Home>>read Onvoorwaardelijk free online

Onvoorwaardelijk(117)

By:Julie Klassen


Ze knielde naast hem neer en legde Anne zachtjes in zijn armen. Toen stond ze op en stapte achteruit.

Daniel keek neer op Anne, die nu wakker was en blij leek hem te zien. Ze spartelde en brabbelde, haalde haar kleine vuistjes uit haar mond om zijn neus vast te pakken.

‘Ja... ik ben mijn bril verloren. Ken je me nog?’

Het kleine meisje deed haar mond open en lachte tandeloos.

‘Je maman is er niet meer. Het spijt me zo, kleintje. Ze hield van je... denk nooit dat ze niet van je hield. Ze kon alleen... niet blijven. Ik heb mijn best gedaan om haar te helpen, maar ik kon het niet...’

Thomas en Sally kwamen eraan met een paar dekens en Kendall sloeg er een om Daniels schouders. Toen legde hij de andere zorgvuldig over Lizette heen. Sally nam Anne mee en liep weer terug naar het vakantiehuis.

‘Kom, mijn vriend,’ drong Kendall vriendelijk aan. ‘Je moet naar huis en uit die natte kleren.’

Daniel keek naar de omhulde gestalte van zijn vrouw. ‘Ik kan haar niet achterlaten.’

‘Ik zorg voor haar,’ verzekerde Kendall.

Samen hielpen Charlotte en Thomas Daniel overeind en naar huis.



De dag na de begrafenis trof Charlotte Daniel aan, zittend op het bankje en uitkijkend over de zee. Zonder iets te zeggen ging ze naast hem zitten, oppassend om een fatsoenlijke hoeveelheid ruimte tussen hen in te laten. Hij gaf met een klein knikje te kennen dat hij haar had opgemerkt voordat hij zijn blik weer op de zee richtte.

‘U hebt haar nooit echt gekend, juffrouw Lamb. Niet echt. Niet als de vrouw die ze vroeger was.’

Ze vroeg zacht: ‘Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?’

‘Ze werkte als gouvernante in Edinburgh toen ik daar op de universiteit zat. Ik zag haar voor het eerst in het park, waar ze haar pupil in het rond zwaaide tot hun gelach de hele speelplaats vulde. Ik zie haar nog voor me in haar groengestreepte jurk, haar donkere haar dat onder haar strohoed uitpiepte, haar vrolijke lach... de enige vrolijkheid op die grijze Schotse dag. Ze vertelde me dat ze uit Normandië was weggegaan op zoek naar avontuur.

Pas later kwam ik te weten dat ze een uitweg had gezocht, dat haar moeder eenzelfde soort aandoening had als Lizette op het laatst.’ Hij boog zich naar voren en zette zijn ellebogen op zijn knieën. ‘Ik geloof niet dat ze me wilde misleiden. Ik denk dat ze oprecht geloofde, of althans radeloos hoopte, dat ze dat alles ver achter zich had gelaten, dat ze eenzelfde lot kon ontlopen. We zijn maar één keer naar Caen gereisd om kennis te maken met haar familie. Stukje bij beetje begon ik te vermoeden hoe het ervoor stond met haar moeder, maar toen was het al te laat. Ik was verliefd op Lizette. Ik had mezelf er niet van kunnen weerhouden met haar te trouwen, al had ik geweten hoe de toekomst eruit zou zien.’

Na een paar minuten zwijgen, zuchtte Daniel. ‘Toch had ik het moeten zien aankomen. Ik had het op een of andere manier moeten voorkomen.’

Ze keek naar hem, zag dat hij treurig zijn hoofd schudde.

‘Ik wilde haar naar een veilige plaats brengen, maar ze smeekte me om te mogen blijven. Ze zei dat ze het hier heerlijk vond, zich dichter bij huis voelde. Te dicht, zo bleek.’

‘Hoe kon u dat weten? Ze was veel beter.’

‘Dat dachten we. Of dat wilde ze ons laten geloven. Maar ik had beter moeten weten.’

‘Meneer Taylor...’ Zonder het te willen, was ze weer teruggevallen op de vroegere aanspreekvorm.

‘Had ik maar een effectievere behandeling gevonden. Of had ik er veertien dagen geleden op gestaan dat we naar Londen teruggingen.’

‘Meneer Taylor... weet u niet meer wat u tegen me zei toen mijn moeder stierf?’

‘Nee.’

‘Ik wist zeker dat als ik maar een betere dochter was geweest, of meer had gebeden, of had aangedrongen dat ze zich niet zo vermoeide in de tuin, ze in leven was gebleven.’

Hij haalde zijn schouders op.

‘Maar u zei dat God niet op die manier werkt. Weet u nog?’

‘En ik meen dat u me vertelde dat ik het Oude Testament moest lezen.’

‘Dat hebt u dan weer wel onthouden.’ Ze glimlachte vriendelijk. ‘Het is uw schuld niet.’

Het had lange tijd geduurd voordat Charlotte dit zelf geloofde. Ze vreesde dat Daniel Taylor het niet sneller zou leren.

Hij haalde diep adem en richtte zich op. ‘Nogmaals bedankt dat u Anne hebt gevonden. Ik weet niet of ik door had gekund als...’

‘Sst... Als ik niet langs was gekomen, had iemand anders haar gevonden.’

‘Dat mag ik alleen maar hopen. Hoe kwam het dat u daar toen toevallig was?’

Ze haalde diep adem. ‘Ik werd die ochtend wakker met een duister voorgevoel. In de herberg verzekerde Sally me dat alles goed ging, maar ik moest komen. Ik was te voet gegaan, maar dokter Kendall en Thomas kwamen onderweg hierheen langs en boden me aan mee te rijden.’