De man keek alsof hij water zag branden. ‘Ik wist helemaal niet dat daar een deur zat.’
‘Wist u niet dat daar een deur zat?’ herhaalde Michelle ongelovig.
‘We zitten hier nog maar een paar jaar. Het enige uitvaartcentrum hier in de omgeving stopte ermee, en het gebouw daarvan konden we niet gebruiken omdat het onbewoonbaar was verklaard. Dit gebouw is voor een heleboel dingen gebruikt voordat het een uitvaartcentrum werd. De huidige eigenaren hebben er maar weinig aan verbouwd. Aan deze rouwkamers is zelfs nauwelijks iets veranderd. Ik had geen idee dat er daar een deur of een gang zat.’
‘Nou, iemand heeft dat toch wel degelijk geweten,’ zei ze bot. ‘Aan het eind van die gang zit een deur die uitkomt op het terrein achter het gebouw. U wilt toch niet beweren dat u daar ook geen weet van had?’
‘Dat deel van het terrein wordt gebruikt als opslagplaats en is vanuit het gebouw via verschillende deuren te bereiken,’ zei de man.
‘Hebt u daar eerder op de dag een auto zien staan?’
‘Nee, maar ik kom daar ook nooit.’
‘Heeft iemand anders iets gezien?’
‘Dat moet ik navragen.’
‘Nee, dat trek ik zelf wel na.’
‘Ik kan u verzekeren dat dit een heel keurige zaak is.’
‘U hebt hier geheime gangen en achteruitgangen waarvan u nog nooit hebt gehoord. Maakt u zich dan geen zorgen over inbrekers?’
Hij wierp haar een nietszeggende blik toe en schudde toen van nee. ‘Dit is de grote stad niet. Ernstige misdrijven komen hier niet voor.’
‘Tot nu toe dan. Hebt u het telefoonnummer van mevrouw Martin opgezocht?’
Hij gaf het haar en ze belden het. Er werd niet opgenomen.
Daarna bleef Michelle even alleen achter. Ze stond in het midden van de kamer. Al die jaren van hard werken, al die keren dat ze telkens weer had moeten bewijzen dat ze voor haar taak berekend was… dat was nu allemaal voor niets geweest. Ze had niet eens de troost dat ze tussen de moordenaar en zijn doelwit in was gesprongen. Michelle Maxwell maakte nu geen deel meer uit van het heden, maar van de geschiedenis. En bij de Secret Service had ze nu ook haar langste tijd wel gehad. Haar carrière kon ze op haar buik schrijven.
•4•
De begrafenisstoet werd aangehouden en alle volgauto’s werden doorzocht, ook de lijkwagen. Toen de kist werd geopend, was Harvey Killebrew – toegewijd vader, grootvader en echtgenoot – degene die ze daar aantroffen. Vrijwel alle rouwenden waren mensen op leeftijd. Het was duidelijk dat al die mannen met vuurwapens hun de stuipen op het lijf joegen en een ontvoerder zat er zo te zien niet tussen, maar toch kregen alle volgauto’s én de lijkwagen zelf opdracht om terug te keren naar het uitvaartcentrum.
Beveiligingsman Simmons sprak een Secret Service-agent aan toen die in zijn eigen auto stapte om de stoet terug te leiden naar het uitvaartcentrum. ‘En nu, meneer?’
‘Jij bewaakt deze weg. Je houdt iedereen aan die het terrein wil verlaten. Als er iemand het terrein op wil, hou je die ook aan en dan vraag je naar zijn papieren. We zullen ervoor zorgen dat je zo snel mogelijk wordt afgelost, maar tot het zover is, blijf je hier. Begrepen?’
Simmons keek heel nerveus. ‘Dit is echt heel belangrijk, hè?’