Home>>read Onvoorwaardelijk free online

Onvoorwaardelijk(115)

By:Julie Klassen


Kendall aarzelde even en knikte. ‘Natuurlijk. Ik zal haar zeggen dat ze terug kan komen... morgenochtend.’ Kendall glimlachte naar hem en draaide zich op zijn hakken om, zette zijn hoed op.

Voor een ongetrouwde man was Kendall erg uitgeslapen.





30


Als een kraampsychose plaatsvindt, zal de patiënte vloeken, loeien, poëzie opzeggen, schuine praat verkopen en een rel schoppen... Elke voorzorgsmaatregel moet worden getroffen om te voorkomen dat ze zichzelf, haar kind, of haar vriendinnen iets aandoet.

Robert Gooch, vroeg negentiende-eeuws arts

De volgende morgen kwam Daniel fluitend de trap op, terwijl hij wist hoe cliché dat was. Toch kon hij de glimlach niet van zijn gezicht krijgen. Het was een zonnige dag en ook de toekomst zag er zonnig uit.

In de keuken trof hij Sally Mitchell die een broodje zat te eten.

‘Je bent al vroeg terug. Hoe is het met Anne?’

‘Ze is onderweg naar huis in slaap gevallen. Ik heb haar al voor een slaapje in bed gelegd. Het was vannacht helaas vreselijk lawaaiig in de herberg. We hebben geen van beiden veel geslapen.’

Ik weet er alles van. ‘Dat spijt me voor je,’ zei Daniel, maar de vrolijke toon paste niet bij zijn woorden. ‘Dus mevrouw is een stuk beter?’

‘Ja, het schijnt zo, gelukkig. Maar we moeten haar vooruitgang in de gaten blijven houden.’

‘Dat is goed nieuws, meneer. Uw vriend zei zoiets, maar ik durfde het niet te geloven.’

‘Dat begrijp ik.’

‘Ik heb het ook aan Charlotte verteld. Ze was erg opgelucht, kan ik u zeggen.’

‘Charlotte?’

‘Ja, ze kwam vanmorgen langs in de herberg.’

‘O? Is ze niet teruggegaan naar Crawley?’

‘Nee. Ze logeert nog een poosje in Shoreham.’

‘O, ja?’

Ze knikte. ‘Het heeft iets te maken met dokter Kendall, maar ik heb geen bijzonderheden gehoord. Er was te veel herrie om haar goed te kunnen verstaan.’

Daniel slikte. ‘Zo.’

Hij haalde diep adem en begon over iets anders. ‘Mevrouw Taylor slaapt nog. Eindelijk heeft ze rust. Doe je best om Anne stil te houden, zodat ze niet gestoord wordt. Ik ga even naar het dorp om een boodschap aan mijn vader te sturen. Ben zo terug.’

‘Ja, meneer.’

Toen Daniel een uur later terugkwam en voorzichtig de deur opendeed, waren de rust en vrede waarmee hij ontvangen werd een opluchting. Hij legde zijn hoed weg en ging op zoek naar zijn vrouw. Er was niemand in de salon en in de eetkamer. Ze lag toch zeker niet meer te slapen... Hoewel, ze waren tot de vroege ochtenduren samen wakker geweest.

Boven trof hij hun slaapkamer leeg, het bed netjes opgemaakt. Hij keek om de hoek van de kinderkamer op de derde verdieping en zag dat die ook leeg was. Hij liep door de gang en klopte lichtjes aan de deur van Sally’s kamer, om bij Anne te kijken. Sally deed met een slaperig gezicht wijd gapend open. ‘Ik moet in slaap gevallen zijn,’ zei ze.

‘Is Anne wakker?’

‘Ik denk van wel.’

‘Is ze niet hier bij jou?’

‘Mevrouw Taylor wilde haar zelf hebben. De arme schat zei dat het wel maanden geleden leek dat ze haar kleine meisje had vastgehouden.’

Daniel glimlachte. Waren Lizettes moedergevoelens hersteld, samen met haar genegenheid voor haar man en haar verlangen naar hem? Even vlug betrok zijn gezicht.

‘Waar zijn ze? Beneden heb ik niemand gezien.’

‘Naar buiten om frisse lucht te happen, zei ze geloof ik. O, lieve help, heb ik er verkeerd aan gedaan?’ Sally’s gezicht vertrok pijnlijk. ‘Ze zei dat ik een poosje moest gaan rusten. En dat deed ik maar al te graag, na vannacht.’

‘Alles is vast in orde,’ mompelde Daniel, op weg naar de trap. Maar daar was hij helemaal niet zo zeker van.

‘Moet ik vast gaan inpakken, meneer?’ riep Sally hem na.

‘Inpakken? Waarom?’ Hij bleef halverwege de trap stilstaan.

‘Mevrouw Taylor zei iets over naar huis gaan.’

Hij verstijfde. ‘Naar huis gaan?’ Hij had haar toch verzekerd dat hij haar niet terug zou brengen naar het Huis?

‘Ja. Gaan we binnenkort terug naar Londen?’

‘Ik... ik weet het niet,’ riep hij over zijn schouder terwijl hij de trap af rende.

In de keuken vond hij mevrouw Beebe.

‘Hebt u mevrouw Taylor gezien?’

‘Ja, meneer. Ze is naar buiten gegaan met de kleine.’

‘Wanneer was dat?’

‘Een kwartiertje geleden.’

‘Waar gingen ze naartoe?’

‘Naar de zee, vermoed ik. Het is inderdaad een mooie dag voor een wandeling.’

De zee? Paniek greep hem aan. O, nee...

Daniel rende naar buiten, over het brede grasveld, de rotsige helling af het kiezelpad op. Wild keek hij rond en heen en weer langs de kust. Toen zag hij in het Kanaal een eenzame, donkerharige figuur zwemmen met stuntelige slagen en vervolgens onder het oppervlak verdwijnen.