beslag te nemen; hij bleef zijn werk bekijken met haar hand nog in de zijne. Ze hoopte dat hij niet vermoedde hoeveel zijn nabijheid haar deed.
Zonder haar hand los te laten, dwaalde zijn blik omhoog van haar hand naar haar gezicht. Zijn ogen straalden intens, zijn pupillen waren groot in het gedempte licht.
Voelde zij alleen die spanning, die verrukkelijke, angstaanjagende pijn?
Om hem te verdrijven zei ze beverig: ‘Wie let er op het Huis?’
‘Thomas vervangt me. Hij zei dat ik eruitzag als een wandelend lijk.’
Ze glimlachte en zei gegeneerd: ‘In mijn ogen... niet.’
Zijn ogen dwaalden over haar trekken. ‘U ook niet.’
Ze slikte en zei nodeloos: ‘Ik kon niet slapen.’
Hij keek weer neer op haar hand, alsof het net tot hem doordrong dat hij hem vasthield.
‘Blijft de patiënt in leven?’ vroeg ze luchtig.
Hij lachte niet. In plaats daarvan draaide hij haar hand om en bracht hem naar zijn wang. Hij drukte zijn lippen op de rug van haar hand en keek haar in de ogen. Charlotte kon amper ademen.
Zonder waarschuwing ging de keukendeur weer open en toen ze beiden omkeken, zagen ze John Taylor staan, met een kandelaar in zijn hand. Charlotte deed verlegen een stap bij Daniel vandaan.
John Taylor keek van de een naar de ander, met een veelzeggende glans in zijn ogen. ‘Ik dacht dat ik een brandlucht rook,’ zei hij.
Charlotte keek om. De melk was overgekookt op het fornuis.
34
Vlak nadat hij uit zijn pop is gekomen, is de monarchvlinder buitengewoon kwetsbaar voor zijn vijanden, omdat hij nog niet kan vliegen.
Journey North
Toen ze op een ochtend in november aan de ontbijttafel zaten, kondigde Charlotte voor dokter Taylor en zijn vader aan: ‘Anne en ik hebben voor vanavond een feestje georganiseerd en u bent allebei uitgenodigd.’
‘Ter gelegenheid waarvan?’ vroeg dokter Taylor.
‘Voor uw verjaardag, domme pap!’ Anne lachte.
‘U bent vandaag toch jarig?’ vroeg Charlotte aarzelend.
‘Tja, ik geloof van wel. Ik was het helemaal vergeten.’
‘Ik hoop dat u vanavond geen van beiden hoeft over te werken.’
‘Ik ga helpen een taart te maken!’ verkondigde Anne trots. ‘Net zo een als Missy voor mijn verjaardag had gemaakt!’
‘Wat heerlijk. Ik verheug me erop.’
‘Ik ook,’ zei John Taylor. ‘Maar ik ben bang dat ik geen cadeau voor je heb, mijn jongen. Tenzij je graag een nieuwe oorhoorn wilt of een scalpel?’ Hij knipoogde.
‘Doe geen moeite, vader. U en ik hebben de gewoonte laten varen om verjaardagen te vieren.’
John Taylor vouwde zijn servet op en stond op. ‘Nou, ik ga. Ik heb mevrouw Krebs beloofd dat ik vanmorgen vroeg zou zijn.’
Zijn zoon keek hem na. ‘Als ik niet beter wist, zou ik zeggen dat hij gecharmeerd van haar is.’ Hij keek naar Charlotte en glimlachte verlegen. ‘En reken maar dat ik de symptomen herken.’
Charlotte onderdrukte een lach. ‘Eet je ontbijt op, Anne, dan kunnen we met de voorbereidingen beginnen.’
Er droop pap van Annes kin toen ze gretig zei: ‘Wij trekken onze nieuwe jurken aan en u moet uw groene jas dragen, papa.’
‘Niet praten met je mond vol, kind,’ vermaande Charlotte.
Daniel boog zijn hoofd naar zijn dochter. ‘Zoals mevrouw wenst.’
‘Vindt u papa ook niet het knapst als hij zijn groene jas draagt?’
Charlotte glimlachte opgelaten. ‘Ik... ja, heel knap.’
‘Goed dan.’ Hij hield haar blik vast. ‘Uw wens is mijn bevel.’
Wat had het allemaal anders kunnen gaan als hij op weg naar huis niet bij de club langs was gegaan. Hij was op tijd uit het Huis weggegaan – Thomas en zijn vader waren op hun post gebleven – en alleen even naar de club gegaan om Preston te zoeken, die niet was verschenen om hen volgens het dienstrooster af te lossen. Zijn vader had erop gestaan dat Daniel naar huis ging om zijn eigen verjaardagsfeestje niet te missen. Hij zou blijven tot Preston arriveerde. Toen hij zijn collega niet zag in de club, draaide Daniel zich om en wilde weggaan. Toen zag hij Lester Dawes. Hij zou misschien nog niets gezegd hebben als zijn oude kennis er niet zo beroerd uit had gezien, hij steunde zijn hoofd in zijn handen en voor hem stonden enkele lege bekerglazen.